Foto Droge ven natuurgebied Huis ter Heide Noord-Brabant. Bron: Marcela Laguzzi
Aan het woord: Marcela Laguzzi (Zoetwater)
Sinds juni 2022 ben ik manager van het Deltaprogramma Zoetwater (DPZW). Ons doel is Nederland weerbaar te maken tegen droogte in 2050. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want het klimaat verandert sneller dan voorzien. Extreme droogte en lage rivier-afvoeren zoals die van 2018 en 2022 komen steeds vaker voor. En ook de waterbehoefte neemt door hoge temperaturen exponentieel toe. Is onze leefomgeving en leefstijl wendbaar genoeg om met het snel veranderende klimaat mee te gaan? En wat zijn hierin de grootste uitdagingen?
Het DPZW bestaat al meer dan twaalf jaar en is een voorbeeld van samenwerking op regionaal en nationaal niveau. Het huidige programma 2022-2027 streeft ernaar om cruciale functies zo goed als altijd van water te kunnen voorzien. Daarbij proberen we ecologische en economische schade door droogte waar mogelijk te beperken. Dat doen we door landinrichting en activiteiten aan te passen aan de zoetwaterbeschikbaarheid. Door zoveel mogelijk zoetwater vast te houden en het schoon en zoet te houden. Door minder zoetwater te gebruiken en het schaarse water slim te verdelen. En door te leren leven met de gevolgen van lange droogteperiodes die steeds vaker voorkomen.
Het DPZW heeft een prachtig netwerk: zoetwaterregio’s werken samen, vergaren kennis en delen deze met elkaar. De regio’s identificeren, prioriteren en financieren samen de opgaven en maatregelen die daarbij horen. Elke zes jaar realiseren we een set aan maatregelen die bijdraagt aan de weerbaarheid tegen droogte. Ongeveer 40% van de maatregelen die zijn opgenomen in het pakket 2022-2027 draagt ook bij aan de doelen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG). Denk hierbij aan maatregelen voor het bevorderen van beekherstel, het aanpassen van landgebruik aan nieuwe condities en het verbeteren van hydrologische condities voor de natuur en andere gebruikers.De nieuwste inzichten laten zien dat er onvoldoende zoetwater op relatief korte termijn beschikbaar zal zijn voor alle wensen. De snelle klimaatverandering en de grenzen aan de maakbaarheid van Nederland vragen dus om nog scherpere keuzes en transities. Dit zal ook zijn weergave hebben in het volgende maatregelenpakket vanaf 2028.
DPZW is onmisbare schakel voor het NPLG
Men vraagt mij vaak: hoe zit het met het NPLG en het DPZW? Het NPLG streeft naar een vitaal landelijk gebied. Een gebied met gezonde natuur, een robuust watersysteem, lage impact op het klimaat en met perspectief voor duurzame landbouw. Verschillende urgente opgaven zoals stikstof en Kaderrichtlijn Water (KRW) maken dat het landelijk gebied de komende jaren flink moet veranderen. Het succes van deze verandering hangt sterk af van de zoetwaterbeschikbaarheid. Om die reden vormt zoetwaterbeschikbaarheid, en dus het DPZW, een onmisbare schakel in de regionale gebiedsprocessen van het NPLG.
‘De grootste uitdagingen om de weerbaarheid tegen droogte te vergroten, liggen in het grootschalig aanpassen van landgebruik en de manier van bedrijfsvoering in de hoge zandgronden.’
De uitdagingen van het DPZW
De grootste uitdagingen om de weerbaarheid tegen droogte te vergroten, liggen in het grootschalig aanpassen van landgebruik en de manier van bedrijfsvoering in de hoge zandgronden. Deze gronden zijn ooit voorzien van drainage om landbouw mogelijk te maken. Nu is het zaak de drainagenetwerken te verkleinen om meer water vast te houden ter vergroting van de grondwatervoorraden, oftewel ‘van vergiet naar spons’. De beschikbaarheid van water voor het verhogen van de grondwaterpeilen ten behoeve van het remmen van bodemdaling in de lage veenweide gebieden vorm ook een grote uitdaging.
Een andere grote uitdaging is het verminderen van zoetwatergebruik door alle sectoren. NPLG heeft bijvoorbeeld zeker invloed op het landbouwareaal en in hoeverre deze bedrijven water nodig hebben.
Tot slot is de groeiende verzilting en de afnemende waterbeschikbaarheid bij droogte een bepalend aspect voor vele sectoren in kustgebieden en diepe verziltende polders waar transformatie op termijn onafwendbaar is. DPZW en NPLG kunnen elkaar versterken om deze aspecten in de integrale gebiedsprocessen mee te laten wegen. Door samen maatregelen te bedenken en af te spreken wanneer wie wat oppakt en betaalt.
Zoetwaterambities voor een weerbaar Nederland
Het is onze ambitie om de zoetwaterdoelen schouder aan schouder in de gebiedsprocessen te laten meelopen. Ik erken dat de regionale partijen een enorme klus moeten klaren als het gaat om de transitie van landbouw, stikstof en de KRW. De politieke aandacht, middelen en urgentie gaan nu naar deze wettelijke ‘Europese’ verplichtingen. Bij succesvolle integrale gebiedsprocessen kan het daardoor jaren duren voordat de eerste spade in de grond gaat. Om stilstaan te voorkomen, blijven we met het DPZW werken aan een weerbaar Nederland. In lijn met de uitspraken van de brief Water en Bodem Sturend. En als de NPLG op stoom komt, is dat alleen maar winst.