Foto Kees Lambregtse Bron: Miriam van der Hoek
Interview met Kees Lambregtse over het onderzoeksrapport van Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB)
De staf deltacommissaris vroeg aan Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB) hoe de rol en positie van de deltacommissaris te borgen dan wel te versterken is, in het licht van de urgente opgaven voor klimaatadpatie en ruimtelijke inrichting. Kees Lambregtse, werkzaam bij gemeente Schouwen-Duiveland als projectleider Strategische visie, schreef mee aan het rapport NSOB rapport ‘Gezocht: diplomatieke amokmaker’ en vertelt waarom de toekomstige rol van de deltacommissaris belangrijker is dan ooit.
Door de klimaatverandering stijgt de zeespiegel, is er vaker extreme neerslag, daalt en verzilt de bodem in delen van Nederland en zijn er door droogte steeds meer problemen met de beschikbaarheid van zoetwater. Mede door ruimtedruk raakt water steeds meer vervlochten met andere beleidsdomeinen. De huidige focus op de primaire wateropgaven uit het Deltaprogramma is daarom te smal. Om meer bij te dragen aan versnelling is een verbreding en verbinding met andere opgaven in het ruimtelijke domein noodzakelijk. Maar een bredere taak komt wel precies, want de bredere vraagstukken zijn volgens Lambregtse natuurlijk te groot voor alleen een deltacommissaris en zijn staf. ‘Daarom is het advies uit het rapport tweeledig. De deltacommissaris doorbreekt impasses en jaagt versnelling aan, maar moet in de regio waar al die opgaven samenkomen de verantwoordelijke bestuurslagen verenigingen. Die kampen allemaal met een gebrek aan mensen, middelen en draagvlak. Die toekomstige rol is wel belangrijker dan ooit, maar vergt een meesterlijke aanpak in bestuurskundige zin, vanwege de hoge maar tegengestelde verwachtingen.’
Diplomatieke amokmaker in een tussenruimte
‘We lijken er niet in te slagen de klimaatverandering te beperken. Daarmee is het waterrobuust en klimaatbestendig inrichten van ons land is een urgente opdracht. Die bereik je niet alleen met een Deltaprogramma voor waterveiligheid, zoetwater en ruimtelijke adaptatie’, stelt Lambregtse. ‘Maar zorgen voor verbinding in nationale Deltabeslissingen, het vaststellen van gebiedsgerichte voorkeursstrategieën en samenbrengen van slagkracht in de uitvoeringsprogramma’s is een bewezen effectieve aanpak van het Deltafonds en Deltaprogramma. Het succes is terug te zien in een waaier aan nationale programma’s onder de vlag van het Nationaal Waterprogramma (NWP 2022-2027) en de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Voor ieder programma is een coördinerend minister verantwoordelijk voor de samenwerking van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen. Maar zodra het politiek spannend wordt, valt men terug op de reflex van sectorale sturing vanuit het departement en staan de andere bestuurslagen buitenspel.'
'Een regeringscommissaris kan als onafhankelijke penvoerder veel beter alle scenario’s afwegen en de verschillende belangen per bestuurslaag verenigen. Als voorbeeld noemt Lambregtse het Nationaal Water Programma 2022-2027 (NWP): ‘Daarin is een duidelijke samenhang gemaakt met de Nationale Omgevingsvisie (NOVI). Voor het waterbeleid is het NWP een uitwerking van de NOVI en de NOVI heeft een veel groter bereik dan alleen het Deltaprogramma. De NOVI gaat over zowel de fysieke leefomgeving en maatschappelijke opgaven van Nederland als de economische kansen die daarbij horen. Een betekenisvolle stap zou zijn om het Deltafonds en het Deltaprogramma te verbreden tot de hele scope van NWP. Het zou mooi zijn als de deltacommissaris niet alleen regelmatig gesprekken heeft met de coördinerend minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), maar ook met de minister van ministeries als Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK), en de minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK).’
'Een deltacommissaris moet diplomatiek zijn, want je moet belangen van meerdere partijen behartigen en tactvol kunnen samenwerken. Ook is het belangrijk dat een deltacommissaris amok maakt, want als je dat niet doet, blijft je ruimte en omgeving te beperkt.'
‘De deltacommissaris wordt nu bewust een beetje ingeperkt’, vertelt Lambregtse. ‘De deltacommissaris heeft wel contact met de directeuren-generaal van IenW, BZK, en EZK, maar die invloed is nog niet groot genoeg om voor nationale programma’s in plaats van rijksprogramma’s te zorgen. Daarom zijn mijn medeonderzoekers en ik bij de metafoor van diplomatieke amokmaker uitgekomen, tevens de titel van het rapport. Een deltacommissaris moet diplomatiek zijn, want je moet belangen van meerdere partijen behartigen en tactvol kunnen samenwerken. Ook is het belangrijk dat een deltacommissaris amok maakt als bestuurlijk Nederland problemen blijft vooruitschuiven tot de ramp daar is. De deltacommissaris hoort een voorzitter te zijn van een zogeheten tussenruimte. Een tussenruimte waarin de mogelijkheden en beperkingen van alle bestuurslagen en kennisinstituten samenkomen. De regeringscommissaris doet daarop voorstellen waarop partijen elkaar echt kunnen vinden. Zo kom je werkelijk tot een nationaal programma, iets wat voor een coördinerend minister veel moeilijker te bereiken valt. Van die rol kunnen ook de Onderraad Fysieke Leefomgeving profiteren door bewust de opdracht aan de deltacommissaris te verbreden.’
Beperkte middelen, deskundigheid en capaciteit
‘De deltacommissaris die wij voor ogen hebben, is een onafhankelijke penvoerder die ontwikkelingen in het ruimtelijk ontwikkeling samenbrengt, voorstellen doet voor de lange termijn en toeziet dat dat plannen worden uitgevoerd. Een bredere taak kan alleen succesvol zijn, als deze bewust wordt ingezet, erkend en benut door alle partijen, dus zowel ministeries als de provincies, waterschappen en gemeenten.’
Dat is volgens Lambregtse en zijn collega’s hard nodig: ‘Waar in de regio de opgaven samenkomen zijn vaak maar beperkte middelen, deskundigheid en capaciteit aanwezig. Als er bijvoorbeeld beslissingen worden gemaakt over omgevingsplannen in de woningbouw binnen een provincie of gemeente, dan staat het Deltaprogramma daar ver van af. De mensen van de provincies en gemeenten die werken aan wonen en economie weten over het algemeen weinig van de wateropgaven, zoals waterveiligheid en zoetwater. En het Deltaprogramma kent vooral mensen van de waterschappen en waterspecialisten. Het knelpunt ligt dus ook in de uitvoering. Als je je daarin onmisbaar maakt voor de regio, dan heb je ook een sterkere positie naar de ministeries. Constructieve conflicten zijn daarbij onvermijdelijk, maar zonder spanning, geen verandering.
Kees Lambregtse, Roland Heijnen, Jasper Groebe en Babs van den Broek, van de opleiding Master of Public Administration (MPA) van de Nederlandse School voor Openbaar Bestuur (NSOB), deden onderzoek naar hoe de rol en positie van de deltacommissaris te borgen dan wel te versterken is. Samen schreven ze het rapport ‘Gezocht: diplomatieke amokmaker. Perspectieven op de toekomst, aan de vooravond van de benoeming van de derde deltacommissaris’. Het onderzoek vond plaats tussen januari – juni 2023.