Foto Vuurtoren van Stavoren met zicht op de oude haven en het IJsselmeer. Bron: Rijksoverheid

Herbert Bos, zelfstandig adviseur, en Sandra Konijn, ministerie IenW, over advies gebiedsagenda IJsselmeergebied

De zoetwatervoorziener van het noorden, onze dertiende provincie, het blauwe hart van Nederland, oftewel: het IJsselmeergebied. Vanuit de Agenda IJsselmeergebied en het Deltaprogramma werken rijk, provincies, waterschappen en gemeenten samen met maatschappelijke organisaties aan (de toekomst van) het IJsselmeergebied. Een samenwerking die antwoord probeert te geven op vragen als: hoe kunnen we zo’n prachtig systeem, met al zijn functionaliteiten, zo goed mogelijk bewaren en ontwikkelen? Hoe gaan we er zuinig mee om? Het zijn vragen waar Sandra Konijn, ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en Herbert Bos, zelfstandig adviseur, zich over buigen.

Sandra vertelt over de verschillende opgaven in het gebied en de noodzaak om keuzes te maken op het schaalniveau van het IJsselmeergebied. Herbert Bos kan wel uren praten over dit uiterst belangrijke, en volgens hem ook ondergewaardeerde, stuk Nederland.

Hij gaf een onafhankelijk advies over de samenwerking, aanpak en organisatie in het IJsselmeergebied. Een advies met concrete vervolgstappen, passend bij alle opgaven en uitdagingen: ‘Het is tijd dat we het blauwe hart een stem geven. Soms word ik er een beetje poëtisch van, hoor,’ verontschuldigt Herbert zich, als hij over de schoonheid van het gebied praat. ‘Veel mensen weten niet hoe belangrijk die grote blauwe vlakte is,’ vertelt hij. ‘Het is nog een relatief jong stukje Nederland, dus we moeten er ook nog mee leren omgaan. We ontdekken eigenlijk nu pas zijn functionaliteiten, zijn waarden en zijn krachten. Dat brengt ook veel verantwoordelijkheid met zich mee.’ 

‘Destijds dachten we nog: tot 2050 zitten we wel goed.’

Recente deltabeslissingen herzien

Drinkwatervoorziening is dan nog maar een klein onderdeel van die functionaliteiten van het gebied. Het gaat om de gehele watervoorziening van de bovenste helft van Nederland, die onder druk staat; water voor de landbouw, voor de industrie en ook voor de natuurgebieden. ‘De droge zomers van de afgelopen vijf jaar hebben ons geleerd hoe kostbaar en kwetsbaar het IJsselmeergebied eigenlijk is’, vertelt Sandra. ‘Klimaatverandering gaat gewoon écht sneller dan we tien jaar geleden nog dachten. Dat betekent ook dat we de deltabeslissingen van een decennium terug, inclusief het flexibel peilbeheer, mogelijk nu al moeten herzien. Terwijl we destijds nog dachten: tot 2050 zitten we wel goed.’

Signaleringspost en kwartiermaker

Sandra Konijn signaleerde dat verschillende opgaven op het gebied van natuur, water, energie, recreatie, landschap en scheepvaart met elkaar schuren. Dit vraagt om meer regie vanuit het Bestuurlijk platform IJsselmeergebied.  ‘Vanuit I&W zijn we samen met vier provincies de aanstichters van de agenda geweest. En hoewel we mooie stappen hebben gezet samen met andere departementen, lokale overheden en belangenpartijen, merkten we dat er meer nodig was om verder te komen. Wat gaan we nu wel en niet doen in het IJsselmeergebied? Hoe kunnen we de samenwerking tussen alle partijen en betrokkenen verbeteren? De ‘watermensen’ en ‘ruimtemensen’ beter met elkaar verbinden? En hoe kunnen we écht die concrete vervolgstappen zetten om de toekomst van het IJsselmeergebied te waarborgen? Daar hadden we een onafhankelijke adviseur voor nodig’. Dat werd Herbert.

Het grootste stakeholderproces van Nederland

In zijn advies wijkt Herbert inhoudelijk niet af van de benoemde waarden en functies van het IJsselmeergebied, maar benadrukt en versterkt de punten juist. En het allerbelangrijkste, volgens Herbert? ‘We moeten vanuit het bestuurlijk platform IJsselmeer heel goed scherp krijgen wat nu precies onze gezamenlijke verantwoordelijkheid is en hoe dat doorwerkt naar onze eigen organisaties. Hiervoor ben ik met onder andere Sandra aan tafel gaan zitten. Om de gezamenlijke opdracht helder te definiëren.’ De focus van die opdracht ligt op het ook voor de toekomst borgen en versterken van de hoogwaterbescherming, zoetwaterbeschikbaarheid, het ecologisch systeem, de economische ontwikkeling en landschappelijke kwaliteit. ‘Dit moeten we gezamenlijk met elkaar oppakken.’

‘Ruimtemensen en watermensen zijn echt twee verschillende bloedgroepen.’

Ruimtemensen en watermensen

Het gaat er volgens Herbert om hoe we ons watersysteem nú inrichten en gebruiken, en waar we ruimtelijke ontwikkelingen wel of misschien juist niet moeten uitvoeren. Daarbij kan hij de nadruk niet vaak genoeg op het woord ‘samen’ leggen. Samen het gesprek aangaan, met iedereens kunde en kennis: ruimtelijke ordening, planvormers, waterdeskundigenbestuurders, beleidsadviseurs, maatschappelijke partners, enzovoort. ‘Het is het grootste stakeholderproces van Nederland’. Want die kunde en kennis is er, maar zowel Sandra als Herbert zijn het erover eens dat ruimtemensen en watermensen echt twee verschillende ‘bloedgroepen’ zijn. ‘Je zou kunnen zeggen dat ruimtemensen altijd praten in plaatjes en schetsen met pijlen en verbeeldingen, terwijl watermensen over techniek, peilen en kuubs praten. Die twee bij elkaar brengen, kost wat moeite’, vertelt Herbert (zelf van origine watermens) lachend. 

Maar de noodzaak is er zeker. Sandra: ‘We moeten echt verstandig zijn in de ruimtelijke ordening, door te zorgen dat bij de keuzes en inrichting rekening wordt gehouden met klimaatverandering. We hebben meer ruimte nodig voor ecologie en waterkwaliteit, voor waterberging en voor onze zoetwatervoorraad. Dus vooral niet ‘afknabbelen’ van de meren.’ De door Deltares uitgevoerde watersysteemverkenning geeft inzicht in die belangrijke zoetwater-, veiligheids- en ecologische functies. En hoe deze zich tot elkaar en tot ruimtelijke ontwikkelingen verhouden.

Verdere deeladviezen van Herbert zijn: creëer een goede samenwerkingscultuur en maak goede kennisdeling mogelijk. Organiseer ambtelijk en bestuurlijk leiderschap. Zorg ervoor dat er echt iemand als ambassadeur voor het IJsselmeergebied gaat staan en geef op een goede manier het blauwe hart een stem. ‘Een oproep vanuit mijn hart’, zegt hij terugkijkend.

De hand naar elkaar uitreiken

Maar hoe vertaalt die oproep zich nu verder naar de toekomst? ‘We zijn nu hard bezig met al die, niet meer zo vrijblijvende, goede bedoelingen om te zetten in langjarige afspraken’, zegt Herbert. Een niet zo poëtische stap, volgens hem, maar wel een heel belangrijke. Voor zo’n cruciaal gebied als het IJsselmeergebied is het noodzakelijk om ons meerjarig met elkaar te verbinden. Zodat we samen de tijd en ruimte krijgen om het goede te doen. 

‘Het gevoel voor het systeem, daar gaat het om. En dat we dat mét elkaar nog meer doorleven.’

‘We zijn samen bezig met een ruimtelijke verkenning waarin we op een hele mooie manier een methodiek ontwikkelen om elkaar op een effectieve manier te adviseren. Over hoe we zuinig om kunnen gaan met het gebied.’ Daarnaast werken we met een IJ-team dat werkt aan de ruimtelijke kwaliteit van initiatieven in het gebied. En het Deltaprogramma IJsselmeergebied bereidt de keuzes voor die nodig zijn om de zoetwaterbeschikbaarheid ook voor de toekomstige generaties te borgen. Een enorme zoektocht die veel energie oplevert bij verschillende stakeholders: ‘Je ziet langzaam dat al die verschillende eilandjes aan overheden en partijen, met ieder zijn eigen mandaat, zoiets hebben van: we reiken de hand naar elkaar uit. En dat is mooi om te zien.’ 

Ook nu, na de provinciale- en waterschapsverkiezingen vindt Herbert het een uitdaging om weer een nieuwe club mensen mee te krijgen in het verhaal. Om ze te raken, te enthousiasmeren, de urgentie door te laten dringen, maar ook zéker de schoonheid van het gebied over te brengen. Zijn advies is, naar Herberts eigen zeggen, eigenlijk maar ondergeschikt; het is een aanleiding. ‘Het gevoel voor het systeem en het toekomstperspectief, daar gaat het om. En dat we dat, mét elkaar, nog meer doorleven.’