Foto Noordelijke Kievitsbuurt, petgaten en legakkers tussen Scheendijk en de Loosdrechtse Plassen. Beeld: © Visit Gooi & Vecht.

Marijke Ruitenbeek werkt als senior beleidsadviseur bij Waternet aan toekomstbestendigheid op het raakvlak tussen water, bodem en ruimte. Dit doet ze veelal op regionaal (water)systeemniveau, in samenwerking met meerdere partijen. Zij is namens waterschap Amstel, Gooi en Vecht vanaf het begin betrokken bij het regionale samenwerkingsproject Toekomstbestendige Heuvelrug Gooi en Vechtstreek. Eerder werkte ze onder andere bij TAUW, (Royal Haskoning)DHV en provincie Noord-Holland. Ze studeerde fysische geografie in Utrecht.
Met de combinatie van het huidige landgebruik, de effecten van klimaatverandering en de toenemende verstedelijking zijn de grenzen van de draagkracht van het water- en bodemsysteem bereikt. Ook in het gebied van de Heuvelrug Gooi en Vechtstreek is daardoor sprake van een complexe en urgente opgave.
Zeven partijen (provincie, waterschap, gemeenten en drinkwaterbedrijven) hebben daarom de handen ineengeslagen en samen met stakeholders uit het gebied een ontwerpend onderzoek uitgevoerd. We hebben met elkaar de werking van het bodem- en watersysteem voor het gebied in kaart gebracht en hebben vervolgens een eerste schets gemaakt van het handelingsperspectief voor de korte-, middellange en lange termijn (2030-2050-2100).
Als je de systeemopgave wilt begrijpen is het belangrijk om ook naar de ontstaansgeschiedenis te kijken. Sinds de ontginning van het gebied is het bodem- en watersysteem sterk veranderd ten behoeve van het landgebruik. Het oorspronkelijke systeem bestaat niet meer, waarbij regenwater infiltreerde in het zandlichaam van de Heuvelrug, vertraagd als kwelwater uitstroomde in de riviervlakte van de Vecht en een doorstroommoeras vormde. Het huidige systeem is versnipperd. Regenwater stroomt vaker oppervlakkig af door verharding. Ontwateringsstructuren en droogmakerijen zorgen voor snelle afvoer van (grond)water. Het systeem is minder goed in staat om variaties in neerslag op te vangen en dus kwetsbaarder geworden voor weersextremen. Met negatieve gevolgen voor natuur, landbouw, stedelijke functies en drinkwatervoorziening. En uiteindelijk dus ook voor de leefbaarheid en ontwikkelmogelijkheden van de Gooi en Vechtstreek.
Het ontwerpend onderzoek Toekomstbestendige Heuvelrug Gooi en Vechtstreek was een eerste stap richting een toekomstbestendig gebied met een duurzame wisselwerking tussen het bodem- enwatersysteem en het landgebruik. Er kwam een duidelijke koers naar voren richting een oplossing: het gebied minder afhankelijk maken van het hoofdwatersysteem en de inrichting en het landgebruik beter afstemmen op de natuurlijke eigenschappen van het bodem- en watersysteem. Bovendien werd de urgentie gevoeld om hier samen werk van te maken, want geen partij kan dit alleen.

Maar daarna werd het lastig. Het starten van een vervolgtraject na het ontwerpend onderzoek was een taai proces. Het bleek spannend en onwennig om een vervolgtraject in te gaan waarbij niet duidelijk is wat het vervolg precies oplevert en wat dat gaat betekenen voor het gebied. Maar het is juist de bedoeling om deze vragen in een gezamenlijk traject te beantwoorden. Met gemotiveerde bestuurders, een bevlogen kernteam en een flinke dosis doorzettingsvermogen kunnen we na twee jaar gelukkig weer verder. Het wordt een gezamenlijk avontuur waarbij verschillende disciplines nodig zijn om tot goede oplossingen te komen.
‘Om je de toekomst anders te kunnen voorstellen dan een voortzetting van het heden, moet je afstand kunnen nemen van de logica van het hier en nu’
De ruime blik die succesvol was tijdens het ontwerpend onderzoek is ook cruciaal tijdens het vervolgtraject. Waarin we verder gaan met het concretiseren van toekomstige opgaven naar handelingsperspectief. Dat gaat beter als je niet wordt gehinderd door de beperkingen van rollen, taken, verantwoordelijkheden, kaders, beleid en wetgeving en alle ‘waarden’ die daarbij horen. Om je de toekomst anders te kunnen voorstellen dan een voortzetting van het heden, moet je afstand kunnen nemen van de logica van het hier en nu.
Net zo belangrijk als de ruime blik is de brede systeembenadering waarbij je bodem, water en landgebruik in samenhang bekijkt. Deze benadering roept soms weerstand op, omdat het daarmee complex en ingewikkeld wordt. De realiteit is dat het ingewikkeld ís en dat de brede systeembenadering nodig is om oplossingen te vinden, om de inrichting en het landgebruik beter af te stemmen op de natuurlijke eigenschappen van het bodem- en watersysteem.
Voorbeeld: als je grondwateroverlast bij woningen op de flank van de Heuvelrug als wateropgave benadert, ga je een drainagesysteem aanleggen. Als je er met een brede systeembenadering naar kijkt, kom je tot het inzicht dat het grondwater waardevol is voor verschillende functies en het robuust functioneren van het systeem in een groter gebied. Daarvoor is het wenselijk om meer water te bergen in de ondergrond, om pieken bij extreme neerslag op te vangen en als voorraad voor droge periodes op te slaan. Dan wordt duidelijk dat je er beter voor kunt kiezen om de woningen waterrobuust te maken. Dit lijkt logisch, maar gebeurt helaas nog veel te weinig.
Als we de brede systeemopgave onder ogen durven zien, komen kansen in zicht om het gebied werkelijk toekomstbestendig in te richten.