Foto De Primaire Waterkering van Terschelling, die bescherming biedt aan de bewoners van het eiland. Bron: Rijksoverheid IenW
Werken aan duurzame oplossingen voor de toekomst
Een stijgende zeespiegel en een dalend grondwaterpeil, de stikstofcrisis en het landbouwbeleid, wateroverlast of juist enorme droogte. Het zijn de grote problemen waar beleidsmakers dagelijks een oplossing voor proberen te zoeken. En hoewel de huidige situatie vraagt om snelle oplossingen, zijn het juist de toekomstperspectieven die de grootste uitdaging vormen. Hoe kunnen we, met de urgentie van nu, werken aan duurzame oplossingen en rekening houden met toekomstige generaties? Een gesprek met Stefan Kuks, watergraaf van waterschap Vechtstromen, en voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging Aniek Moonen.
Aniek Moonen is 25 jaar oud en (scheidend) voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging. Als voorzitter van de Jonge Klimaatbeweging vertegenwoordigt ze meer dan 1.000.000 Nederlandse jongeren in het politieke klimaatdebat. Haar expertise ligt bij thema's als klimaatrechtvaardigheid en brede welvaart. Moonen doet momenteel een masteropleiding in Global Business and Sustainability aan de Erasmus Universiteit. Daarnaast is ze onderdeel van het onafhankelijke Expertteam voor het Energiesysteem in 2050 in opdracht van minister Jetten.
Stefan Kuks is watergraaf van waterschap Vechtstromen. Daarnaast is hij voorzitter van de stuurgroep Ruimtelijke Adaptatie en hoogleraar bestuurskunde aan de Universiteit Twente.
Langetermijnvisies voor klimaat en water
Sinds haar oprichting in 2016 vertegenwoordigt de Jonge Klimaatbeweging, een organisatie die zo’n één miljoen jongeren vertegenwoordigt, de stem van jongeren in het klimaatdebat. Dat was hard nodig, volgens Moonen, want die stem werd nog veel te weinig gehoord. ‘Via onze Jonge Klimaatagenda vertellen we onze visie over hoe Nederland er in 2040 uit zou moeten zien. In aanloop naar de Waterconferentie van de VN in New York, richtten we ons de afgelopen tijd ook specifiek op water. Hieruit kwam de Jonge Watervisie voort, die we afgelopen maart lanceerden als toevoeging aan de Jonge Klimaatagenda.’
Als watergraaf – de voorzitter van een waterschap – werkt Stefan Kuks constant met langetermijnvisies, richting het jaar 2050 of zelfs 2100. Een waterschap is volgens hem dé plek waar je de verbinding van korte naar lange termijn kan maken. ‘Het is goed om aandacht te vragen voor de langetermijnproblematiek, bijvoorbeeld door middel van een manifest’, zo stelt hij. ‘Maar dan moeten vervolgens wel de handen uit de mouwen gestoken worden in alle regio’s. Het waterschap is een goed voorbeeld van een regionale organisatie die dat nu al doet.’ Moonen sluit zich hier volledig bij aan, en voegt hier nog aan toe dat besef van de invloedssfeer en de bekendheid van de waterschappen steeds groter wordt onder jongeren. Ook waardeert ze dat watergraven en dijkgraven regelmatig de visie van de Jonge Klimaatbeweging ondersteunen, bijvoorbeeld door berichten te delen op Twitter. ‘Ik denk dat we heel dicht bij elkaar staan qua langetermijnvisie’, constateert Kuks.
Een hogere verzekeringspremie voor klimaatrobuuste oplossingen
Kuks voegt daar wel meteen aan toe ‘dat het spannend wordt als je die visie ook wil vertalen naar concrete beslissingen die geld kosten’. Er moeten bijvoorbeeld 900.000 woningen worden gebouwd binnen tien jaar en op kwetsbare plekken is het aanzienlijk duurder om klimaatrobuust te bouwen. Kuks onderstreept hierbij dat het belangrijk is om lessen te trekken uit het verleden. ‘Je ziet dat we op vele plekken in Nederland op laag gelegen plaatsen gebouwd hebben, in gebieden waar – voor woningbouw of landbouw – de waterstanden laag moesten blijven en water moest worden afgevoerd. En dat terwijl we juist meer water moeten vasthouden en bergen’. Ook Moonen onderstreept de noodzaak om water vast te houden en droogte te bestrijden, en wijst hierbij op de drinkwaterproblematiek.
De problemen zijn dus helder, maar in de aanpak wringt het vaak tussen oplossingen voor de korte en de lange termijn. Moonen ziet een terugkerend patroon: ‘Het loont nog steeds heel erg om te investeren in kortetermijnmaatregelen, die op de lange termijn niet zozeer iets toevoegen aan de maatschappij.’ Dit komt bijvoorbeeld doordat hoge belastingen en hoge investeringskosten langetermijninvesteringen minder aantrekkelijk maken. Kuks beargumenteert echter dat juist deze investeringen de moeite waard kunnen zijn. 'Het is een verzekeringspremie richting de toekomst. Dat maakt het lastig om er op dit moment de juiste waarde aan toe te kennen, maar later heb je er veel baat bij. Net zoals je maandelijks moet afdragen als 20-plusser, om over een kleine 50 jaar van je pensioen te kunnen genieten.'
Grotere plannen voor een stip op de horizon
Wat op dit moment mist is een groter beleids- en ontwikkelplan op nationale schaal. Kuks legt dit uit aan de hand van de watertoets, die elke keer maar een klein stukje ruimtelijke ontwikkeling toetst, en niet het debat op grote schaal onderzoekt. Ook hier verwijst hij naar het voorbeeld van woningbouw. Kuks: ‘Als we er één of twee miljoen woningen bij moeten bouwen, laat je het dan over aan het vrije spel en de krachten van elke gemeente? Of gaan we echt een discussie voeren over de ontwikkeling van de groeikernen in Nederland?’
Moonen valt hem hierin bij, en observeert dat ‘zowel overheidspartijen als private partijen er tegenaan lopen dat we zo’n verhaal niet hebben’. Toch blijft ze positief, op basis van haar ervaringen met de Jonge Klimaatagenda. ‘Wij hebben als jonge generatie een voorzet gedaan voor zo’n plan voor Nederland’, vertelt Moonen met gepaste trots. ‘Dat is een bewijs dat partijen met verschillende belangen en perspectieven het met elkaar eens kunnen worden over de stip op de horizon.’
Generatietoetsen en verbinding met de economie
De ervaringen van de Jonge Klimaatbeweging geven volgens Moonen dus reden tot optimisme. Ze draagt ook een concrete oplossing aan om korte- en langetermijnbelangen belangen beter in balans te brengen: ‘We hebben heel hard gepleit voor een generatietoets op nationaal niveau, die is voor klimaatmitigatie inmiddels ook in het coalitieakkoord opgenomen. Deze toets is bedoeld om langetermijngevolgen van beleid beter in kaart te brengen. Zo kun je deze beter afwegen tegen de kortetermijnbelangen. We hopen ook dat zo’n toets ambtenaren traint om over die lange termijn na te denken, zodat die ook meer mee gaat tellen.’ Kuks vindt dit een interessant instrument ‘waar we echt mee aan de slag moeten’. Daarnaast pleit hij voor een bredere verbinding van klimaatvisies met de economie. ‘We moeten met modellen aan de slag die de verbinding tussen klimaat en economie heel sterk maken en een nieuw economisch perspectief bieden. Dan wordt het een krachtig verhaal.’
Moonen observeert in het algemeen dat, naast de generatietoets, het toevoegen van jonge mensen aan dit soort discussies heel erg kan helpen. Om vastgeroeste principes meer los te laten en onderwerpen uit de taboesfeer te trekken. ‘Die toekomstscenario’s zijn niet alleen maar ellende. We kunnen nu echt de kans grijpen om een schonere, socialere en groenere samenleving op te bouwen. Maar dan moet je dat enthousiasme en die creativiteit van die jongere generaties wel omarmen, juist aan de beleidstafels waar de grote beslissingen worden gemaakt.’