Foto Peter Glas Bron: Phil Nijhuis
Terugblik en een blik in de toekomst met deltacommissaris Peter Glas
In de vier jaar dat Peter Glas deltacommissaris is, heeft hij gezien dat in de samenleving klimaatverandering en de gevolgen ervan op het netvlies staan. Steeds minder mensen zijn volgens Glas nu nog ‘onbewust onbekwaam’. Ook ziet hij het bewustzijn inmiddels binnendruppelen in de boardrooms van bedrijven en in de financiële sector. Dat is belangrijk, volgens Glas, want we hebben de private sector hard nodig om hier op de lange termijn veilig en in welvaart te kunnen blijven leven. De deltacommissaris blikt terug op bijna vijf waardevolle jaren en hij kijkt vooruit naar een mooi, welvarend en veilig Nederland in 2050 en ver daarna.
'De laatste jaren zijn we tot het besef gekomen dat het klimaat veel sneller verandert dan we ooit hadden gedacht', vertelt Glas. 'Dat gaat gepaard met grote onvoorspelbaarheid van de natuur en extreem nat, droog en heet weer. Met wereldwijd veel schade, slachtoffers en maatschappelijke ontwrichting tot gevolg.' In dat verband signaleert hij in zijn brief bij het Deltaprogramma 2024 dat het gevoel van urgentie en de wil om tot actie te komen in Nederland snel groeit. Niet alleen bij de partners van het Deltaprogramma, maar ook daarbuiten.
Glas: 'Vanaf 2019 zijn de partners binnen het Deltaprogramma in gesprek gegaan met maatschappelijke organisaties over de vraag hoe we de wateropgaven binnen het programma meer in samenhang kunnen beschouwen én in verbinding kunnen brengen met ander grote maatschappelijke transities en opgaven zoals de woningbouw en natuuropgave, de energie- en landbouwtransitie. Bij onze partners, bij het Rijk en in de regio, is daar steeds meer ondersteuning voor gekomen. Dat wordt omgezet in actie en dat zie je. Aan de landschappelijke en cultuurhistorische inpassingen van waterkeringen bijvoorbeeld, aan beken die weer kunnen meanderen en bij de inrichting van waterbergingsgebieden. Bouwend Nederland, LTO, woningbouwcorporaties en financiële instellingen; ze zijn allemaal aan het nadenken over het thema klimaatadaptatie. Men beseft dat investeringen die je nu doet, bepalend zijn voor hoe het land reilt en zeilt voor de komende 100 jaar of meer. Dat er een Deltaprogramma is met heldere doelen is goed. Het is nodig om dit programma blijvend te verbinden met andere grote maatschappelijke opgaven. Water is immer bij vrijwel alles een onmisbare voorwaarde. En het biedt ook enorme kansen. Dát besef mag nog veel breder post vatten. Bij politici, bij de media, bij bestuurders in de publieke en private sector en uiteindelijk bij alle Deltalanders die hier een gezond, gelukkig en welvarend leven willen leiden.'
Klimaatbestendig bouwen: een noodzakelijke pijler
Op de kop af veertig jaar is Glas (67) nu betrokken bij het waterbeheer in Nederland, een loopbaan die begon als medewerker van het Waterloopkundig Laboratorium in Delft, waarna hij onder meer watergraaf in Brabant en voorzitter van de Unie van Waterschappen was. Als deltacommissaris heeft Glas zich vanaf de eerste dag ingezet om ‘water en bodem sturend’ te laten zijn bij ruimtelijke opgaven. In zijn werkkamer in Den Haag getuigt een schop die hij cadeau kreeg met de tekst ‘íedere schop in de grond klimaatbestendig’ daarvan.
'We zijn met steeds meer Nederlanders, dus moeten we ruimte zoeken voor woningen én voorzieningen. De vraag is: wáár kunnen we bouwen en hoe?'
'Ik heb twee adviezen opgesteld om aandacht te vragen voor de noodzaak voor klimaatbestendige bouw. Zodat die schop die de komende jaren de grond ingaat ook echt klimaatbestendig is. Mensen willen ergens wonen, daar hebben ze recht op. We zijn met steeds meer Nederlanders, dus moeten we ruimte zoeken voor woningen én voorzieningen. De vraag is: wáár kunnen we bouwen en hoe?
Mijn eerste advies in dat verband ging over woningbouwprojecten die al in de pijplijn zitten met de oproep: kijk nog eens heel goed naar die projecten. Houd voldoende rekening met het veranderende klimaat: nat wordt natter, droog wordt droger en heet wordt heter. Als je daar goed rekening mee houdt, slim bouwt en zoekt naar een plek waar je het water kunt opvangen, kan je veel schade in de toekomst voorkomen.
Mijn tweede advies richtte zich met name op de noodzaak om goed te kijken waar we gaan bouwen. Je kunt niet zeggen: nooit meer bouwen in een diepe polder onder NAP. Want nieuwe woningen zijn wel nodig. Maar doe het niet in het diepste deel van die polder. Reserveer ruimte voor wateropvang, scherp de regels voor bebouwing in de uiterwaarden aan en houd ruimte voor dijkversterkingen die in de toekomst nodig zijn als de zeespiegel verder stijgt. En durf ook te kijken of je misschien niet beter wat meer kunt gaan bouwen in die delen van Nederland die wat minder kwetsbaar zijn. 'Ik constateer dat deze adviezen inmiddels zijn overgenomen door het kabinet en nu wordt gekeken hoe je dat concreet laat landen in de praktijk', aldus Glas.
De overstromingen in Limburg, de extreme neerslag in korte tijd en het hoogwater in de zomer van 2021 hebben met de vier droge jaren laten zien dat we ook in Nederland vaker te maken krijgen met weerextremen, met alle gevolgen van dien. 'Het gaat sneller dan we dachten en de grilligheid neemt toe', zegt Glas. 'We moeten ons meer en meer voorbereiden op het onverwachte. We kunnen ons land niet meer ontwerpen op het gemiddelde klimaat. Daarvoor verandert het klimaat te snel en is de grilligheid te groot. We moeten ons écht realiseren dat toekomstscenario’s extremer kunnen zijn dan de statistieken ons nu vertellen. De overstromingen in Limburg zijn daar een voorbeeld van. Het roept de vraag op: moeten we niet ontwerpen en bouwen op basis van de worst-case scenario’s? De consequenties daarvan zijn natuurlijk enorm ingrijpend in kosten en ruimtebeslag. Ook zijn er technische grenzen in wat je maatschappelijk met elkaar kunt absorberen.
In de komende jaren moet het gesprek dus ook gaan over welke voorwaarden we meenemen in de ontwerpen voor de ruimtelijke inrichting van ons land. Alles vraagt ruimte. Ruimte die we niet in overvloed hebben in ons land. We zullen dus veel scherpere keuzes moeten maken, en deels nog voorbereiden, over wat we waar doen en wat niet. Want niet alles kan meer overal en de overheid kan niet alles regelen. Een nieuw ontwerp voor Nederland zal de komende jaren vorm moeten krijgen. Op alle schaalniveaus: landelijk, regionaal en lokaal. In samenhang binnen Nederland, maar ook in verbinding met ons Europese buren in de internationale stroomgebieden. De delta begint echt niet bij Lobith en Borgharen.”
'We moeten met zijn allen echt een stuk weerbaarder worden. Daar ligt nog een grote opgave. Je moet aan die mentale en fysieke weerbaarheid werken.'
Werken aan weerbaarheid
Een ander speerpunt, waarvoor hij in het Deltaprogramma 2024 aandacht vraagt, is de manier waarop we ons voorbereiden op een acute crisissituatie. Glas: 'We zijn altijd het land geweest dat kon omgaan met water, waar water in overvloed is en waar we veilig achter de dijken zitten. We zijn de veiligste delta ter wereld, maar blijven in de kern ook kwetsbaar. We moeten dus ook weten wat te doen als het misgaat of dreigt mis te gaan. Dat mensen weten waar ze naartoe kunnen. Zoals in Japan, daar oefent men in de klas op tsunami’s en aardbevingen. Dat doen we in Nederland niet, we hebben niet eens vluchtroutes of schuilkelders. En dan heb ik het niet over oorlogssituaties, maar ‘gewoon’ natuurgeweld.
We zijn er ook niet op voorbereid als kritische vitale infrastructuur voor langere tijd uitvalt. Dan worden we echt teruggeworpen op onszelf. En hoe lang houd je dat vol? We leven nu in een samenleving waarin alles heel snel moet gaan en alles soepel moet lopen. Totdat het misgaat, en dan staat het ook echt stil. We moeten met zijn allen echt een stuk weerbaarder worden. Daar ligt nog een grote opgave. Je moet aan die mentale en fysieke weerbaarheid werken. De overheid heeft een verantwoordelijkheid om mensen goed te informeren over klimaatrisico’s in het gebied waar ze wonen. Dat doen we onder meer met de online Klimaateffectatlas. Maar burgers hebben ook een eigen verantwoordelijkheid; je besluit zelf welke soort vloer je in je huis aanlegt bijvoorbeeld. En als het maar enigszins kan: wip die tegels uit je tuin en zet een regenton neer.”
De afgelopen jaren heeft Peter Glas aandacht gevraagd voor het belang om ook de financiële sector en verzekeraars meer bij de water en klimaatopgave te betrekken. De deltacommissaris: 'Of je het nu leuk vindt of niet: money makes the world go round. De overheid neemt in Nederland op het gebied van waterbeheer veel voor haar rekening. Maar de overheid kan het niet alleen. Elke persoon neemt elke dag beslissingen die impact hebben op de eigen leefomgeving en zelfs op de hele planeet. Als we de financiële wereld van banken, verzekeraars en pensioenfondsen kunnen vergroenen, dan kunnen zij burgers en bedrijven helpen om duurzame keuzes te maken. Voor de korte én de lange termijn. In ieders belang.'
Glas voorziet dat banken en verzekeraars hun eigen risicoanalyses gaan maken en dat ze daarin gaan differentiëren. 'Het risicoprofiel voor woningen of bedrijfspanden verschilt nogal over het land. En dan krijg je dus niet dezelfde verzekeringspremie of hypotheekvoorwaarden. Ook zullen financiële instellingen klimaatrisico’s in bijvoorbeeld hun prijsbeleid of voorwaarden moeten verwerken. Ik vind het belangrijk dat we de financieel deskundigen en de klimaatdeskundigen bij elkaar aan tafel zetten om tot goede oplossingen te komen. Ze moeten dezelfde taal leren spreken. En zich baseren op de best beschikbare gegevens en voorspellingen.'
Nederland in 2050: een ideaalbeeld
Het feit dat overheden via het Deltaprogramma nu acties voor de lange termijn uitzetten en het Deltaprogramma een horizon heeft tot 2050 en verder is wereldwijd uniek en zeer waardevol, vindt Glas. Hij heeft zelf wel een idee hoe Nederland er tegen die tijd uit moet zien. 'We moeten toe naar aantrekkelijke woon- en werklandschappen die deels gebaseerd zijn op natuurlijke processen, maar tegelijk ook hoogtechnologisch zijn. Want we wonen in een land dat sterk afhankelijk is van technologie. De stedelijke gebieden zullen groener worden en er zal in de toekomst meer water in de omgeving van de woningen zijn. In mijn toekomstbeeld zie ik waterbergende landschappen met veel seizoensdynamiek, brede rivieren met meer natuur en landschappelijk ingepaste sterke dijken. Waterkerende en opstuivende landschappen langs de kust en wellicht ook voor een deel zeewaarts. Natte veenweiden en meer bloemrijke dijken, waar ik sinds 2015 al voor pleit.'
De deltacommissaris zwaait in december af en hoopt op het Nationaal Deltacongres in november zijn opvolger aan de deltacommunity te introduceren. Vooruitlopen op zijn afscheid wil hij de deltacommunity alvast een boodschap meegeven. 'Koester wat is opgebouwd in de delta. Doe het uit liefde voor het land. Dat meen ik ten diepste. Want als mensen niet meer houden van de plek waar ze wonen, dan wordt het moeilijk om van ze te vragen zich ervoor in te zetten. En ja, als je dat samen koestert, dan levert dat echt veel meer op. Dus ik zeg: 'hier is het land, hier stroomt het water, doe het voor nu en voor de mensen van later'.'