Foto De Empelse Waard is een smalle uiterwaard tussen Oud Empel en de Maaspoort van Den Bosch. Blikvanger is een oude strang die al rond 1880 ontstaan is bij de bochtafsnijding van de Maas. Bron: Rijkswaterstaat

Programmamanagers Koos Beurskens en Christine Jansen over tien jaar Deltaprogramma Maas

In 2015 is Deltaprogramma Maas gestart met de uitwerking van de Voorkeursstrategie Maas. Het motto van het programma is: een krachtig samenspel van dijkversterking en rivierverruiming. Tien jaar later kijken programmamanagers Koos Beurskens en Christine Jansen terug en lichten toekomstige stappen toe. 'De integrale aanpak van Rivierverruiming langs de Maas loopt sinds 2015 en kent op dit moment elf projecten. Met de transformatie van IRM naar Ruimte voor de Rivier 2.0 krijgt de lopende aanpak een positief vervolg'. 

Portret van Christine Jansen
Christine Jansen. Bron: privé
Programmamanager Koos Beurskens
Koos Beurskens. Bron: privé

Rivierverruiming in combinatie met dijkversterking

Om te voldoen aan de normen voor waterveiligheid, moet de Maas voldoende rivierwater naar zee kunnen afvoeren. Dat is cruciaal voor alle gebruikers en activiteiten in het stroomgebied. Aanvullend zijn dijken nodig om de normen te halen. Door klimaatverandering is er vaker sprake van hevige regen en hoge waterstanden, waardoor de rivier meer water moet afvoeren. Om veiligheid te blijven bieden zijn er dan twee oplossingen: de rivier meer ruimte bieden óf de dijken verhogen. De dijkversterking en -verhoging is in de afgelopen jaren op veel plaatsen langs de Maas voortvarend opgepakt. Een actueel beeld daarvan is te vinden op de interactieve projectenkaart van het hoogwaterbeschermingsprogramma.’

Meer ruimte bieden aan de Maas en daarmee de waterstand bij piekafvoeren verlagen, betekent in de praktijk: rivierverruiming met kansen voor natuurontwikkeling, winning van delfstoffen, landbouwherstructurering en recreatieve ontwikkeling. In 2015 zijn in de voorkeursstrategie Maas voorstellen opgenomen voor koploperprojecten die dijkversterking en rivierverruiming combineren. Zo is voor het Limburgse deel van de Maas besloten door het Rijk om voldoende ruimte in het rivierbed te houden door op verschillende plaatsen dijken te verleggen. De dijkversterkingen die nodig zijn om in Limburg aan de nieuwe veiligheidsnormen te voldoen leiden namelijk tot waterstandsverhoging in Limburg en benedenstrooms in de Maas. Deze verhoging moet gecompenseerd worden. Door twaalf systeemmaatregelen van dijkverleggingen en retentiegebieden, kan de Maas meer water bergen en meer geleidelijk afvoeren. Er ontstaan zo minder snel hoge waterstanden en er is minder kans op overstromingen. Op zes locaties worden de systeemmaatregelen op korte termijn uitgevoerd. Het gaat om: Lob van Gennep, Well, Arcen, Venlo-Velden, Baarlo - Hout-Blerick en Thorn-Wessem.

Meer ruimte voor de Maas op diverse locaties

Op dit moment wordt op meerdere plekken langs de Maas gewerkt aan rivierverruiming. In een aantal gevallen gebeurt dit in combinatie met dijkversterking. Op de locaties, Oeffelt en Brug Veerweg Alphen wordt uitsluitend rivierverruiming gerealiseerd.

Kaart van de Maas in Limburg met uitgelichte projectlocaties
Beknopte Projectenkaart Maas. Bron: The Next Brand

Het project Vierwaarden beslaat een groot gebied tussen Venlo-Noord en Broekhuizen, aan beide oevers van de Maas. In het gebied zijn opgaven  voor waterveiligheid (combinatie dijkversterking en ruimte voor de rivier), natuurontwikkeling, ruimtelijke ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. In ieder geval moet de dijk van Venlo tot en met Velden worden versterkt. De dijkversterking wordt gecombineerd met meer ruimte voor de Maas en natuurontwikkeling volgens de PAGW-opgave (Programmatische Aanpak Grote Wateren). Het project levert minimaal 75 hectare nieuwe natuur op. Ook worden ruimtelijke ontwikkelingen meegenomen zoals een (te verplaatsen) jachthaven in Venlo-Noord en verschillende fiets- en wandelverbindingen. De planuitwerking moet in 2026 van start gaan.

Het project Meanderende Maas omvat 26 kilometer dijkversterking, tussen Ravenstein en Lith, en rivierverruiming. Het project beschermt een groot gebied én zo’n 270.000 bewoners en bedrijven beter tegen overstromingen. De werkzaamheden zijn in volle gang en worden in 2029 afgerond. Het gebied voldoet dan ruim voor de wettelijke termijn (2050) aan de waterveiligheidsnorm. De klei die wordt uitgegraven voor de rivierverruiming wordt zoveel mogelijk gebruikt om de dijk te versterken, en een deel gaat naar de keramische industrie (bouwsector). Ook worden maatregelen in het kader van de PAGW en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) uitgevoerd om de ecologische kwaliteit van het gebied te versterken. In het project wordt tegelijkertijd gewerkt aan andere provinciale en lokale opgaven, zoals verbetering van monumentaal erfgoed en verbetering van de toegang naar de haven van Oss voor de beroepsscheepvaart. 

De uitvoering van rivierverruiming is sinds 2015 door vele partijen opgepakt waardoor de waterstand in de Maas bij piekafvoeren wordt verlaagd. Deze Maasprojecten hebben waardevolle proces-inzichten opgeleverd:

  • Partijen moeten vroeg met elkaar in gesprek zijn over de opgaven en kansen in een gebied. Zo ontstaat een samenhangend beeld van hoe het gebied en de onderlinge relaties in dat gebied in elkaar zitten. Hieruit ontstaat een gebiedsvisie, die dient als basis voor een meerjarige samenwerking. 
  • De trekkersrol van integrale gebiedsontwikkeling verschilt per project. In de regel is dit waterschap, provincie, gemeente, marktpartij of terreinbeheerder.
  • De financiering van rivierverruiming is bij ieder project een zoektocht. Met de nodige creativiteit kan er een verbond van kostendragers ontstaan. Dijkverbeteringsprojecten komen eenvoudiger tot stand, omdat een juridisch en financieel kader beschikbaar is, in de vorm van het HWBP (Hoogwaterbeschermingsprogramma).
  • Het combineren van de inhoudelijke opgaven vanuit het HWBP (veiligheid), het PAGW (natuur) en KRW (waterkwaliteit en ecologie) blijkt mogelijk. Het kost wel extra tijd om tot een gedragen gebiedsvisie te komen, de financiering gelijktijdig beschikbaar te hebben én tegelijkertijd aan de eisen vanuit de sectorale programma’s te voldoen. De doorlooptijd is gemiddeld tien tot vijftien jaar. Het resultaat is mooiere én veiliger gebieden.
Projectentabel Maas
Project Trekkende partij Rivierkundig effect: cm waterstandsdaling ha behoud buitendijkse ruimte Uitwerkingsfase
1 Zuidelijk Maasdal Gemeente Maastricht Nog in onderzoek Verkenning
2 Thorn-Wessem Waterschap Limburg Bij exreem hoge afvoeren doet het gebied dienst als waterbergend gebied Planuitwerking
3 Dam Lateraalkanaal Gemeente Roermond 15 cm Planuitwerking
4 Baarlo Hout-Blerick Waterschap Limburg 4 cm 86 ha Planuitwerking
5 Vierwaarden Waterschap Limburg 5 cm en 20 ha Verkenning
6 Arcen Waterschap Limburg ca 2 cm en 37 ha Realisatie
7 Groene Rivier Well Waterschap Limburg 17 cm en 85 ha Planuitwerking
8 Lob van Gennep Waterschap Limburg Gemiddeld 7 cm over de Bedijkte Maas, door de waterbergende werking bij extreem hoogwater Afronding planuitwerking 2026
9 Flessenhals Oeffelt Provincie Noord-Brabant ca 20 cm Afronding planuitwerking 2025
10 Meanderende Maas Waterschap Aa en Maas ca 10 cm Uitvoering gestart in 2025
11 Brug Veerweg Aphen Provincie Gelderland ca 18 cm, dit betreft de zandwinplas Over de Maas (15 cm) en de verbrede geul (2-3 cm) Uitvoering gereed in 2024

Inzichten vanuit het programma Integraal Riviermanagement

In 2019 is het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) gestart om ook bij extreem hoge of lage waterstanden, de vijf rivierfuncties zo veel mogelijk te bedienen. Die functies zijn: waterveiligheid, natuur en waterkwaliteit, bevaarbaarheid, zoetwaterbeschikbaarheid en regionale (economische) ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. Bij de uitwerking van dit programma zijn een paar belangrijke aanvullende inzichten naar voren gekomen: 

  • Door meer ruimte aan de rivier te bieden stroomt de rivier minder hard. Dit vermindert de erosie van de rivierbodem.
  • Door meer ruimte aan de rivier te bieden zal, bij midden en hoge afvoeren, het vrij afwateren van de zijrivieren langer kunnen plaatsvinden en wordt wateroverlast langs de zijrivieren verminderd.

Het programma IRM gaat inmiddels verder onder de naam Ruimte voor de Rivier 2.0. Onder deze vlag worden twee beleidskeuzes voorbereid voor het riviersysteem. Deze gaan uitspraken doen over bodemligging en afvoercapaciteit en ruimte. Deze twee beleidskeuzes zijn input voor de te herijken voorkeursstrategie Maas. Deltaprogramma Maas en Ruimte voor de Rivier trekken hier daarom samen in op.

De Maas klaar maken voor de toekomst

Terugkijkend op tien jaar Deltaprogramma Maas concluderen Beurskens en Jansen dat het maken van ruimte voor de Maas goed vordert. Dit gaat hand in hand met het realiseren van andere opgaven en kansen. Denk aan het ontwikkelen van natuur en recreatie en het verbeteren van de waterkwaliteit. Ook vermindert de wateroverlast in het achterland. Door rivieren meer ruimte te geven worden dus meerdere doelen gehaald. Het is dan ook niet verrassend dat in het nieuwe regeerprogramma het begrip Ruimte voor de Rivier is omarmd als belangrijke klimaatadaptatiestrategie. Met deze positieve aanpak kunnen we de volgende stappen zetten om de Maas klaar te maken voor de toekomst.