Foto Hoogwater in de rivier de Rijn bij de splitsing waal en Pannerdensch kanaal. Bron: Tineke Dijkstra

Gastcolumn Marlies van der Maarel

We doen veel te weinig ontwerpend onderzoek bij complexe maatschappelijke opgaven waar ruimte mee gemoeid is. Er zijn prijsvraag- en subsidieformules waarvoor toegewijde ontwerpers hard studeren, maar die hebben vaak (te) weinig financiële waardering. Laten we ontwerpend onderzoek een volwassen vaste basisplaats geven naast andere methoden. Deze methode bewijst telkens weer waardevolle resultaten te brengen waar de samenleving om roept. Het richt zich op wezenlijke waarden die verder reiken dan de afgesproken doelen uit klassieke trajecten van beleid en besluitvorming. Van ontwerpend onderzoek met haar vrije denkruimte kunnen we veel leren én profiteren.

Portretfoto Marlies van der Maarel
Marlies van der Maarel. Bron: Lisa Heij

Marlies van der Maarel is als strategisch stedenbouwkundige en planoloog werkzaam voor gemeente Rotterdam. Als opdrachtgevend projectleider heeft zij voor gemeente Rotterdam, provincie Zuid-Holland en Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden leidinggegeven aan de recent afgeronde Eo Wijersprijsvraag regio Rijn-Maasmonding.  

U kent vast ook wel uitkomsten uit trajecten met veel energie, maar ook met te sectorale studie en besluitvorming. De werkelijkheid is vaak complexer dan gedacht. Een aanpak die wél werkt is ontwerpend onderzoek: samen denkrichtingen tekenen. Ik heb dit mogen ervaren met de manier waarop de Eo Wijersprijsvraag in regio Rijn-Maasmonding heeft geleid tot een succesvolle samenwerking. Daarin overbrugden we ‘overheidsgrenzen’, lieten we iedereen met een mening meedoen en keken we – met honderd jaar – vér vooruit. Ook inhoudelijk schuwden we de complexe watergerelateerde vragen niet. De waardevolle nieuwe inzichten en verbanden – waarover u elders in deze editie van Deltanieuws én op de website van de Eo Wijers Stichting meer leest – hielpen te beantwoorden welke waterrijke regio we willen zijn.

Denkruimte oprekken met bont gezelschap 

In beleidstrajecten nemen civiele techneuten, hydrologen of bestuurskundigen veel ruimte in om te komen tot een waterveilig Nederland. En dat is logisch. Maar het zou even logisch moeten zijn om daarbij tafels breed in te richten, met ook planologen, filosofen, ruimtelijk ontwerpers, studenten, enzovoort. En, niet te vergeten: met burgers. Ontwerpend onderzoek is bij uitstek een succesvolle methode om met een brede tafelsetting de complexe integrale vraagstukken aan te pakken. Het telkens opnieuw testen en bespreekbaar maken van getekende denkrichtingen geeft draagvlak in de betrokken groep. Je ziet helder op kaart wat samengaat of waar de schuurpunten met andere belangen liggen.

'Ontwerpend onderzoek ziet er soms vooral uit als een vrolijke exercitie in plaats van een intensieve activiteit die voor invloed zorgt. En dat is niet terecht.'

Uit de bestuurskunde weten we dat organisaties de neiging hebben zich telkens weer te ordenen in de eigen beleidskolom. Zo’n eigen structuur biedt een veilige, herkenbare werkomgeving en de mogelijkheid van het uitdiepen van de eigen kennis met vakgenoten. Maar als we te veel in de eigen silo werken ontstaat schijnveiligheid. Met alleen een waterkundige blik krijgen we immers niet het Nederland waar we naar verlangen. Het aan tafel brengen van een bont én betrokken gezelschap geeft andere blikken en helpt om voorbij te gaan aan blinde vlekken. Het helpt de denkruimte op te rekken en ingewikkelde materie tastbaar en daarmee bespreekbaar te maken. Het helpt ook belangen daadwerkelijk te integreren met slimme oplossingen, waardoor we als samenleving een hoger rendement genieten van de benodigde investeringen. Niet alleen waterveilig, maar gelijktijdig ook aantrekkelijk én er worden andere belangen opgelost!

Ontwerpend onderzoek heeft zich bewezen 

Ontwerpend onderzoek ziet er soms vooral uit als een vrolijke exercitie in plaats van een intensieve activiteit die voor invloed zorgt. En dat is niet terecht. De tekening of het boekje belandt soms in een kast, maar gelukkig blijven kaarten en tekeningen hangen in onze geheugens. Ze helpen bovendien soepel de diverse inbreng samen te brengen tot overkoepelende waarden, iets wat in een beleidsnotitie of rekensom vaak niet lukt. Zo heeft de Eo Wijersprijsvraag ons als regio Rijn-Maasmonding intelligente oplossingen opgeleverd die we anders niet hadden gezien. Daarover meer in het artikel over deze prijsvraag elders in deze editie van Deltanieuws. Eerdere edities leidden onder andere tot de bypass in de rivier de Waal bij Nijmegen (Waalsprong) en stimuleerden de komst van het rijksprogramma Ruimte voor de Rivier en, recenter, de Marker Wadden. 

Chaos toelaten loont 

Water en bodem sturend maken staat inmiddels gelukkig stevig op de nationale agenda. Om deze abstracte thema’s naar het lokale te vertalen helpen (te) strakke beleidsstramienen en structuren niet. Dan gaan nuances die lokaal een rol spelen namelijk vaak verloren. Ontwerpend onderzoek kenmerkt zich door een losse, integrerende benadering: een zoektocht zonder al te dichtgetimmerde procedures en methoden. Ik zou zelfs willen spreken over een zekere chaos in het (ontwerp)proces die loont; chaos die ook ruimte geeft aan maatwerk én het incorporeren van unieke kwaliteiten of gebruiken. Zo was het werkproces van de Eo Wijersformule aan de voorkant alleen in grote lijnen uitgedacht. Dit bood inhoudelijk ruimte om nieuwe kennis te integreren tijdens de speeddatesessies met verschillende partijen. De formule gaf ook ruimte om in te spelen op het momentum om het erover te hebben met elkaar. Zoals in een duwbak in de Maashaven tijdens een publieksconsultatie in het festivalhart van de Rotterdam Architectuur Maand.  

Kortom, beste lezer, beste Deltacommissaris, beste nieuwe minister: ontwerpend onderzoek moet een serieuze vaste plek krijgen in het Deltaprogramma en de ruimtelijke ordening in het algemeen. Op die manier zorgen we voor verrijking en werken we aan gedragen wezenlijke antwoorden voor water en bodem in de komende eeuw in onze regio’s. Zo gaan we een gebalanceerde toekomst tegemoet. Een toekomst waarin we beschermd zijn, willen wonen en werken, onze natuurgebieden sterk zijn en we genoeg zoetwater vinden!