Foto Luchtfoto van Rotterdam. Bron: Siebe Swart
Voorjaar 2023 komt het kabinet met een landelijke maatlat klimaatadaptief bouwen. Hierin staan onder meer concrete prestatiedoelen voor nieuwbouwprojecten. Afspraken in Zuid-Holland zijn een belangrijke inspiratiebron voor deze maatlat, vanwege de grootte van de woningbouwopgave in deze provincie. Hoe lukte het Zuid-Holland om tot een breed gedragen akkoord te komen? Twee hoofdrolspelers van het Convenant Klimaatadaptief Bouwen vertellen over het proces.
Maatlat klimaatadaptief bouwen
In de maatlat klimaatadaptief verduidelijkt het kabinet wat klimaatadaptief bouwen precies is en waar overheden en projectontwikkelaars aan moeten voldoen. In de maatlat staan prestatiedoelen als welke piekbuien een straat of plein moet kunnen opvangen. De afspraken lijken sterk op het Convenant Klimaatadaptief Bouwen in Zuid-Holland. Dit voorjaar komt de maatlat uit.
De grote woningbouwopgave in Zuid-Holland
Het woningtekort in Nederland is groot: we hebben in korte tijd heel veel nieuwe woningen nodig. In Zuid-Holland is die opgave met 250.000 woningen vóór 2030 het grootst. De provincie ligt voor een groot deel onder zeeniveau en is nu al de dichtstbevolkte regio. ‘Door klimaatverandering zagen we de problemen toenemen’, zegt Astrid de Wit van Provincie Zuid-Holland. ‘Denk aan wateroverlast en bodemdaling, maar ook aan extremere hitte. Die problemen leidden tot grote zorgen bij de provincie en ook bij de waterschappen. Er zijn al grote uitdagingen voor de bestaande bebouwing. Dan wil je bij nieuwbouw zoveel mogelijk rekening houden met de gevolgen van klimaatverandering. Zodat de problemen niet nog meer toenemen.’
Bekijk de video over het Convenant Klimaatadaptief Bouwen en de samenwerking hierbinnen.
In gesprek over klimaatadaptief bouwen
Maar hoe bouw je nu eigenlijk klimaatadaptief? Volgens De Wit waren er wel abstracte beleidsteksten die hier iets over zeggen, maar was er geen concreet antwoord. Bovendien is een andere manier van bouwen niet zomaar de norm. De provincie ging daarom het gesprek aan. Niet alleen met gemeenten en waterschappen, maar juist ook met private partijen uit de bouw. De Wit: ‘We vroegen ze: delen jullie onze zorgen en welke mogelijkheden zien jullie om anders te gaan bouwen? En wat belemmert jullie om dit ook echt te doen?’ Zowel publieke als private partijen bleken ongerust te zijn, over vertraging bij nieuwbouw bijvoorbeeld, als ze aanpassingen moeten doen. Ook bleek dat veel partijen niet weten hoeveel klimaatadaptief bouwen kost.
'Alle partijen wilden vanuit hun expertise een bijdrage leveren. Dat maakt het Convenant echt een product van alle betrokkenen.’
Met de bouwsector om tafel
Provincie Zuid-Holland miste een sterk netwerk bij marktpartijen. Daarom schakelde ze adviesbureau &Flux in om de bouwsector aan tafel te krijgen. Het bureau trad op als procesbegeleider bij de totstandkoming van het Convenant en voerde tal van gesprekken met verschillende partijen in de bouwketen. Van projectontwikkelaars tot aannemers. ‘Zij zien allemaal in dat klimaatverandering om een andere manier van bouwen vraagt’, zegt Sander van de Wal van &Flux. ‘Een bouwbedrijf wil mooie dingen maken én huizen opleveren die goed tegen een stootje kunnen.’ Uit de gesprekken bleek ook dat er een groot verschil in kennisniveau is. ‘In feite was iedereen zelf het wiel aan het uitvinden.’
Veel onduidelijkheid
Aanvankelijk bleek dat er tussen bouwers en overheden weinig communicatie is en, daardoor, veel onbegrip. Zo gaven sommige bouwbedrijven aan prima te weten hoe zij klimaatbestendig moeten bouwen, maar gemeenten vragen er in hun ogen vaak helemaal niet om in een aanbesteding. Gemeenten, op hun beurt, stelden dat zij niet weten wat er precies in een aanbesteding moet staan. De Wit: ‘Dit spraken ze niet naar elkaar uit. Daarom is het zo belangrijk dat partijen met elkaar in gesprek gaan.’
'Wat ons betreft is de maatlat straks niet vrijblijvend.'
Gevoel van urgentie
Op de eerste bijeenkomst over klimaatadaptief bouwen in Zuid-Holland kwam een handjevol koplopers opdagen. Maar uiteindelijk ondertekenden vijftig partijen het Convenant. ‘Iedereen ervaarde hetzelfde gevoel van urgentie’, vertelt de Wit. ‘Ook was er een heel constructieve sfeer. Alle partijen wilden vanuit hun expertise een bijdrage leveren. Dat maakt het Convenant echt een product van alle betrokkenen.’
Van der Wal kan zich daarin vinden: ‘Niemand kwam om oeverloos te discussiëren. Alle partijen beloofden om de gemaakte afspraken toe te passen in de praktijk. Overheden leggen de uitgangspunten vast in hun omgevingsvisie of in een handboek openbare ruimte. En bedrijven nemen normen op voor klimaatbestendig bouwen in hun duurzaamheidsparagraaf.’ De Wit benadrukt dat ze, vanuit de provincie, niet wil voorschrijven hoe bedrijven moeten bouwen. ‘Dat zou de creativiteit van de markt in de kiem smoren. Daarom hebben we alleen de presentatiedoelen opgenomen. Een voorbeeld daarvan is dat er bij een bui van 70 millimeter per uur geen schade mag ontstaan.’
Landelijke maatlat
Andere provincies keken nieuwsgierig naar de ontwikkelingen in Zuid-Holland. Noord-Holland en Utrecht maakten vergelijkbare afspraken. In maart 2023 verschijnt de landelijke maatlat klimaatadaptief bouwen. Van der Wal: ‘Deze maatlat lijkt sterk op wat wij in Zuid-Holland hebben neergezet. Ik durf te stellen dat de maatlat zonder het Convenant er in deze vorm niet zou zijn gekomen.’
De opstellers van de landelijke maatlat kwamen langs bij werksessies in Zuid-Holland, om daar inspiratie op te doen. Ook nodigden ze verschillende provincies uit om input te leveren. De Wit: ‘Het verdient echt een compliment hoe nauw wij bij de maatlat zijn betrokken. Wij zijn heel blij dat er nu landelijke afspraken en richtlijnen zijn. Wat ons betreft is de maatlat straks niet vrijblijvend. Tegelijkertijd blijft er veel ruimte voor maatwerk. Dat moet ook, want elke regio kent weer andere uitdagingen en beweegt in een andere context. Daar wil je goed op kunnen inspelen.’