Foto Droge grond bij een nevengeul langs de Maas bij Alem. Beeld: Tineke Dijkstra

Waar lopen de deelnemers van Regionale Droogte Overleggen tegenaan? Jochem van der Ham en Wouter Quist vertellen erover.

Voor wie deze zomer buiten doorbracht, voelde 2025 als een cadeautje: lange zonnige dagen, nauwelijks een wolkje aan de lucht en oplopende temperaturen. Ideaal voor recreatie, maar achter de schermen werd de droogtesituatie door waterbeheerders met zorg gevolgd. De droogte bouwde zich al vroeg in het jaar op. Het voorjaar begon met een extreem droge maand maart, en ook april en mei waren droog. In delen van het land liep het neerslagtekort op tot waarden die doen denken aan de recordjaren 1976 en 2018.

Jochem van der Ham
Jochem van der Ham. Beeld: privé
Wouter Quist
Wouter Quist. Beeld: privé

In landelijke en Regionale Droogte Overleggen (RDO) daar zitten meerdere partijen in zoals, Rijkswaterstaat, de provincie en waterschappen - wordt wekelijks beoordeeld of aanvullende maatregelen nodig zijn. Opschaling betekent dat een RDO actief wordt en in overleg treedt. Zij overleggen samen welke maatregelen nodig en geschikt zijn: ze signaleren de situatie en nemen samen beslissingen. Voor de meeste regio’s bleef opschaling met aanvullende maatregelen uit, maar in de regio’s waar Wouter en Jochem actief zijn – RDO Zuid-West en RDO West-Midden – werd wél opgeschaald naar niveau 1: dreigende watertekorten.

Jochem van der Ham is al ruim vijf jaar werkzaam bij West-Nederland Zuid als rivierkundig adviseur. Daarnaast vervult hij de rol van secretaris binnen het RDO West-Midden.

Wouter Quist is adviseur waterkwaliteit, ecologie en zoetwater bij Rijkswaterstaat. Daarnaast is hij voorzitter van het RDO Zuid-West. 
 

RDO West-Midden

Jochem van der Ham geeft aan dat het in hun regio heel bepalend is dat zij een open verbinding hebben met de zee. Dit maakt dat zout zeewater in droge periodes naar binnen kan stromen, waardoor het oppervlaktewater zouter wordt – dit heet verzilting. Daarom zien ze regelmatig dat hun RDO als eerste is opgeschaald. Meestal schalen zij op om verzilting te beperken, zo ook deze zomer. De belangrijkste beheersmaatregel die zij daarbij treffen is het inlaten van extra zoet water uit de rivieren, zodat het zoute water wordt teruggedrongen en er voldoende zoet water beschikbaar blijft voor landbouw en natuur.

Jochem: ‘Op 15 april waren we al opgeschaald. Zo vroeg hadden we nog niet eerder meegemaakt.’ Gelukkig daalde het zoutgehalte in de loop van het voorjaar: de afvoer van de Rijn nam toe en in mei viel er neerslag, waardoor op 8 mei kon worden afgeschaald. Op 23 juni moest er echter opnieuw worden opgeschaald. Al met al viel het deze zomer mee en waren de beheersmaatregelen goed uitvoerbaar. Maar dat de droogte zich al in maart begon op te bouwen, maakte het wel spannend. ‘Dan ben je behoorlijk kwetsbaar; zonder buffer zijn je sturingsopties beperkt’, aldus Jochem.

Welke maatregelen zijn mede door financiering van het Deltaprogramma in jouw regio genomen? 

Jochem: ‘Voor deze regio gaat het dan met name om de Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) en Slim Watermanagement.’ De KWA helpt de waterschappen aan de kust (Delfland en Rijnland), die minder kunnen inlaten als het zout een stukje naar binnen komt. ‘Je merkt dat de KWA steeds vaker wordt gebruikt,’ aldus Jochem. ‘Toen ik de rol overnam van mijn voorganger, zei hij nog dat het inzetten van de KWA nooit voorkwam. Nu heb ik het al twee keer meegemaakt!’

De Klimaatbestendige Wateraanvoer (KWA) is een stelsel van stuwen, watergangen en gemalen dat in droge tijden zoetwater aanvoert vanuit de Lek en het Amsterdam-Rijnkanaal naar West-Nederland. Als de reguliere waterinlaat beperkt wordt door verzilting of lage rivierafvoeren, treed de KWA in werking. Omdat langdurige droogte door klimaatverandering steeds vaker voorkomt, is het systeem de afgelopen jaren flink uitgebreid. In plaats van 7 m³ per seconde kan er nu 15 m³ per seconde worden aangevoerd – bijna twee zwembaden per minuut. 

Wat is voor jullie gebied de grootste uitdaging om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn, en wat is daarvoor nodig?

Jochem: ‘We moeten er rekening mee houden dat het inzetten van de KWA vaker gaat gebeuren. Daarnaast denk ik dat we moeten nadenken over hoe we Nederland gaan inrichten als we nieuwe dingen willen, zoals inlaten en drinkwaterpunten. Is het wel zo handig om dat zo dicht bij de zee te doen? Dat soort vragen moeten wij onszelf gaan stellen.’ 
 

‘Voorafgaand aan het seizoen had ik niet verwacht dat we gingen opschalen, ongeacht de situatie'

RDO Zuid-West

Wouter Quist maakte voor zichzelf aan de voorkant van het seizoen de balans op om een inschatting te maken voor wat zijn RDO te wachten stond: ‘Voorafgaand aan het seizoen had ik niet verwacht dat we gingen opschalen, ongeacht de situatie. In het Volkerak-Zoommeer zat genoeg aanvoer.’ 
Begin juli werd in de provincie Noord-Brabant, in de buurt van Dinteloord, gemeten dat het water een temperatuur van 26 graden had. Als water zo warm wordt, is er een grote kans dat blauwalg ontstaat. Blauwalg is een bacterie die in warm en stilstaand water snel kan groeien. Bij blauwalg verslechtert de waterkwaliteit en kan het water niet meer worden gebruikt, waardoor zoetwatertekorten kunnen ontstaan.

Om problemen te voorkomen, is het peil (de hoogte van het water) in het Volkerak-Zoommeer omlaag gebracht. Zo ontstaat een verhanglijn: het water gaat stromen en spoelt sneller weg. Dit blijft wel een balansoefening, want het peil mag niet te laag worden gezet, anders kan op Goeree-Overflakkee geen water meer worden ingelaten.

Welke maatregelen zijn mede door financiering van het Deltaprogramma in jouw regio genomen? En wat is de impact daarvan?

Het Deltaprogramma heeft onder andere slim watermanagement geïntroduceerd. Wouter: ‘Slim Watermanagement heeft hier een positieve impact. Voorheen kwam je even bij elkaar, was het touwtrekken, nu weet je meteen: jullie willen dat, dan moeten we kijken naar die partij. Dat gaat heel soepel en vriendelijk. Slim Watermanagement heeft daar veel begrip in gebracht.’ 

Slim Watermanagement richt zich op het gezamenlijk optimaliseren van het waterbeheer in Nederland. Slim Watermanagement brengt de waterbeheerders een stap verder met beheergrensoverschrijdend waterbeheer. Met als doel het langer uitstellen en beperken van wateroverlast of watertekort, energiezuiniger waterbeheer (tegen elkaar in pompen voorkomen) en het gunstig beïnvloeden van de waterkwaliteit (zoals verzilting en temperatuur). Het moment waarop regulier waterbeheer overgaat in crisismanagement is met Slim Watermanagement uit te stellen. 

Wat is voor jullie gebied de grootste uitdaging om in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te zijn, en wat is daarvoor nodig?

Wouter: ‘Voor deze regio verwachten we tot 2070 geen zoetwatertekort. De grootste bedreiging blijft blauwalg. De aanpak van dit waterkwaliteitsprobleem ligt vooral buiten het Deltaprogramma Zoetwater. Het vraagt maatregelen die gericht zijn op het terugdringen van nutriënten in het watersysteem. Kijken we verder naar ná 2070, dan verwachten we een zeespiegelstijging van 50 centimeter of meer, en wordt het lastig om het Volkerak-Zoommeer zoet te houden.’