Foto De Oosterscheldekering is een waterkering in Nederland, onderdeel van de Deltawerken. Bron: Marcel Kentin
‘We zullen belangrijke keuzes moeten maken voor de toekomst van de Zuidwestelijke Delta. We merken al dagelijks de urgentie door de weersextremen. De nieuwe KNMI-klimaatscenario’s en de Tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging zetten ons extra op scherp. We moeten als regio nu aan de slag met oplossingen.’ Aan het woord: Arno Vael, de nieuwe voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta.
Arno Vael is sinds juli 2023 voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta, waar hij de samenwerking aanjaagt tussen Rijk en regio om een klimaatrobuust en toekomstbestendige delta vorm te geven. Daarnaast is hij als gedeputeerde voor de Provincie Zeeland verantwoordelijk voor de portefeuilles Landbouw, Grondbeleid, Water en Klimaat. Hierbij maakt hij zich hard voor de zoetwaterbeschikbaarheid van Zeeland en het tegengaan van verzilting. Vael heeft een achtergrond als agrarisch ondernemer in Zeeuws-Vlaanderen en slaat met die ervaring de brug tussen beleid en praktijk.
Wat zijn uw eerste indrukken van het samenwerkingsverband Zuidwestelijke Delta?
‘Inmiddels draai ik een aantal maanden mee, en vanuit mijn portefeuille ben ik meteen gestart als voorzitter van het Gebiedsoverleg. De Zuidwestelijke Delta werkt over de grenzen heen van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Holland. Ik vind dat heel goed. Het klimaat en de waterproblematiek stoppen immers niet aan de grenzen, we zitten allemaal in diezelfde delta. De leden van het Gebiedsoverleg hebben naast de vergaderingen ook veel contact. Dat is ook nodig, we staan voor flinke opgaven voor de toekomst. Hoe gaan we om met de weersextremen? Wat moet er effectief nu al gebeuren? Daarover moeten we heel goed nadenken, en we hebben belangrijke keuzes te maken.’
De nieuwe KNMI-klimaatscenario’s en de Tussenbalans van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging geven daar extra urgentie aan. Wat merkt u daar al van?
‘De urgentie merken we elke dag. Nu is het heel nat, terwijl het in het voorjaar te droog is. De urgentie is het eerste merkbaar bij de mensen die afhankelijk zijn van het weer. De landbouw bijvoorbeeld en ook de visserij moeten al dagelijks schakelen door de weersomstandigheden. Een burger zegt na twee weken: “Het regent wel erg veel.” Maar een boer ervaart na twee dagen al problemen, bijvoorbeeld als de machines niet kunnen oogsten doordat het land te nat is. We zien gelukkig wel steeds meer bewustwording bij inwoners en bedrijven. Daar werken we ook hard aan in het kader van klimaatadaptatie. Inwoners bewuster maken hun tuinen te vergroenen. Dat is aangenamer voor jezelf en helpt het water op te vangen. En een boom geeft schaduw en houdt de warmte tegen.
‘We moeten blijven werken aan bewustwording rond het thema klimaat’
De Zuidwestelijke Delta werkt vanuit de hink-stap-sprong-aanpak aan een klimaatrobuuste delta. Dit vergt klimaatbewustzijn, en vooruit durven denken. Hoe kijkt u hier tegenaan?
‘Het klimaatbewustzijn groeit, maar we moeten hier verdere stappen in zetten. Ondernemers kijken nog relatief vaak naar de korte termijn, en hoe ze tot hun pensioen een goede boterham kunnen verdienen. Maar we zullen ook naar de generaties na ons moeten kijken, zodat onze kinderen en kleinkinderen hier nog fijn kunnen wonen en werken. Juist die lange termijn is zo van belang. We moeten blijven werken aan bewustwording rond het thema klimaat.’
Welke opgaven zijn extra urgent voor jullie als provincie?
‘De verzilting is voor Zeeland een groot thema. De grote zeearmen staan in open verbinding met het land, we zijn omgeven door zoutwater. Ook door de periodes met enorme droogte neemt de verzilting toe. Genoeg zoetwater staat voor ons hoog op de agenda en wordt steeds urgenter. Niet alleen voor de landbouw, maar ook voor de natuur en de industrie, en voor onze drinkwatervoorziening. Zoetwater is ook nodig voor elektrificatie, dit is de uitbouw van elektriciteitsopwekking en -distributie, en waterstofproductie. De behoefte aan zoetwater speelt in de hele Zuidwestelijke Delta. Daarvoor zijn concrete oplossingen en maatregelen hard nodig.’
Wat is belangrijk bij het maken van keuzes voor de toekomst?
‘De eerste stap is dat je met elkaar de problemen die op de langere termijn op ons afkomen doorziet en erkent. Dat klinkt eenvoudig, maar daar zijn we nog niet. De volgende stap is te gaan kijken naar die verre toekomst. Waar willen we naartoe, en hoe willen we dat bereiken? Neem de zeespiegelstijging. We kunnen die dijk steeds een stukje extra ophogen en denken: “Nu zijn we weer veilig tegen het water.” Maar hoe hoog willen we dat die dijk wordt? De uitdaging is dat bij veel dossiers ruimte nodig is. Hoe ga je daarmee om als Zuidwestelijke Delta? Hoe zien wij onze regio voor ons straks, en welke keuzes maak je hierin?’
Provincie Zeeland en Zuidwestelijke Delta waren de opdrachtgevers voor de regio Midden-Zeeland bij de Eo Wijers Prijsvraag. Hoe kijkt u aan tegen de opvolging hiervan?
‘Meedoen met de Eo Wijers Prijsvraag helpt ons enorm om na te denken over onze toekomst, welke oplossingen we zien en hoe we alle opgaven met elkaar verbinden. Dit soort denktanks hebben we nodig om de open discussie met elkaar te voeren. Als we met z’n allen een bepaalde richting uit willen, moeten we eerst weten: wat zijn de mogelijkheden om ons aan te passen of ons juist te weren tegen de ontwikkelingen? Bij onze regionale inzendingen zie ik veel creativiteit en spannende denkbeelden. Ze roepen de vraag op: wat wil ik juist wel en wat wil ik juist niet voor de toekomst van onze regio? En dat helpt om toe te werken naar een gezamenlijk gedragen oplossing. Dit is het moment om stappen te zetten, zeker vanuit onze hink-stap-sprong-aanpak. Je hoeft nu niet direct alles volledig om te gooien, maar wel in het achterhoofd houden: welke kant willen we op??’
‘Het mooiste succes is als we samen een eenduidige toekomstrichting bepalen’
Wanneer zijn we als netwerksamenwerking succesvol?
‘Als we overtuigd zijn van het nut en de noodzaak het proces vol in te gaan om onze delta toekomstbestendig te maken. Als alle deelnemers van het samenwerkingsverband enthousiast zijn en mee willen doen, hebben we al succes geboekt. Het mooiste succes is als we samen een eenduidige toekomstrichting bepalen. De eerste stappen hebben we daar absoluut in gezet, en we werken nu volop toe naar een nieuwe Voorkeursstrategie in 2026. Alles gaat nu in de versnelling, ook als je kijkt naar alle onderzoeken, projecten en pilots in onze regio. De onderlinge betrokkenheid en korte lijnen vind ik hierbij enorm van belang. Daar maak ik me als voorzitter hard voor.’