Foto Bollenvelden bij De Zilk. Beeld: Jos van Alphen
De zoetwateraanpak van regio Centraal Holland
In Centraal Holland is voldoende zoetwater geen vanzelfsprekendheid meer. Technische oplossingen helpen, zoals buffering of pompen, maar lossen het tekort niet op. Dit vraagt om scherpe ruimtelijke keuzes: welke functies zijn waar nog houdbaar? Wat kan nog, wat moet anders? En wie neemt daar de regie op? De gesprekken over de toekomst van Centraal Holland zijn nu urgenter dan ooit.
Has Bakker is gedeputeerde van de provincie Utrecht en medevoorzitter van het Bestuurlijk Platform Centraal Holland. In de zomer van 2023 maakte hij de overstap van de Utrechtse gemeentepolitiek (D66) naar het provinciale bestuur. Vanaf 2019 tot aan zijn benoeming als gedeputeerde was hij werkzaam bij Natuur en Milieufederaties, een samenwerkingsverband van natuur- en milieuorganisaties. Hij heeft daardoor veel ervaring op het gebied van samenwerkingsvraagstukken en strategieontwikkeling.
Regina Oosting werkt op het ministerie van VRO bij de directie Ruimtelijke Ontwikkeling en geeft leiding aan de afdeling NOVEX-gebieden en is zo betrokken bij de integrale gebiedsgerichte aanpak in alle 16 NOVEX-gebieden in het land en drie verstedelijking strategieën voor de Stedendriehoek Apeldoorn-Deventer-Zutphen, Twente en Limburg Centraal.
Zoetwater steeds minder vanzelfsprekend
De beschikbaarheid van zoetwater staat onder druk, terwijl de vraag toeneemt. In Centraal Holland wordt dat concreet zichtbaar: bodemdaling, verzilting, droogte en extreme neerslag zorgen voor een groeiende spanning tussen wat we willen en wat het systeem nog aankan. Dat vraagt om meer dan technische maatregelen. Het vraagt om ruimtelijke keuzes en die kunnen we niet langer uitstellen.
‘Want het watersysteem kan alleen veerkrachtig blijven als we met elkaar ook het gebruik van de ruimte aanpassen’
Techniek én ruimte
De aanpak van Centraal Holland bestaat uit vier sporen:
- Het optimaliseren van de beschikbaarheid van zoetwater
- Een eerlijke verdeling van zoetwater over regio’s
- Het beperken van de vraag van zoetwater door gebruikers
- Het maken van ruimtelijke keuzes
Die sporen grijpen in elkaar. Technische oplossingen, zoals water vasthouden, bufferen, peilbeheer of nieuwe gemalen, helpen. Maar zonder ruimtelijke vertaling is hun effect beperkt. Daarom verschuift het gesprek steeds meer richting gebruiksfuncties. Kunnen we in de toekomst nog zoutgevoelige sierteelt faciliteren op plekken waar zoetwater schaars wordt? Wat betekent het voor de industrie als de levering van koelwater niet meer gegarandeerd is? En kunnen we verstedelijking blijven plannen zonder ruimte te reserveren voor wateropvang? Juist die vragen maken het ruimtelijke domein medeverantwoordelijk. Want het watersysteem kan alleen veerkrachtig blijven als we met elkaar ook het gebruik van de ruimte aanpassen.
Andere manier van denken
De gebiedsopgave Centraal Holland breekt met de gedachte dat we alles altijd maar vanuit de techniek moeten oplossen en kiest voor een andere manier van denken: wat betekent een krappere waterbeschikbaarheid voor de manier waarop we onze ruimte gebruiken? Welke functies krijgen voorrang als het water schaars is? En hoe stemmen we onze ruimtelijke inrichting af op het systeem, in plaats van andersom?
‘Welk Nederland willen wij zijn in 2050?’
Volgens Regina Oosting, van het Ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, is het duidelijk dat er wat moet gebeuren: ‘We moeten leren verdelen. En dat begint met het durven stellen van de vraag: welk Nederland willen wij zijn in 2050? Dat is geen makkelijke vraag. Maar de vraag niet stellen, brengt onaanvaardbare risico’s met zich mee. We moeten met elkaar in gesprek, het hebben over de dilemma’s die daarbij horen. Pas als we alle afwegingen scherp voor ogen hebben, kunnen we eerlijk kiezen.’
Has Bakker, gedeputeerde van de provincie Utrecht en medevoorzitter van het Bestuurlijk Platform Centraal Holland, vindt het hard nodig om ruimte en water veel nauwer op elkaar af te stemmen: ‘De technieken zijn kostbaar en kunnen ons zeker tijd kopen. Maar we weten ook dat als we blijven doen wat we deden, we niet verder komen. We moeten ruimte maken om een bredere strategie te ontwikkelen waarmee we de toekomst in kunnen. Een toekomst waarin ander gedrag en anders omgaan met water én ruimte belangrijk zijn. Dat vraagt moed om onvermijdbare keuzes te maken. Hoe gaat deze deltaregio, die zo cruciaal is in de Nederlandse economie, zich wapenen voor een toekomst met periodes waarin er grote en groeiende zoetwatertekorten zijn?’
Samenwerken over uiteenlopende grenzen
Het programma Centraal Holland bundelt kennis, ontwikkelt scenario’s en voedt de ruimtelijke agenda’s van provincies, gemeenten en het Rijk. Die inzichten worden actief ingebracht in nationale kaders zoals de Nota Ruimte, het Deltaprogramma en NOVEX. Tegelijk worden op regionaal niveau stappen gezet: met verkenningen, pilots en het agenderen van urgente keuzes in de Provinciale Omgevingsvisies. Maar de opgave stopt niet bij de regiogrens. De beschikbaarheid van zoetwater hangt ook samen met landelijke verdeling van water over de riviertakken, internationale afspraken over Rijn en Maas, en met keuzes in het hoofdwatersysteem zoals de pompcapaciteit van gemaal IJmuiden.
‘Technische oplossingen kunnen ons helpen, maar alleen in combinatie met slimme ruimtelijke keuzes, brede samenwerking en het durven loslaten van vertrouwde patronen’
Niet één oplossing, wél één opgave
Het gesprek over wat nodig is, is voorlopig niet afgerond. Maar de toon is gezet: technische oplossingen kunnen ons helpen, maar alleen in combinatie met slimme ruimtelijke keuzes, brede samenwerking en het durven loslaten van vertrouwde patronen. Binnen Centraal Holland wordt daaraan gewerkt, in samenhang met wat er al gebeurt in gemeenten, provincies en andere regio’s. De overheden in Centraal Holland voeren actief gesprekken met boeren, ondernemers, bewoners en andere gebruikers. Dat zijn open gesprekken, aan tafels waar iedereen mee kan praten. Want door met elkaar het ongemakkelijke gesprek aan te gaan, ontstaat richting met draagvlak. Geen klip-en-klare oplossing waar iedereen tevreden mee is, wel een route die we gezamenlijk begrijpen en samen kunnen dragen.