Tekst Marjolijn Sonnema
Foto Bron: Joep van der Pal
Gevolgen klimaatverandering voor gezondheid
Klimaatverandering heeft vergaande gevolgen voor de volksgezondheid. Door bijvoorbeeld verminderde waterkwaliteit, de toename van nieuwe soorten ziekteverspreiders en heftigere UV -straling wordt op allerlei gebieden de volksgezondheid beïnvloed. Ingrijpen is daarom logisch, bijvoorbeeld door het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie. Maar de voorgestelde maatregelen kunnen zelf ook effecten op de volksgezondheid hebben, zowel negatief als positief. Marjolijn Sonnema legt uit hoe dat precies zit.
Drs. Marjolijn Sonnema is directeur-generaal Volksgezondheid bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Het ministerie draagt in een adviserende rol bij aan de programma’s van de Nationale Klimaatadaptatiestrategie (NAS), en wijst niet alleen op de positieve effecten maar ook op de mogelijke risico’s en negatieve gevolgen van beleidskeuzes op de volksgezondheid.
Effecten van klimaatverandering: een lange lijst
Sonnema maakt, zonder lang na te denken, een flinke opsomming waarin de effecten van klimaatverandering op de volksgezondheid duidelijk worden. Zo leiden meer en langere periodes van hitte tot een toename van ziektes en oversterfte, en een toename van zomersmog (een ophoping van ozon die de luchtkwaliteit aantast - red.). Tevens betekent dit meer blootstelling aan meer uv-straling door de zonkracht, met een groeiend risico op huidkanker als gevolg.
Daarnaast veranderen ecologische omstandigheden, waardoor het aantal allergieën kan toenemen. Meer pollen en veranderende bloeiseizoenen kunnen bijvoorbeeld zorgen voor meer hooikoorts. Ook worden de omstandigheden gunstiger voor muggen en teken – zoals de Aziatische tijgermug – die virussen en bacteriën kunnen verspreiden, waaronder virussen die nu zelden voorkomen in Nederland. Heftige regenval werkt dit proces ook in de hand, en overstromingen kunnen leiden tot (verdere) watervervuiling met mogelijke ziekteverwekkers tot gevolg. Daarnaast kunnen mensen in toenemende mate stress en mentale problemen ervaren door hun bezorgdheid over dit onderwerp (de zogenoemde ‘klimaatdepressies’).
Positief, maar ook kritisch
Daarom is ze positief over het Deltaprogramma, ze concludeert dat het ‘op een heleboel manieren bijdraagt aan een goede gezondheid. Het zorgt voor voldoende schoon water voor gezonde voeding en hygiëne en beschermt tegen overstromingen en gevolgen van extreem weer.’ Deze maatregelen verminderen of voorkomen de problemen die ze noemt. Ook de inzet om meer ‘groen en blauw’ met de stedelijke omgeving te mengen kan op Sonnema’s goedkeuring rekenen: ‘Als er serieus gewerkt wordt aan het verminderen van de gevolgen van hitte in de stad door meer groen en meer water, dan heeft dat gunstige gezondheidseffecten’, legt ze uit.
Werken aan het verminderen van de hittestress is gewoon heel belangrijk voor de volksgezondheid, maar ze wijst ook op eventuele negatieve effecten waar rekening mee gehouden moet worden. ‘Je ziet het iedere zomer op plekken waar mensen willen zwemmen’, geeft ze als voorbeeld. ‘Als het maar lang genoeg warm is groeien er bacteriën in het water, die het ongeschikt maken om er nog in te zwemmen.’
Sonnema is dus positief gestemd over de inspanningen van het Deltaprogramma, maar het is ook haar rol om deze kritisch te beoordelen. Dit gebeurt juist ook vaak bij de ideeën waar alle betrokken partijen grotendeels positief tegenover staan. ‘Iedereen omarmt groen en blauw in de stad als iets moois’, geeft Sonnema als voorbeeld. ‘Dan zijn wij de enigen die op de risico’s wijzen van deze nature based solutions: er wordt van alles mee opgelost, behalve infectieziekten en hooikoorts. Dus we zijn zeker voor groen en blauw in de stad, maar de moeilijke boodschap is wel dat ziekten en allergieën juist kunnen toenemen en erger kunnen worden. Dus we kunnen niet alleen maar 100% positief zijn.’
Mogelijke risico’s en meekoppelkansen
Met betrekking tot het Deltaprogramma plaatst Sonnema een kritische kanttekening bij de inzet voor waterberging. ‘Je slaat water op zodat je in droge tijden nog water beschikbaar hebt, maar daar zit ook een risico aan. Dat stilstaande water kan op zichzelf ook weer een broedplaats zijn voor muggen en een leefomgeving worden voor ratten en andere ziekteverspreiders. Er kunnen bacteriën zoals legionella groeien in die wateropslag.’ Ze pleit er daarom voor dat er wordt gekeken naar een manier om water te bergen én deze risico’s zoveel mogelijk te verminderen.
Ook ziet ze graag dat de toevoeging van meer groen extra effecten als doel heeft naast verkoeling van de stad, de zogenaamde ‘meekoppelkansen’. Sonnema: ‘Als je dan toch met groen bezig gaat, probeer dan te kijken of je dat zo kan doen dat er een omgeving ontstaat die uitnodigt tot bewegen, tot spelen, tot ontmoeten. Dan heb je gelijk een extra gezondheidsbevorderende kant meegenomen.’
Op deze manier probeert zij andere beleidsmakers bewust te maken van risico’s die goedbedoelde adaptatiemaatregelen kunnen hebben, en te wijzen op mogelijk extra kansen die deze maatregelen kunnen bieden. Maar over het algemeen, zo merkt ze op, ‘zijn wij heel blij met het Deltaprogramma’.