Foto Dijken en stormvloedkering (Hollandse IJsselkering). Bron: Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden / Tineke Dijkstra

Leoni Heijkers en Pim Neefjes over de oprekbaarheid van de voorkeursstrategie Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Zijn er grote aanpassingen nodig voor de houdbaarheid en oprekbaarheid van de voorkeursstrategie Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden? Niet voor de komende herijking, zo is het eerste beeld van Leoni Heijkers en Pim Neefjes op basis van recent verschenen onderzoeken. Maar uit diezelfde onderzoeken blijkt ook dat de effecten van vasthouden aan de huidige strategie steeds merkbaarder worden, vooral in buitendijks gebied en met ruimtelijk ingewikkelde dijkversterkingen. 'We kúnnen het allemaal, maar wíllen we het ook allemaal?', aldus Leoni.

Elke zes jaar worden de voorkeursstrategieën van de deelprogramma’s van het Deltaprogramma herijkt op basis van nieuwe kennis en ontwikkelingen. Een van de onderdelen van de herijking van de voorkeursstrategie van Rijnmond-Drechtsteden is onderzoek naar de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige strategie. Leoni Heijkers en Pim Neefjes zijn hier de trekkers van.

Portret van Leonie en Pim
Leonie Heijkers en Pim Neefjes. Bron: Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Leoni Heijkers (beleidsadviseur waterveiligheid) werkt bij Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, een van de keringbeheerders in Rijnmond-Drechtsteden. Leoni focust zich bij de herijking op de lokale blik. 

Pim Neefjes (senior adviseur water) is werkzaam bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid, de beheerder van de stormvloedkeringen. Hij heeft ook aan de vorige herijking gewerkt.

Vertel, hoe pakken jullie het onderzoek naar de houdbaarheid en oprekbaarheid van de huidige voorkeursstrategie aan? 

Neefjes: 'Wij kijken in dit onderzoek met name naar de dijken en stormvloedkeringen. Hoeveel meter zeespiegelstijging  kunnen de keringen aan, zodat onze regio veilig blijft? Een halve, één of twee meter?'
Heijkers vult aan: 'Daarnaast kijken we naar de effecten van een eventuele aanpassing van de stormvloedkeringen en dijken op zoet water, natuur, scheepvaart én wonen en werken in deze regio. Die effecten zijn technisch onderzocht, maar ook opgehaald bij een grote groep stakeholders. Een gemeente bijvoorbeeld kan veel meer zeggen over de effecten op woningbouw dan een waterveiligheidsexpert. En het Havenbedrijf Rotterdam kan ook beter de schade voor de scheepvaart inschatten bij het sluiten van de kering.'

Neefjes: 'We hebben hiervoor verschillende studies laten doen (zie het oranje kader), waaronder een regionale effectanalyse. Daarnaast organiseert het Kennisprogramma Zeespiegelstijging een landelijke impactanalyse.'

Reeds uitgevoerde onderzoeken naar houdbaarheid en oprekbaarheidvan de huidige voorkeursstrategie:   

Welke inzichten hebben de onderzoeken opgeleverd?

Heijkers: 'We weten nu bijvoorbeeld meer over het sluitpeil, de effecten daarvan en wat het zou kunnen betekenen voor de levensduur van de Maeslantkering. Twee studies zeggen duidelijk: het huidige sluitpeil is niet houdbaar bij twee meter zeespiegelstijging. Dat is gewoon fysiek onmogelijk. En de effecten die dat heeft op het buitendijks gebied en de dijkzones die daar achter liggen, zijn groot.'

Neefjes: 'Met deze studies kunnen we de houdbaarheid beter onderbouwen dan bij de vorige herijking in 2020. Toen hingen we de strategie alleen op aan de levensduur van de Maeslantkering. En nu zeggen we: het einde van de de houdbaarheid van de strategie wordt ook bepaald door de effecten van oprekken. Die effecten kunnen de houdbaarheid verkorten.'

Waar spelen de grootste effecten van zeespiegelstijging? 

Heijkers: 'Buitendijks en de dijkzone, dat zijn de gebieden in het Rijnmond-Drechtstedengebied waar onze voorkeursstrategie het eerste tegen de grenzen aan loopt.'

Neefjes: 'Voor de regionale effectanalyse heeft RoyalHaskoningDHV enerzijds een technische studie gedaan en anderzijds lokale workshops gehouden over de dijkzones en buitendijkse gebieden. Daar waren ook mensen van de gemeenten en van het waterschap. Door die brede blik zie je bijvoorbeeld dat je met dijken nog eeuwen door kan gaan. Daarvan heeft het Kennisprogramma Zeespiegelstijging ook gezegd dat de kosten vergelijkbaar blijven met wat ze nu zijn. Maar de impact van al die dijkversterkingen op de ruimte bepaalt dat je je moet afvragen: willen we dat ook?'

Hoe zit het met de effecten van zeespiegelstijging op zoetwater en natuur?

Neefjes: 'De effecten op zoetwater komen van Deltaprogramma Zoetwater. Het kennisprogramma Zeespiegelstijging levert effecten op onder andere natuur en andere sectoren met de impactanalyse. Wij zoeken de verbinding. Als het om onze huidige strategie gaat, dan is de interactie met zoetwater nog niet zo groot. Maar voor alternatieven voor de lange termijn is het wel belangrijk. Het kan zo zijn dat je de Maeslantkering toch eerder wil vervangen vanuit zoetwater. Maar dat weten we eigenlijk nog niet, die analyse gaan we nog doen.'

'We moeten de effecten van het oprekken niet onderschatten'

Welk beeld van de eindconclusie van het onderzoek hebben jullie nu?

Heijkers: 'We denken dat de huidige voorkeursstrategie zo gek nog niet is. Maar we moeten de effecten van het oprekken niet onderschatten. Zowel de dijken met de dijkzones als het buitendijks gebied gaan er veel effecten van ondervinden. Dat moet geagendeerd blijven.'

Neefjes: 'Inderdaad! We hoeven in de komende herijking nog niet voor een nieuwe strategie te kiezen, maar het is goed om in beeld te brengen wanneer je die keuzes voor de lange termijn wel moet gaan maken.'

Jullie vertegenwoordigen verschillende generaties, wat leren jullie van elkaar? 

Heijkers: 'Pim heeft het hele waterveiligheidssysteem goed in de smiezen, ook vanuit de vorige herijking. Ik breng de toekomstgerichte, frisse blik in; ik zit toch meer op die effecten.'

Neefjes: 'Dat is het verschil ja. Kijk, ik zal het waarschijnlijk niet meer meemaken dat de Maeslantkering wordt afgeschreven. En dan is het interessant en zinvol om met jongere mensen samen te werken, want die gaan er nog echt iets van merken. Zo vullen we elkaar aan. En ik heb ook kinderen, dus voor hen doe je het. Voor de volgende generatie.'