Foto Het Nederlandse waterkeringswerk, de Hondsbossche en Pettemer Zeewering stamt uit 1880. De 5,5 kilometer lange dijk ligt langs de Noordzee. Bron: Bart van Vliet

Jos van Alphen, senior adviseur bij staf Deltacommissaris, over resultaten van de gebiedsbijeenkomsten

De gebiedsbijeenkomsten van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging (KPZSS) hadden als doel om de mogelijke langetermijn oplossingsrichtingen voor een versnelde zeespiegelstijging regionaal uit te werken. Deze oplossingsrichtingen zijn: Beschermen Open, Beschermen Gesloten, Zeewaarts en Meebewegen. Daarbij werden ook zowel synergiekansen en conflicten verkend tussen deze oplossingsrichtingen en de investeringsagenda’s van de komende jaren. Deze agenda’s betroffen woningbouw, duurzame energie, landbouw, natuur, infrastructuur en klimaatadaptatie. Nu alle gebiedsbijeenkomsten hebben plaatsgevonden, maakt Jos van Alphen de balans op: wat is de rode draad in de resultaten van de bijeenkomsten en waarin verschillen ze?  

Jos van Alphen
Jos van Alphen Bron: Valerie Kuypers

Jos van Alphen behoort sinds 1 juni 2010 tot de staf van de deltacommissaris. In zijn functie als adviseur strategie en kennis is hij aanspreekpunt voor kennis binnen de staf. Hij is verantwoordelijk voor de inbreng van inhoudelijke kennis en expertise en het beschermen van de kwaliteit daarvan. Hij houdt zich onder andere bezig met het Delta-instrumentarium en de deltascenario’s. Daarnaast is hij betrokken bij de afstemming van onderzoeksprogramma’s en is hij eerste aanspreekpunt vanuit de staf voor kennisinstellingen. Eerder werkte hij als kennismanager bij het secretariaat van de Deltacommissie. 

Een belangrijk doel van de gebiedsbijeenkomsten is het zicht krijgen op wat de grote investeringen in de ruimtelijke inrichting de komende decennia moeten doen en laten, om oplossingen voor de toekomst voorlopig open te houden. De volledige resultaten zijn te vinden in de verslagen van de gebiedsbijeenkomsten (zie de website van het KPZSS vanaf eind deze maand).

‘Zeespiegelstijging manifesteert zich in bijna alle gebieden op een andere manier’

Over de gebiedsbijeenkomsten

De gebiedsbijeenkomsten zijn georganiseerd in samenwerking met de Deltaprogramma-gebiedsteams. De uitkomsten kunnen onder meer van belang zijn als input voor de herijking van de regionale voorkeursstrategieën. Er waren gebiedsbijeenkomsten voor het Waddengebied, Kust, Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke delta, IJsselmeergebied, Centraal Holland, en Rivieren Rijn en Maas. Aan deze bijeenkomsten namen gemiddeld 30 vertegenwoordigers deel uit het waterbeheer, de ruimtelijke ordening, maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, ruimtelijke kwaliteit, transport en woningbouw.

Iedere regio een andere uitwerking 

Zeespiegelstijging manifesteert zich in bijna alle gebieden op een andere manier. Instandhouding van de kust vereist bijvoorbeeld steeds meer zand voor suppleties, terwijl de zeespiegelstijging in het Waddengebied juist de waardevolle intergetijdengebieden bedreigt. Daarbij is internationaal overleg met de andere Waddenlanden nodig over mogelijke maatregelen. Het IJsselmeergebied en Centraal Holland kunnen steeds moeilijker hun overtollige water kwijt, omdat de spuimogelijkheden afnemen. Dit werkt door in de stedelijke ontwikkeling van onder meer Amsterdam en Zwolle. En de Zuidwestelijke Delta krijgt steeds meer last van verzilting. Rijnmond-Drechtsteden kan zich tegen de zeespiegelstijging beschermen door de riviermonden af te sluiten, maar moet dan wel een oplossing vinden voor het afvoeren of bergen van rivierwater. 

‘Langetermijnoplossingen moeten we daarom regionaal uitwerken, in samenspraak met de betrokken partijen’, zegt Van Alphen. ‘Tegelijkertijd moeten we wel de landelijke samenhang tussen de watersystemen bewaken. Zo kunnen we de wateraanvoer naar de Rijnmond wel verminderen door een grotere afvoer via de IJssel of door berging in de Zuidwestelijke Delta, maar wat zijn daar de gevolgen van voor deze gebieden?’ Voor dit soort vraagstukken op landelijke schaal organiseert het Kennisprogramma Zeespiegelstijging op 27 juni aanstaande nog een synthesebijeenkomst.

‘Partijen uit de ruimtelijke ordening worden zich steeds meer bewust van de mogelijke gevolgen van klimaatverandering op hun toekomstig ruimtegebruik.’

Behoefte aan handvatten voor toekomstige ruimtelijke ordening 

Woningen, kunstwerken en infrastructuur hebben vaak een levensduur van 100 jaar of langer. Van Alphen: ‘Bij investeringen hierin moeten we qua locatiekeuze en ontwerp echt rekening houden met de ruimte die toekomstige oplossingen voor zeespiegelstijging nodig hebben.

In het kader van een langetermijnperspectief (2100) valt Van Alphen op dat vooral partijen uit de ruimtelijke ordening zich bewust worden van de mogelijke gevolgen van klimaatverandering op het toekomstig ruimtegebruik en de toekomstbestendigheid van hun voorgenomen investeringen. Met klimaatverandering wordt dan niet alleen zeespiegelstijging, maar ook verzilting, droogte en wateroverlast bedoeld. Deze partijen geven aan zeker rekening te willen houden met deze ontwikkelingen– bijvoorbeeld met ruimtelijke zoneringen of waterpeilen – maar hebben wel behoefte aan handvatten om hier vorm en inhoud aan te geven. Mede daarom heeft de deltacommissaris, in zijn advies over woningbouw en klimaatadaptatie van eind 2021, al opgeroepen om  ruimte vrij te houden voor waterkeren, waterafvoer en waterberging.

In de Tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, die dit najaar verschijnt, streeft het KPZSS naar het opstellen van die meer concrete handvatten voor de betrokken partijen.

Oplossingsgerichten
De oplossingsgerichten Bron: Carof Beeldleveranciers

Over de oplossingsrichtingen

Beschermen open:

instandhouden van de huidige kustlijn en van landgebruik, met open riviermonden, zodat rivierwater vrij naar zee kan afstromen. Zeespiegelstijging belemmert die vrije afstroming en leidt tot hogere waterstanden in de benedenloop van rivieren en dus tot dijkverhoging.

Beschermen gesloten: 

instandhouden van de huidige kustlijn en behoud van landgebruik, maar met gesloten riviermondingen: geen indringen van de zee, maar wel met enorme pompcomplexen die rivierwater afvoeren.

Zeewaarts: 

we bouwen een heel groot bekken voor de kust waarin rivierwater kan uitstromen voordat we het naar zee pompen. Hierdoor hebben we geen hogere waterstanden in rivieren.

Meebewegen: 

na de laatste ronden dijkversterkingen nemen we geen nieuwe maatregelen meer , we passen ons aan de stijgende zeespiegel aan, gaan leven met vaker en meer wateroverlast, overstromingen en verzilting.