Foto Burgemeester Carola Schouten. Bron: Suzan Fotografie

Interview met Carola Schouten over het belang van de regio’s in het Deltaprogramma

Het is een nieuw en complex takenpakket voor Carola Schouten, die weliswaar een kwart eeuw ervaring heeft met beleid en politiek op nationaal niveau, maar nog niet eerder lokaal en regionaal actief was: sinds begin 2025 is ze voorzitter van het Gebiedsoverleg in de regio Rijnmond-Drechtsteden. Het is een omschakeling die ze met zichtbaar plezier aanpakt. Dat bleek op 2 juni in Dordrecht, tijdens de tweejaarlijkse Gebiedsconferentie van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden (DPRD). Ze sprak erover tijdens de plenaire opening, maar nam daarna ook nog even de tijd om Deltanieuws te woord te staan.

Carola Schouten, voormalig minister van onder meer Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), is sinds oktober 2024 burgemeester van Rotterdam. Daarnaast is ze sinds begin 2025 bestuurlijk voorzitter van het Gebiedsoverleg in de regio Rijnmond-Drechtsteden. Dit Gebiedsoverleg werkt aan de realisatie van de voorkeursstrategie van het Deltaprogramma in deze regio, informeert de deltacommissaris over de voortgang en adviseert over de herijking van de voorkeursstrategie, die op de agenda staat voor 2026.

Portretfoto Carola Schouten
Carola Schouten. Bron: Suzan Fotografie

‘Vraag jezelf voortdurend af: is wat wij nú doen ook goed voor volgende generaties?’

Waarom heeft u ja gezegd op de vraag of u het Gebiedsoverleg van DPRD wilde leiden?  

‘Water is iets wat voor ons allemaal iets betekent. Het is niet alleen iets technisch, iets wat we moeten beheersen, maar het gaat ook over leven, over hoe we met elkaar samenleven en de keuzes die we daarbij maken. We moeten het niet als vanzelfsprekend nemen dat er altijd voldoende water is. Op andere momenten is het er juist te veel en heeft het heel veel kracht. Wij moeten ons ertoe verhouden. Dat vind ik een interessante puzzel.’

Wat is uw eigen affiniteit met water?  

‘In de tijd dat ik minister van LNV was, zag ik hoe fundamenteel de vragen rondom water zijn, juist omdat het voor zoveel functies belangrijk is. Ik kon daarvan genieten: het gaat over onze hele samenleving. Water brengt ons bij elkaar. In Rotterdam is het bijvoorbeeld de ader die door onze stad heen loopt. We ontdekken dat we het water nodig hebben, ook omdat het in de stad steeds droger en warmer wordt. Tegelijkertijd zien we steeds meer hoosbuien die overlast veroorzaken. Mijn eigen kelder loopt regelmatig vol met water. Dat brengt het onderwerp heel dichtbij.’ 

‘Ik zou dus wel graag grotere urgentie voor watervraagstukken willen zien, bij bewoners, maar ook bij bestuurders’

Staat water als thema bij mensen voldoende op het netvlies?  

‘De hitte, droogte en wateroverlast van de laatste jaren maken de watervraagstukken opeens heel tastbaar. Maar toch merk ik dat het thema voor veel mensen nog niet zo leeft. Ik zou dus wel graag een grotere urgentie willen zien, bij bewoners, maar ook bij bestuurders. Er zijn fundamentele keuzes nodig; keuzes die echt invloed gaan hebben op hoe wij wonen, leven en recreëren: willen we op deze plek nog wel bouwen? Welke kosten vinden we te rechtvaardigen om deze polder droog te houden – of kunnen we er beter een natuur- en recreatiegebied van maken? Is het op deze plek wellicht tijd om over te schakelen op andere vormen van landbouw?’

Uiteindelijk beslist de minister over de koers van het Deltaprogramma. De regionale programma’s, zoals DPRD, spelen meer de rol van adviseur. Hoe bevalt dat, als voormalig minister? 

‘Ik vind het een heel leuke uitdaging. Adviseren kun je op verschillende manieren doen. Ik breng de zaken graag zo dat er gewoon niet aan te ontkomen is.’ Ze lacht hartelijk. ‘Nee hoor, grapje. Maar het is wel waar: hoe beter wij van onderaf kunnen laten zien welke dingen er spelen, wat er nodig is en hoe ingewikkeld dat is, hoe meer je met elkaar bereikt op nationaal niveau. Dat is dus wat mij betreft ook de meerwaarde van de regionale Deltaprogramma’s. Het Rijk kan een breed gedragen advies van een regionaal programma niet zomaar naast zich neerleggen. Maar ik weet natuurlijk ook vanuit mijn ervaring als bewindspersoon hoe complex het kan zijn. En dat er landelijke regie nodig is om te overzien dat we hier niet een keuze maken die ergens anders verkeerd uitpakt.’

‘Hoe kunnen we op de goede momenten de goede inbreng hebben op de juiste tafel?’

En dat geldt ook andersom: u bent ook afhankelijk van keuzes in andere regio’s. 

‘Ja, wij werken natuurlijk niet in isolatie, zeker wat betreft het zoetwatervraagstuk: wij zijn altijd afhankelijk van keuzes bovenstrooms. Wij vragen ons steeds af: hoe kunnen we op de goede momenten de goede inbreng hebben op de juiste tafel? Wij kunnen hier wel heel mooie oplossingen hebben, maar soms is er een groter landelijk belang. Maar laat ik eerlijk zijn, we willen hier in de regio ook wel voor onze eigen belangen opkomen; die van de landbouw en de Rotterdamse haven. En vergeet ook niet het belang van natuurbescherming, wil ik blijven benadrukken. Ik vrees dat natuur vaak een sluitstuk is, maar natuur gaat om ons léven.’

Carola Schouten spreekt op Gebiedsconferentie Rijnmond-Drechtsteden
Carola Schouten op de Gebiedsconferentie. Bron: Suzan Fotografie

Wat hebben de regio’s en het Rijk van elkaar nodig om die advisering en belangenbehartiging goed te kunnen doen? 

‘Ten eerste: informatie. We moeten elkaar goed op de hoogte houden van de actuele stand van zaken, bijvoorbeeld op het vlak van klimaatverandering en de mogelijke gevolgen daarvan voor de regio’s. Die informatie brengen we in de regio bij elkaar. Vervolgens is er efficiënte coördinatie nodig: overzicht van wat waar speelt en wat er dan nodig is op al die verschillende niveaus. En dan moet je daar met al die partijen een open gesprek over aangaan.’

Wat gaat er in uw ogen al goed op dat vlak? En wat moet er nog gebeuren? 

‘Er staat nu al een heel sterke bestuursstructuur. Neem bijvoorbeeld de waterschappen, onze oudste bestuursvorm in Nederland. Die hebben een schat aan ervaring, zowel inhoudelijk als bestuurlijk. Ook op het niveau van gemeenten, provincies en het Rijk zie ik dat er al heel veel in beweging is. Gemeenten en waterschappen werken aan klimaatadaptatie en doen dat vooral ook samen, omdat dat de enige manier is om resultaten te behalen. En dan is het zaak om in een vroeg stadium met uitvoerders om tafel te gaan, met watervragers, maar ook met bewoners. Want je kunt wel nationaal of regionaal beleid maken, maar uiteindelijk moeten we ook op lokaal niveau keuzes maken. Daarvoor moet je weten: wat zijn hun praktische inzichten, wat is er op zowel technisch als financieel vlak mogelijk, maar ook: wat is onmogelijk?’

Ja? Is dat niet een moeilijke boodschap? 

‘Jawel, maar het is nu eenmaal een feit: we lopen aan tegen de grenzen van het systeem. Daar moeten we iets mee. Dat is wat de deltacommissaris ook steeds zegt: “de trends zijn onweerlegbaar, de vraagstukken onontkoombaar en de keuzes onafwendbaar.’ 
 

Dat klinkt niet erg positief... 

‘Oh, maar dat is het wel, hoor. Er zijn wel degelijk opties voorhanden, juist op de lange termijn. Natuurlijk doen dingen soms pijn op de korte termijn. Dan voelt het alsof de lasten oneerlijk verdeeld worden. Dat is het gesprek dat we met zijn allen moeten aangaan. Juist als regio’s kunnen wij daar samen uitkomen. We zijn van elkáár afhankelijk, want het water stopt niet bij de regiogrenzen. We snappen allemaal dat er iets moet gebeuren. De vraag is nu: wat is nu het beste voor toekomstige generaties?’

Voor het komende jaar staat de herijking van de Voorkeursstrategie van de regionale deltaprogramma’s op de agenda. Wat zijn uw verwachtingen op dat vlak, en wat is uw hoop?  

‘Het wordt de komende tijd best spannend. We zitten nu in de fase waarin we alle informatie bij elkaar leggen, maar de onafwendbare keuzes hebben we nog niet op tafel gehad. We hebben natuurlijk allemaal onze eigen belangen, maar mijn wens, mijn hoop is dat we daar met zijn allen ook overheen kunnen kijken. Dit gaat ook over de generaties na ons. Wat willen we aan onze kinderen nalaten? Zijn de keuzes die we nu maken écht goed? Die verantwoordelijkheid hebben wij nu. Kunnen we met elkaar dat perspectief steeds voor ogen blijven houden? Wat kunnen we nu doen, zodat onze kinderen en kleinkinderen straks zeggen: dat hebben jullie goed gedaan! Dáár zou het wat mij betreft veel meer over moeten gaan.’

Gebiedsconferentie DPRD op 2 juni 2025

'Moeilijke keuzes, maar ook lonkende perpsectieven'

Zo’n 160 professionals kwamen bijeen in de Kunstkerk en Stadsbrasserie De Witt voor de tweejaarlijkse Gebiedsconferentie van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden: vertegenwoordigers van waterschappen, gemeenten, de veiligheidsregio’s, het Rijk, maatschappelijke organisaties, bedrijven en kennisinstellingen. Centrale vragen waren: hoe staat het ervoor met de waterveiligheid in de regio Rijnmond-Drechtsteden? Hoe weeg je belangen op korte én lange termijn, in een omgeving die niet stilstaat? Hoe maken we een koppeling met andere ruimtelijke ontwikkelingen?

Een gevarieerd programma met onder meer een filmvertoning, drie excursies, workshops over uiteenlopende onderwerpen en een plenair programma met Carola Schouten, burgemeester van Rotterdam en bestuurlijk voorzitter van het Gebiedsoverleg DPRD, deltacommissaris Co Verdaas en DPRD-programmamanager Pieter Jacobs als sprekers. “We hebben natuurlijk allemaal onze eigen belangen”, zei Schouten. “Mijn hoop is dat we daar met zijn allen ook overheen kunnen kijken. Dat we ons afvragen: zijn de keuzes die we nu maken, ook goed voor de generaties na ons?”

Bekijk hier een korte video-impressie van de conferentie of zie hier het beeldverslag van de conferentie.

Gebiedsconferentie Rijnmond-Drechtsteden
Gebiedsconferentie Rijnmond-Drechtsteden. Bron: Suzan Fotografie