Foto Fleur van Gool

Het gezegde ‘de jeugd heeft de toekomst’ had zomaar uit de mond van Fleur van Gool kunnen komen. De projectleider JONG Waterbeheer STOWA deed namelijk onderzoek naar de kennisbehoefte van jonge waterbeheerders. Om de jongere generatie betrokken te houden bij de watersector, is een andere manier van kennisdeling nodig. Hoe zorg je er voor dat young professionals zich kunnen nestelen in deze vergrijzende sector? En dat banen beter aansluiten bij hun behoeftes? Van Gool heeft er wel een aantal ideeën over. 

Portret Fleur van Gool
Fleur van Gool, projectleider JONG waterbeheer

‘Allereerst: goed kijken naar de behoefte van jongere watermensen’, zegt de 29-jarige aardwetenschapper. ‘Bied hen bijvoorbeeld extra ondersteuning in de vorm van doorgroeimogelijkheden. Millennials en Gen Z’ers zijn erg gericht op zelfontwikkeling. Een dag niet ontwikkeld, is een dag niet geleefd. Dus zorg dat mensen zicht hebben op het volgen van opleidingen en cursussen binnen de overheid.’

’Jonge mensen komen bij de waterschappen binnen, maar gaan voor hun 35e ook weer weg uit de watersector. We moeten dus op een andere manier kijken naar de behoeftes van deze doelgroep.’

Onderzoek naar kennisbehoefte

Van Gool begon haar carrière in de watersector zo’n 3,5 jaar geleden, via het personal leadership programma van Nationaal Watertraineeship (NWT). Bij STOWA, de overkoepelende kennisclub van de waterschappen, zochten ze iemand die een enquête wilde afnemen onder de waterschappen. Over de kennisbehoefte rondom droogteproblematiek in Nederland. Na het afronden van het tweejarige traineeship, begon ze direct aan een nieuw onderzoek; naar de kennisbehoefte en kennisdeling onder jonge waterbeheerders. Van Gool: ‘STOWA wil graag meegroeien met de jongere achterban. Dus vroegen we aan de doelgroep: hoe doen jullie graag kennis op?’ 

Aanvankelijk was de onderzoeksvraag of jonge waterbeheerders liever een rapport lezen of er een video over kijken. Maar al snel bleek deze vraag veel breder te zijn. ‘Het ging veel meer om vragen als: hoe land je in de organisatie? Hoe zorg je ervoor dat je je op je plek voelt en hoe kun je goed samenwerken? Maar ook: hoe maak je verbinding met je omgeving?’ Daar was het JONG waterbeheer project mee geboren. 

Imago van de watersector

De huidige besluiten binnen het Deltaprogramma gaan over de toekomst van de jongere generatie. Daarom is het belangrijk dat jongeren betrokken blijven. Het imago van de watersector is alleen nog niet goed genoeg. ‘Althans niet bij jongeren’, geeft Van Gool aan. ‘Ik zat laatst bij de Nationale Waterdialoog en de helft van de aanwezigen wist bij het afstuderen niet wat een waterschap was. Het werk van waterschappen is in principe ook ‘onzichtbaar. Als je schoon drinkwater hebt, droge voeten en je leefomgeving is veilig, dan doen ze hun werk goed. Voor een beter imago, zouden ze harder aan die zichtbaarheid  mogen werken. Jonge mensen komen bij de waterschappen binnen, maar gaan voor hun 35e ook weer weg uit de watersector. Die uitstroom zorgt voor problemen, omdat er nog steeds vergrijzing speelt binnen de waterwereld.’

‘Jongeren zijn ongeduldig. Ze willen de wereld redden, iets bijdragen. Als je dan in een managementwereld komt van 800 man, waarin jouw idee, besluit of bijdrage door vijf verschillende lagen moet voor goedkeuring, dan valt dat wel tegen.’

Reden voor uitstroom

De oorzaak van de jongeren-uitstroom in de watersector is, volgens Van Gool, te weinig zicht hebben op doorgroeimogelijkheden. Maar ook het logge karakter van sommige instanties kan een oorzaak zijn. ‘Jongeren zijn ongeduldig. Ze willen de wereld redden, écht iets bijdragen. Als je dan in een managementwereld van 800 man komt, waarin jouw idee, besluit of bijdrage door vijf verschillende lagen heen moet voor goedkeuring, dan valt dat wel tegen. Met andere woorden: je hebt soms een lange adem nodig om iets voor elkaar te krijgen. Maar laat je daar niet door tegenhouden!’ En gebruik je ervaren collega’s als steunpilaren.

Ook de prestatiedruk speelt de doelgroep soms parten. ‘Jonge watermensen hebben het idee dat ze moeten presteren. Bij de kwetsbaarheid die daarmee gepaard gaat, krijgen ze niet genoeg begeleiding. Millennials en Gen Z’ers kijken ook heel anders naar het werkzame leven, en de werk-privé balans, dan generatie X en de babyboomers.’

Fleur van Gool op haar boot
Fleur op haar eigen boot

Zorgzaamheid, duiding en verbinding 

Uit het onderzoek over de kennisbehoefte van jongeren kwamen ook drie belangrijke thema’s. Deze laten goed zien wat er nodig is, volgens Van Gool. ‘Ten eerste is zorgzaamheid van de organisatie voor jongere waterbeheerders belangrijk. In een warm bad terechtkomen. Dat je mag zwemmen, maar wel binnen de kaders. Ten tweede: duiding. Dat gaat over vragen als: hoe duid ik mijn eigen plek en kennis in de organisatie? Maar ook: wat is de positie van de organisatie in de sector?’

‘En een derde belangrijk thema is: verbinding. Verbinding komt pas op gang als je samen het gesprek aangaat. Als je het gaat doorleven met elkaar. Ik heb bijvoorbeeld veel interviews afgenomen bij ervaren collega’s. Toen ik hier binnenkwam, vond een enkeling zelfs dat ik een grote mond had; een jonkie met veel bravoure. Tijdens de interviews voor het project kwamen ze erachter dat ik ook mijn onzekerheden ken, kwetsbaar ben. Met die kennis dat iedereen toch hetzelfde is en dus ook onzekerheden heeft – zelfs dat jonkie met bravoure – durfden zij ook meer te delen over zichzelf. Jongeren breken daarin makkelijker het ijs.' 

Met een onderzoek als deze hoopt Van Gool steeds meer een brug te kunnen slaan tussen de verschillende generaties watermensen. En steeds meer aan te sluiten bij de (kennis)behoeften van de watermensen van de toekomst.