Tekst Kees Joustra (Provincie Noord-Holland) & Saar Foeken (Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier)
Foto Luchtfoto van Den Oever. Bron: Ivo Francken

Gastcolumn: Kees Joustra & Saar Foeken

In het coalitieakkoord van Provincie Noord-Holland 2018-2022 staat: ‘Om een waterrobuust Noord-Holland te garanderen, willen we in 2020 een Integraal Waterakkoord sluiten met onze partners’. Met deze opgave gingen de provincie en haar waterpartners aan de slag, met als resultaat: de Leeragenda.

Portret Saar Foeken
Saar Foeken. Bron: Privé
Portret Kees Joustra
Kees Joustra. Bron: Privé

Onze ambitie? Meer samenwerken in brede zin en veel eerder betrokken worden bij ruimtelijke ordeningsprocessen. Logisch, denk je misschien, maar dit is in de praktijk nog lang niet altijd het geval. Een waterbeheerder of beleidsadviseur Water kijkt op een andere manier naar zaken dan een adviseur Ruimtelijke ordening. Met andere woorden: áls we al hetzelfde willen en zeggen, bedoelen we dan ook daadwerkelijk hetzelfde?  

De Leeragenda: theorie en praktijk

Vanuit het besef dat de wateraspecten in een gebied een grote rol moeten spelen bij ruimtelijke processen, moeten we samen kijken hoe we dit effectief voor elkaar krijgen. Daar gaat de Leeragenda in essentie over. Concreet richt de agenda zich op drie hoofdpunten: 

  1. Het uitwisselen van kennis en ervaring; 
  2. Het verbinden van medewerkers, managers en bestuurders uit verschillende organisaties die een rol spelen in Water en/of Ruimtelijke ordening;
  3. Het aanreiken van nieuwe methodes of aanpakken die ondersteunend kunnen zijn bij het ruimtelijk ordenen mét water. 

We zijn nu één jaar op weg. In deze periode vonden diverse bijeenkomsten plaats voor beleidsadviseurs, managers en bestuurders. De bijeenkomsten gaven ons nuttige inzichten. Daarnaast hebben ze geleid tot meer begrip voor elkaar en tot het besef dat je de ander écht moet leren kennen en begrijpen om iets te bereiken. Op alle niveaus. Misschien een wat basale uitkomst, maar in de waan van de dag raken inzichten als deze al snel ondergesneeuwd. In maart zijn er Provincie- en Waterschapsverkiezingen geweest: we kijken ernaar uit om met de (nieuwe) bestuurders vervolgstappen te zetten. 

'Je moet de ander écht leren kennen en begrijpen om iets te bereiken.'

De eerste leerervaringen

Bij het reflecteren op de eerste leerervaringen, valt op dat we nog een flinke weg te gaan hebben. Een voorbeeld: ontwerpen vanuit de ondergrond – gezonde bodem en water – levert een ander perspectief op dan ontwerpen vanuit de occupatielaag. Willen we dat accepteren en er nu – in plaats van later – voor betalen? Oftewel, laten we water en bodem écht sturend zijn? 

Verder is het van belang dat de waterpartners zelf meer naar voren treden in processen. Dat ze samen actief gaan adviseren en beoordelen in plaats van achteraf toetsen of herstellen. Dit vraagt om een andere houding. Leer elkaar begrijpen en elkaars wereld kennen. Er is nog (te) weinig kennis over elkaars vraagstukken, procedures en besluitvormingsprocessen. Simpel gezegd: watermensen weten weinig van het Ruimtelijke ordening-spoor, en adviseurs Ruimtelijke ordening hebben onvoldoende inzicht in het watersysteem. Vaak zijn de betrokken professionals ook echt andere ‘types’. Watermensen, zo ervaren we, zijn vaak meer technocratisch en rationeel, terwijl mensen van Ruimtelijke ordening meestal creatiever zijn en sterker in de verbeelding van vraagstukken en verbindingen. We moeten elkaars taal dus leren spreken, met begrip voor de ander.  

Een derde leerervaring zit in het bestuurlijke component: voor veel waterschappers is de gemeentelijke en provinciale politiek ‘niet te doorgronden’. De weging van belangen is erg complex. In deze complexe cocktail zijn we met elkaar aan het leren. En werken we toe naar de nieuwe realiteit; die van water en bodem als sturend principe. Alle partijen moeten zich hierbij bewust zijn van hun eigen rol en bijdrage en ook van die van de ander. Uitdagend dus om samen één goed team te vormen die de transities en ruimtelijke uitdagingen te lijf gaat! 

De provincie Noord-Holland en haar waterpartners in gesprek voor de Leeragenda
De provincie Noord-Holland en haar waterpartners in gesprek voor de Leeragenda. Bron: Provincie Noord-Holland

Het samenbrengen van de Leeragenda en het Deltaprogramma

‘Water en Bodem Sturend’ is een basisprincipe in de Ruimtelijke ordening. Dit is niet nieuw, maar won de afgelopen periode aan belang door snelle klimaatveranderingen als droogte, piekbuien en verzilting. Het Deltaprogramma mag zich de komende periode ook zeker verdiepen in het bij elkaar brengen van Water en Ruimtelijke ordening. Dit los je niet op door Ruimtelijke ordening ‘erbij te doen’. De ruimtelijke gebiedsvraagstukken – zo stellen ook de kabinetsbrieven - zitten nog te vaak op regionaal niveau. Zo concentreren vraagstukken in Noord-Holland zich vooral op het IJsselmeergebied, het Groene Hart, de kust en de Wadden. 

Het Deltaprogramma gaat de dialoog aan vanuit wateropgaven en voegt daarmee waarde toe. Wij zien kansen om het Deltaprogramma en de Leeragenda effectiever samen te brengen. Om zo het lerend vermogen en de regionale verbinding van Water in Ruimtelijke ordening te vergroten. Water- en bodemdeskundigen zijn dan ook belangrijke partners voor de deskundigen Ruimtelijke ordening. 

‘Niet alles kan overal’, zoals een voormalig commissaris van de Koning van de provincie Noord-Holland al eens zei. Maar gelukkig is er veel ook wél mogelijk, zolang je maar op tijd met elkaar in gesprek gaat. Als je nú investeert in elkaars wereld, voorkom je veel onnodige kosten en schade in de toekomst.