Foto Rijn. Bron: Rijkswaterstaat
Tijdens de startbijeenkomst in Zaltbommel op 3 april 2025 heeft de toenmalig minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) samen met partners van het Rijk en de regio het officiële startsein gegeven voor het programma Ruimte voor de Rivier 2.0. Met dit programma werken het Rijk en de regio aan een toekomstbestendig rivierengebied.
Programma Ruimte voor de Rivier 2.0 uitgelicht
We staan in het rivierengebied voor verschillende uitdagingen. We krijgen vaker te maken met langere periodes van droogte of juist met extreme neerslag. Daarnaast daalt de rivierbodem op verschillende plekken steeds verder door erosie. Het gevolg: landbouw en natuur verdrogen, de bevaarbaarheid verslechtert en de verdeling van zoet water bij droogte staat onder druk. Met het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 pakken het Rijk en de regio deze uitdagingen op en werken samen aan een toekomstbestendig rivierengebied. Het programma is een voortzetting van het programma Integraal Riviermanagement.
In het programma Ruimte voor de Rivier 2.0 maken we keuzes over de inrichting van het rivierengebied. We werken aan maatregelen voor de korte en lange termijn, gericht op het stabiliseren van rivierbodems en het veilig afvoeren van water. De maatregelen houden rekening met de vijf functies van rivieren: veilige waterafvoer, zoetwaterbeschikbaarheid, ecologische waterkwaliteit en natuur, bevaarbaarheid en regionale economische ontwikkeling.

Het programma richt zich op twee doelen:
- Stabiliseren van de rivierbodem. Dit zorgt voor een goede bevaarbaarheid en zoetwaterverdeling bij lage rivierstanden en draagt bij aan herstel van de natuurlijke rivierdynamiek.
- Vergroten van de afvoer- en bergingscapaciteit. Dit helpt om grote hoeveelheden water in de toekomst veilig af te voeren. We kijken hierbij ook naar de ruimte die daarvoor nodig is, zowel binnendijks als buitendijks.
Wat gebeurt er in 2025 en 2026?
De komende tijd nemen we een aantal stappen om de doelen te bereiken. In de resterende maanden van 2025 onderzoeken we de haalbaarheid van verschillende maatregelen voor de rivierbodem en brengen in kaart hoeveel ruimte de rivier in de toekomst nodig heeft. In 2026 is besluitvorming gepland over twee nationale beleidskeuzes. De ene beleidskeuze gaat over hoe we de bodemligging van de Maas en de Rijntakken gaan stabiliseren en eventueel ophogen. Na dit beslismoment start de voorbereiding van de uitvoering van deze maatregelen. Het andere besluit gaat over de ruimte die nodig is voor zowel de Rijntakken als de Maas voor een veilige afvoer van water. Na dit besluit gaan we aan de slag met het maken van een maatregelenpakket. In 2029 starten we met het voorbereiden van de uitvoering van deze maatregelen.
De nationale beleidskeuzes worden door de deltaprogramma’s Maas en Rijn gebruikt als input voor de te herijken Voorkeursstrategieën Maas en Rijn.
Wat is het verschil met het eerdere programma Ruimte voor de Rivier?
Met het vorige programma Ruimte voor de Rivier is in het begin van deze eeuw een verschuiving gemaakt van de traditionele dijkverhoging naar meer ruimte geven aan de rivier in de breedte. Tussen 2006 en 2019 zijn 39 projecten gerealiseerd, zoals dijkverleggingen, nevengeulen en uiterwaardverlagingen. De recente hoogwaters van 2021 en 2023 hebben laten zien dat de maatregelen goed werken: het vele water is goed afgevoerd. Maar daarmee is het werk nog niet gedaan, we moeten blijven investeren in het rivierengebied om nog hogere waterstanden aan te kunnen.
Tegelijkertijd komen ook laagwater en watertekorten vaker voor. Ook dan willen we ervoor zorgen dat rivieren bevaarbaar blijven en dat het zoetwater zo goed mogelijk wordt verdeeld. Deze uitdaging pakken we als Rijk en regio gezamenlijk op in Ruimte voor de Rivier 2.0. Programmamanager Marieke Hofstra zegt hierover: ‘De uitdagingen in het rivierengebied zijn fors. We gaan er alles aan doen om van Ruimte voor de Rivier 2.0 een succes te maken. De samenwerking tussen het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten is essentieel om beleidskeuzes over het hele rivierengebied te maken. Keuzes waarmee we de nationale opgaven kunnen aanpakken in verbinding met de regionale opgaven in de Maas en de Rijntakken.