Foto Overhandiging van de Deltascenario's 2024 met onder andere minister Mark Harbers en deltacommissaris Co Verdaas. Bron: Nationaal Deltaprogramma

Eind april zijn de nieuwe Deltascenario’s gepresenteerd. Alle vier de scenario’s laten zien dat de wateropgaven flink groter worden. De zoetwatertekorten in de zomer nemen toe, er ontstaat meer wateroverlast door regenbuien en de gevolgen van overstromingen worden groter. Rutger van der Brugge en Renske de Winter van Deltares maakten de scenario’s en werkten daarvoor nauw samen met Saskia van Vuren (Staf deltacommissaris) en Rob Bouman (ministerie van IenW). Ze zijn blij met de fijne samenwerking en een mooi eindresultaat. 

Vier nieuwe Deltascenario’s: knelpunten stapelen zich op

De vier Deltascenario’s laten zien waarmee we tot het eind van deze eeuw rekening moeten houden in het waterbeleid en het ruimtelijk beleid. De wateropgaven worden groter en knelpunten met betrekking tot watertekort, wateroverlast én waterveiligheid stapelen zich op. Dit raakt heel Nederland.

De Deltascenario’s zijn gebaseerd op de nieuwste inzichten van onder meer het KNMI, het Planbureau voor de Leefomgeving, Wageningen Universiteit & Research en Deltares. De scenario’s geven een totaalbeeld van ontwikkelingen die invloed hebben op het waterbeleid. Denk aan klimaatverandering, activiteiten om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen en sociaaleconomische en ruimtelijke ontwikkelingen. Met de kennis uit de Deltascenario’s kunnen de beleidsmakers en uitvoeringsorganisaties aan de slag met een effectieve aanpak om Nederland veilig en leefbaar te houden.

De Deltascenario’s zijn geen menukaart waaruit gekozen kan worden. Het zijn vier mogelijke toekomstbeelden tot 2050 en 2100: wat als het mee zit, wat als het tegen zit, en alles wat er tussenin zit. We moeten met alle vier rekening houden. In alle vier scenario’s worden de zomers droger en de winters natter door klimaatverandering en dat leidt tot grotere uitdagingen. In de scenario’s Warm en Stoom is de klimaatverandering het sterkst. In Vlug en Ruim wordt wereldwijd sterk ingezet op de reductie van broeikasgassen. In Vlug en Stoom groeit de bevolking en in Ruim en Warm is er meer ruimte voor natuur. Ook die ontwikkelingen vragen wat van het waterbeleid. 

Presentatie van de Deltascenario's.
De vier Deltascenario’s laten zien waarmee we tot het eind van deze eeuw rekening moeten houden in het waterbeleid en het ruimtelijk beleid. Het zijn vier mogelijke toekomstbeelden tot 2050 en 2100: wat als het mee zit, wat als het tegen zit, en alles wat er tussenin zit. Bron: Nationaal Deltaprogramma

Hoe kijken jullie terug op presentatie van de nieuwe Deltascenario’s?

‘Het was een mooie bijeenkomst bij Deltares in Delft met de minister en de deltacommissaris. Heel bijzonder om een project om deze manier te lanceren. De minister en de deltacommissaris spraken mooie woorden over het belang van mitigatie en adaptatie. Het vraagt om aanpassingen van ons watersysteem en waterbeheer, en ook om een klimaatrobuuste inrichting van de beschikbare ruimte in Nederland. Het is belangrijk dat dit goed op het netvlies staat.’

Minister Mark Harbers van Infrastructuur en Waterstaat: ‘De Deltascenario’s leveren een waardevolle bijdrage aan de vernieuwing van het Deltaprogramma in 2026 en de besluiten die daarover genomen worden in het Nationaal Waterprogramma van 2027. Doel is om hiermee het land ook in de verdere toekomst veilig en prettig te houden.’

Hoe zijn de nieuwe Deltascenario’s ontvangen?

’De nieuwe Deltascenario’s hebben veel aandacht gekregen. Die aandacht is mooi: de wateropgaven raken immers alle Nederlanders. Burgers en bedrijven kunnen ook bijdragen aan de oplossing. Zowel in het beperken van de CO2-uitstoot als in het verstandig omgaan met water in tijden van droogte. Vanuit de waterwereld hoorden we dat de bevindingen aansluiten bij de dagelijkse praktijk, waarbij diverse wateropgaven elkaar raken en ze samen opgelost moeten worden.’

Beviel de samenwerking op deze manier?

’Jazeker. We hebben echt als team samengewerkt. Deltares heeft het leeuwendeel van het werk gedaan, in een nauwe, constructieve samenwerking met de staf deltacommissaris en het ministerie. De meest recente inzichten van KNMI, Deltares en Wageningen Universiteit vormen een belangrijke basis van de Deltascenario’s. Die partijen zijn daarom ook nauw betrokken geweest.’ 

Waarin verschillen deze scenario’s ten opzichte van de vorige scenario’s uit 2017?

‘Nog meer dan de vorige Deltascenario’s laten deze scenario’s zien dat we te maken krijgen met een stapeling van wateropgaven: én watertekorten én wateroverlast én opgaven voor waterveiligheid. Elk gebied krijgt te maken met een specifieke combinatie van wateropgaven. Op nationale schaal ontstaan er meer met elkaar samenhangende knelpunten die om grotere systeemkeuzes vragen, en ook om goede afstemming met ruimtelijke planontwikkeling. Nog nadrukkelijker dan de vorige keer laten de scenario’s zien dat we te maken krijgen met zoetwatertekorten. We moeten anders omgaan met water en ons voorbereiden op watertekorten.’ 

Zoetwatertekort

Een van de meest urgente opgaven is het beschikbaar houden van zoetwater voor allerlei maatschappelijke functies, zoals landbouw, scheepvaart, natuur, drinkwater, energie en industrie. Het aanbod van zoetwater in de zomerperiode neemt in alle Deltascenario’s af. Dit komt doordat er langere perioden van droogte zijn en er meer water verdampt door toenemende temperaturen. Tekorten ontstaan ook omdat er in de zomer minder water door onze rivieren stroomt en het zoute water steeds verder het land binnendringt. Deze veranderingen worden groter naarmate het klimaat verder verandert. De watervraag neemt daarentegen in alle scenario’s sterk toe. Dat komt onder meer door doorspoeling van watersystemen (verziltingsbestrijding), beregening van landbouwgebieden, uitbreiding van natuurgebieden en een grotere drinkwatervraag. Een nieuwe grote watervragen wordt vernatting van laagveen, om de bodemdaling tegen te gaan en de CO2-uitstoot terug te dringen. De balans raakt verstoord en er zullen vaker watertekorten optreden. Niet alle functies kunnen te allen tijde van voldoende water worden voorzien, wat leidt tot maatschappelijke schade.

Is er ook iets wat mee blijkt te vallen ten opzichte de vorige scenario’s?

‘Aansluitend bij de wereldwijde toezegging om het Parijs-akkoord na te leven, zijn er nu ook twee scenario’s meegenomen waar de klimaatverandering binnen de perken blijft en de temperatuurstijging onder de 2 graden blijft. Als de wereld klimaatneutraal wordt, dan stabiliseren veel wateropgaven tussen 2050 en 2100.’ 

Wat was voor jullie het lastigste in het traject?

‘In de scenario’s worden verschillende toekomstige ontwikkelingen samengebracht. We hebben met het kernteam en de gebruikersgroep uitgebreide discussies gehad hoe die veelheid aan ontwikkelingen omgezet kunnen worden in scenario’s. Inhoudelijke is de regionale differentiatie lastig. In alle regio’s gaat een stapeling van wateropgaven spelen. De wijze van stapeling kan per gebied verschillen. Begrip van de samenhang is belangrijk, want dat is vaak een opmaat naar een oplossing. Die gebiedsspecifieke uitwerking van de stapeling van wateropgaven: daar moeten we verder mee aan de slag.’

Waarom zijn de scenario’s nuttig voor andere partijen die actief zijn in het ruimtelijke domein?

‘In de eerste plaats omdat ruimtelijke ontwikkeling kan bijdragen aan oplossingen voor de wateropgaven. En daarnaast omdat het belangrijk is dat keuzes in de ruimtelijke ontwikkeling de wateropgaven niet nog groter maken. Er zullen de komende decennia grote ruimtelijke keuzes gemaakt moeten worden. Die raken het water, omdat dat zo vervlochten is met allerlei maatschappelijke functies. En andersom om ook. Ingrijpende keuzes in het watersysteem hebben impact op hoe we om moeten gaan met woningbouw, landbouw, natuur en de energietransitie. We zullen de wateropgaven in samenhang met de ruimtelijke opgaven moeten beschouwen.’ 

Deltacommissaris Co Verdaas: ‘De uitdagingen om ons land ook in de toekomst leefbaar te houden, worden steeds groter. We moeten ons land zo gaan inrichten dat we de extremen beter kunnen opvangen. Dat vraagt om keuzes die ingrijpen op onze leefomgeving en de manier waarop we ons land en ons water gebruiken. In de herijking van het Nationaal Deltaprogramma bereiden we de komende jaren die keuzes voor.’

Hoe gaan jullie nu verder?

‘Het klimaatbestendig maken van Nederland vraagt op termijn mogelijk om een aantal potentieel ingrijpende keuzes waarbij ons watersysteem wordt aangepast. In de herijking van het Nationaal Deltaprogramma bereiden we met de waterpartners de komende jaren die keuzes voor. De Deltascenario’s vormen een belangrijk startpunt voor de herijking: wat komt er allemaal op ons af, en welke onderdelen van de Deltabeslissingen en Voorkeurstrategieën moeten we opnieuw tegen het licht houden?’

Waar moeten we als eerste mee aan de slag?

‘Met het toekomstig watertekort. En dus onder meer met de verdeling van zoetwater over Nederland. Als we aan de waterverdeling richting kunnen geven, dan kan elk deelprogramma van het Deltaprogramma op basis daarvan vervolgens eigen plannen uitwerken. 
Daarnaast wordt wateroverlast ook urgenter. Het gaat niet alleen over lokale stortbuien, maar ook het langzaam vollopen van regionale watersystemen in combinatie met beperkingen in de afvoer. We zullen goed moeten kijken naar de uitkomsten van de bovenregionale stresstesten en daar passende strategieën voor ontwikkelen.’

Toenemende wateroverlast

De kans op wateroverlast is in alle scenario’s groter: 's zomers door piekbuien en 's winters door lange perioden met regen. Extreme omstandigheden vallen bovendien vaker samen: intense regen én hoge rivierafvoeren én een hogere zeespiegel, waardoor water niet voldoende kan worden afgevoerd. Zowel in stedelijk als landelijk gebied kan de schade groot zijn. Wateroverlast kan ontwrichtend zijn als wegen niet begaanbaar zijn, ziekenhuizen niet meer bereikbaar zijn of elektriciteit- of communicatienetwerken uitvallen.