Foto Jeroen van den Bergh. Beeld: EFR
Young professional Jeroen van den Bergh neemt ons mee in zijn stageonderzoek dat hij afgelopen najaar deed naar een verkenning van de economische gevolgen van een mogelijke stilval van de Atlantic Meridional Overturning Circulation, oftewel de AMOC. Want klimaatverandering is niet alleen een watervraagstuk, maar ook zeker een economisch vraagstuk, aldus Jeroen. Zijn advies aan het Deltaprogramma? ‘Neem economische kwetsbaarheden structureel mee in de wateraanpak’.
Jeroen van den Bergh is derdejaars student Economie en Bedrijfseconomie en ook Fiscale Economie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Afgelopen september en oktober liep hij stage bij de Staf Deltacommissaris, waar hij onderzoek deed naar de economische gevolgen van een stilvallende AMOC. Tijdens deze acht weken heeft hij zich verdiept in de wisselwerking tussen klimaatverandering, economie en beleid. Zijn interesse ligt bij vraagstukken waar verschillende disciplines samenkomen en vooral waar economische analyses kunnen bijdragen aan maatschappelijke en duurzaamheidsvraagstukken. Hij haalt energie uit onderzoek dat niet alleen inzicht geeft, maar ook bijdraagt aan oplossingen voor de toekomst.
Kun je wat meer vertellen over het onderzoek waar je momenteel mee bezig bent?
‘Mijn onderzoek richt zich op de verkenning van de economische gevolgen van een mogelijke stilval van de Atlantic Meridional Overturning Circulation (AMOC), specifiek voor de land- en tuinbouwsector. Dat is een belangrijke oceaanstroming in de Atlantische Oceaan die warmte van de tropen naar het noorden transporteert en die zorgt voor het relatief milde klimaat in Europa. Als die stroming stilvalt, zal dat leiden tot kouder, droger en extremer weer, en bovendien tot een extra stijging van de zeespiegel.’
‘Ik kijk in mijn verkennend onderzoek niet naar het klimaat zelf, maar naar wat die veranderingen economisch betekenen voor de land- en tuinbouwsector in Nederland. Eerst heb ik op basis van klimaatwetenschappelijke studies in kaart gebracht wat er in Nederland verandert als de AMOC stilvalt. Vervolgens heb ik die veranderingen gekoppeld aan de land- en tuinbouwsector, omdat die sterk afhankelijk is van het klimaat. Ik heb bewust gekozen voor een sectorale benadering, dus ik bekijk niet de hele economie in één keer, maar één sector in detail. Dat is belangrijk, omdat de gevolgen en aanpassingsmogelijkheden per sector sterk verschillen. De landbouw is een interessante voorbeeldsector: ze heeft weliswaar een klein aandeel in het bbp, maar is juist heel kwetsbaar voor snelle klimaatveranderingen.’
‘Daarnaast onderzoek ik ook de methode zelf, dus hoe bruikbaar deze sectorale aanpak is om klimaatverandering te vertalen naar economische risico’s, ook voor andere sectoren. Zo levert het onderzoek niet alleen inzichten op voor de landbouwsector, maar ook een aanpak die toepasbaar is op andere sectoren, om uiteindelijk tot een totaalbeeld te komen van de economische gevolgen van een stilvallende AMOC.’
'Door de economische impact vroegtijdig te verkennen, kunnen overheid en sectoren beter inschatten waar de risico’s liggen en welke aanpassingen nodig zijn'
Saskia van Vuren (Adviseur Strategie en Kennis bij Staf deltacommissaris) over Jeroen: “Ik ben super blij met het werk van Jeroen. Het laat zien dat een eerste doorkijk naar de economische gevolgen gemaakt kan worden, ook als we nog niet alles in detail over het stilvallen van de AMOC weten.”
Waarom is het volgens jou zo belangrijk om de economische gevolgen ervan in kaart te brengen?
‘Omdat klimaatverandering niet alleen een waterkundig vraagstuk is, maar ook een economisch vraagstuk. Een stilvallende AMOC kan grote gevolgen hebben voor productie, handel en werkgelegenheid, maar daar weten we nu nog heel weinig over. Door de economische impact vroegtijdig te verkennen, kunnen overheid en sectoren beter inschatten waar de risico’s liggen en welke aanpassingen nodig zijn. Dat helpt om tijdig beleid te ontwikkelen en investeringen te richten op plekken waar ze het meeste effect hebben.’
Hoe ver ben je nu met het onderzoek? Zijn er al eerste resultaten en valt er al iets te zeggen over een eerste economisch perspectief?
‘Het onderzoek is grotendeels afgerond. De resultaten laten zien dat de Nederlandse land- en tuinbouwsector kwetsbaar is voor een stilvallende AMOC. Kortere groeiseizoenen, hogere energiekosten en meer vorst- en stormschade leiden tot hogere productiekosten en opbrengstverliezen. Ook droogte en verzilting vormen een groeiend risico voor landbouwgrond.’
‘Daarnaast blijkt dat de gevolgen in de landbouwsector ook doorwerken naar andere sectoren, zoals de verzekeringssector. Door meer schade aan gewassen en infrastructuur zullen de schadeclaims toenemen, wat weer kan leiden tot hogere premies en financiële risico’s. Dit laat zien hoe belangrijk het is om economische effecten niet alleen per sector geïsoleerd te bekijken, maar in samenhang.'
‘Daarnaast leert dit onderzoek dat een sectorale methode waardevol is om kwetsbaarheden zichtbaar te maken en adaptatiestrategieën te ontwikkelen. De volgende stap is om deze inzichten te koppelen aan bredere economische modellen die kwantificeren wat de totale impact voor de Nederlandse economie kan zijn.’
'Zie jongeren meer als partner in kennisontwikkeling'
Wat zou volgens jou de rol van het Deltaprogramma kunnen zijn ten aanzien van jouw onderzoek? En vervult het Deltaprogramma deze rol al goed of nog niet?
‘Het Deltaprogramma speelt een belangrijke rol in het verbinden van kennis en beleid. Juist daarom kan het helpen om de economische dimensie van klimaatschokken, zoals een stilvallende AMOC, beter onder de aandacht te brengen. Tot nu toe ligt de nadruk logischerwijs op het waterkundige aspect, maar het is ook zeer waardevol om economische kwetsbaarheden structureel mee te nemen. Door samenwerking te stimuleren met bijvoorbeeld economische partners kan het Deltaprogramma bijdragen aan een breder begrip van de maatschappelijke gevolgen van klimaatverandering.’
Waar kan volgens jou het Deltaprogramma nog in verbeteren? En hoe kan het Deltaprogramma meer verbinding zoeken en vinden bij jongeren?
‘Ik denk dat het Deltaprogramma jongeren sterker kan betrekken door ze niet alleen als doelgroep, maar ook als partner te zien in kennisontwikkeling. Jongeren brengen vaak een frisse blik mee en denken meer vanuit de toekomst. Door onderzoeksstages, ook binnen de sociale wetenschappen, te koppelen aan de thema’s van het Deltaprogramma, kunnen ze actief bijdragen aan nieuwe inzichten en oplossingen. Daarnaast helpt het als jongeren niet alleen mogen meedenken, maar ook zichtbaar invloed kunnen uitoefenen op het kennis- en beleidsproces.’
Heb je al ideeën over waar een eventueel vervolgonderzoek over moet gaan?
Vervolgonderzoek kan zich voor de landbouwsector richten op een vergelijkbare kwantitatieve analyse zoals in Groot-Brittannië, waarin is geconcludeerd dat een stilval van de AMOC kan leiden tot een daling van de landbouwopbrengstwaarde van circa £346 miljoen per jaar. Dit onderzoek is uitgevoerd door een multidisciplinair team, wat ook voor Nederland ook een aan te raden onderzoeksopzet is. Een dergelijke studie zou voor Nederland waardevol zijn om de potentiële economische schade concreter te maken. Daarnaast is het belangrijk om te onderzoeken hoe snel en onder welke voorwaarden sectoren zich kunnen aanpassen en welke maatregelen nodig zijn om de economische gevolgen te verzachten. Tot slot verdienen de indirecte effecten via handel, prijzen en marktdynamiek meer aandacht, vooral omdat Nederland als open economie sterk afhankelijk is van de internationale economie.’