Foto DIKA-project. Beeld: Slangen+Koenis ArchitectenDMOO
Samen kom je verder, zo bewijst de woningbouwontwikkeling langs de Lek bij Schoonhoven op het buitendijkse terrein van de voormalige DIKA-fabriek. Dit project leek tien jaar geleden onmogelijk, maar is dankzij intensieve samenwerking gelukt. Het DIKA-project is daarom ook als voorbeeldproject opgenomen in het Deltaprogramma 2026. Projectontwikkelaar Jorrit Hachmer en wethouder Ria Boere delen hun ervaringen.


Jorrit Hachmer is directeur van Hedis Project BV en sinds 2015 betrokken bij het project. Als ontwikkelaar speelde hij een sleutelrol bij de realisatie van het DIKA-project (zie kader).
Ria Boere is twintig jaar wethouder van de gemeente Krimpenerwaard en was tot 2022 lid van het gebiedsoverleg Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Zij is ook vanaf het begin betrokken bij het project, sinds 2022 als wethouder ruimtelijke ordening.
Toen in 2015 bekend werd dat de eigenaar van het DIKA-terrein de grond wilde verkopen, zag projectontwikkelaar Jorrit Hachmer direct kansen voor woningbouw. 'Maar de gemeente zei: dat wordt een uitdaging met de beperkingen van Rijkswaterstaat voor buitendijkse locaties.' Toch zette Hachmer door. Hij verdiepte zich in de doelen en achterliggende redenen van de beperkingen. Wat willen ze eigenlijk beschermen? En hoe zou het wél kunnen? 'Wat bleek: door de voormalige fabriek te slopen kwam er juist ruimte voor de rivier.'
Wonen aan de Lek, met oog voor waterveiligheid
Op de buitendijkse locatie van de voormalige DIKA-fabriek in Schoonhoven verrijst een klimaatbestendig woongebied. Hier worden 81 woningen voor starters, gezinnen en senioren gebouwd, verdeeld over drie woontorens. De woontorens liggen boven dijkniveau en worden verbonden door een dek dat ook het dak vormt van de parkeerlaag. Op het dek komt een tuin die een mooi verblijfsgebied is en voor waterbuffering voor overtollig regenwater zorgt. Onder het dijkniveau (op maaiveldniveau) bevinden zich alleen bergingen, entrees en parkeerplaatsen, maar de ingangen hiervan zijn volledig waterdicht af te sluiten. De transformator is verplaatst naar dijkniveau en er is een hoogwaterprotocol. De openbare ruimte wordt vergroend en ingericht met klimaatadaptieve maatregelen. De woningen worden naar verwachting eind 2025 opgeleverd, het park volgt begin 2026.
Eromheen werken
In de planvorming hebben diverse partijen nauw samengewerkt: de gemeente Krimpenerwaard, Rijkswaterstaat, de projectontwikkelaar en de hoogheemraadschappen van Schieland en de Krimpenerwaard en Stichtse Rijnlanden. Het terrein ligt namelijk precies op het grensgebied tussen beide waterschappen. 'De samenwerking was best complex met soms tegenstrijdige belangen', vertelt Hachmer. Bijvoorbeeld over het maaiveld: de bovenkant van de grond rondom de dijk. 'Rijkswaterstaat wilde graag een lager maaiveld want dat geeft meer ruimte voor waterafvoer en waterberging. Maar de waterschappen hadden juist belang bij een hoger maaiveld, omdat de dijk dan eerder voldoet aan de veiligheidsnorm. En volgens het ene waterschap moesten we zeven meter afstand houden van de dijk, volgens het andere zestig meter. Die verschillen hadden weliswaar een uitlegbare reden, maar je moet ze wel accepteren en er vervolgens omheen werken.'
Ook Ria Boere vond het werken met twee waterschappen een grote uitdaging. 'Zij hadden echt verschillende uitgangspunten. Maar door elkaars doelen serieus te nemen en steeds te zoeken naar maatwerkoplossingen ontstond ruimte.'

Waterveiligheid was vanaf het begin een belangrijk uitgangspunt. Alle woonlagen liggen boven dijkniveau, op een dek (zie ook kader Wonen aan de Lek). Een klimaatadaptieve inrichting komt op het conto van de gemeente. Boere: ‘Eén parkeerterrein wordt omgevormd tot een park met wandelroutes, het andere parkeerterrein wordt vergroend met grasbetontegels en meer bomen.’
‘Hittestress, klimaatadaptatie, mooi wonen: het komt allemaal samen in dit project’
Pareltje van Schoonhoven
‘Buiten onze eigen postzegel is het een heel gebiedsplan geworden’, zegt Hachmer trots. ‘En dat levert een prachtig visitekaartje op voor de stad als je aankomt met het pontje.’ Boere noemt het “een pareltje in Schoonhoven”. ‘Ik ben echt trots op de architect en de initiatiefnemers. Ze hebben met zoveel zaken rekening gehouden. Hittestress, klimaatadaptatie, mooi wonen, het komt allemaal samen in dit project. Dat het project is opgenomen in het Deltaprogramma zie ik echt als een kers op de taart. Een bevestiging van waar het Deltaprogramma om draait: samenwerken met alle partijen, vanuit gezamenlijke doelen.’
Maatwerk nodig
Met de recent aangescherpte Beleidslijn grote rivieren (zie kader) worden dit soort buitendijkse ontwikkelingen echter aanzienlijk lastiger, maatwerk is alleen nog mogelijk voor projecten die zijn opgenomen in de overgangsbepaling. Wat betekent dat voor gemeenten en ontwikkelaars in het rivierengebied? Hachmer ziet de aanscherping als een gegeven: ‘Dat is dan zo. Je hebt in elk gebied wel te maken met beperkingen. Het betekent dat je met nóg slimmere oplossingen moet komen.’
‘Blijf naar die lokale kansen kijken’
Boere: 'Dit gaat ons zeker raken als gemeente die ingeklemd ligt tussen de Hollandse IJssel en de Lek. We hebben hier best wat kansrijke, hoger gelegen buitendijkse gebieden, maar die worden uitgesloten met een generieke maatregel. Terwijl het met maatwerk en samenwerking wel mogelijk is, zo laat het DIKA-project zien. Mijn oproep is daarom om naar die lokale kansen te blijven kijken. Maatwerk is echt de oplossing voor alle complexe opgaven, zoals hittestress, klimaatadaptatie, woningnood en stikstof.'
Samen kwaliteit toevoegen
Als uitsmijter delen ze beiden nog een tip. Hachmer: ‘Zorg dat je niet alleen het mooiste, maar ook het best doordachte plan hebt. Een plan dat iets toevoegt aan de omgeving qua uitstraling en kwaliteit.’ Boere: ‘Bekijk het integraal, want afzonderlijk red je het niet. Je kunt zo makkelijk aapjes op elkaars schouders leggen, maar dan kom je niet verder. Ga aan een ronde tafel zitten en kijk met elkaar naar positieve oplossingen. Hoe kan het wél? En moet je zien wat voor moois je dan samen kunt bereiken.’
Beleidslijn grote rivieren aangescherpt
Een buitendijkse woningontwikkeling zoals het DIKA-project wordt in de toekomst lastiger nu de Beleidslijn grote rivieren (Bgr) per 1 februari 2025 is aangescherpt. De grote rivieren in Nederland hebben ruimte nodig om water veilig af te voeren en op te vangen, zeker nu extreme neerslag door klimaatverandering steeds vaker voorkomt (zie ook kader Tijdig anticiperen). Om onnodige schade voor bewoners en bedrijven te voorkomen, zijn daarom de regels aangescherpt. Voor alle gebieden in het rivierbed waarvoor een omgevingsvergunning water nodig is, geldt voortaan het principe ‘nee, tenzij’. Wat betekent dit?
- Voor ongeveer 90% van het rivierbed gelden vanaf nu strengere eisen. Nieuwe grootschalige ontwikkelingen zoals woningbouw of vakantieparken zijn in principe niet meer toegestaan.
- Er geldt een overgangsbepaling, bijvoorbeeld voor bestaande plannen met een vergunning of voor rijksafspraken. (Zie artikelen 7 tot en met 12 in de Bgr).
- Er blijft ruimte voor zorgvuldig afgewogen ontwikkelingen, zoals riviergebonden activiteiten, agrarische activiteiten en energieprojecten en tijdelijke of kleinschalige ingrepen.
- Daarnaast blijven kleine en tijdelijke en activiteiten mogelijk, zoals bijvoorbeeld sloop en herbouw van bestaande bouwwerken, jaarlijkse evenementen, depots voor dijkversterkingsprojecten.
- Door een 10%-uitbreidingsregeling blijft er bovendien ontwikkelruimte voor bestaande bebouwing. Activiteiten van ‘ondergeschikt belang’ blijven onder voorwaarden ook mogelijk. Denk aan overkappingen en schuilgelegenheden, grondverzet, beplanting, erfafscheidingen, hekwerken en rasters.
- In de locaties buiten het beperkingengebied van Rijkswaterstaat verandert niets. Hier geldt geen vergunningplicht vanuit Rijkswaterstaat, provincies en gemeenten mogen hier beslissen om bijvoorbeeld woningbouw in het rivierbed toe te staan.
Tijdig anticiperen
Veel van de beschikbare ruimte in het rivierbed en langs en op de dijken is in de toekomst onmisbaar voor voldoende bergingscapaciteit en toekomstige versterkingen. Het is noodzakelijk om tijdig te anticiperen op deze ontwikkelingen en nu keuzes te maken die onze delta ook na 2050 veilig en leefbaar houden.
Uit het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en recente deltascenario’s blijkt dat richting 2100 aanzienlijke veranderingen in het riviersysteem worden verwacht:
- Winterpiekafvoeren op de Rijn kunnen met 11% tot 30% toenemen, wat extra ruimte voor berging en afvoer vereist.
- De sluitfrequentie van de Maeslantkering neemt sterk toe: bij +1 meter zeespiegelstijging al meerdere keren per jaar, bij +2 meter potentieel bijna dagelijks. Dit vergroot de kans op samenloop met hoge rivierafvoeren, wat leidt tot hogere waterstanden in het benedenriviersysteem.
- Dijkversterkingen bij 3 meter zeespiegelstijging vragen lokaal soms meer dan 100 meter extra ruimte, waarmee nu al rekening moet worden gehouden in ruimtelijke plannen.
- In de Krimpenerwaard leidt bodemdaling tot verlaging van de effectieve dijkhoogte en tot extra waterveiligheidsopgaven.