Foto In de regio Rijnmond-Drechtsteden komen veel opgaven samen. Bron: Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden / Tineke Dijkstra

Evert van der Meide en Esma Hoogendijk over de herijking van de voorkeursstrategie Rijnmond-Drechtsteden

Een vroege start, brede scope en intensieve participatie. Zo omschrijven Evert van der Meide en Esma Hoogendijk de aanpak van Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden voor de herijking van de voorkeursstrategie. De trekkers lichten toe en delen de tussenstand. ‘Stél dat de versnelde zeespiegelstijging of verminderde zoetwaterbeschikbaarheid om eerdere aanpassing vragen, dan wil je de alternatieven klaar hebben liggen op de plank.’

Portret Esma Hoogendijk en Evert van der Meide
Esma Hoogendijk en Evert van der Meide zijn voor Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden de trekkers van de herijking van de voorkeursstrategie. Bron: Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden

Evert van der Meide is senior beleidsadviseur water bij de provincie Zuid-Holland (PZH) en adviseert vooral over waterveiligheid. Hij vertegenwoordigt de provincie binnen het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden en legt daarbij de verbinding tussen waterveiligheid en andere ruimtelijke thema’s, zoals verstedelijking. Evert was ook betrokken bij de vorige herijking.

Esma Hoogendijk is adviseur water bij Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid. Ze houdt zich onder andere bezig met het thema Water en Bodem Sturend en het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Samen met Evert is zij trekker van de herijking van de voorkeursstrategie van Rijnmond-Drechtsteden.
 

‘Waarom we dit doen? Veel complexe opgaven komen in het gebied Rijnmond-Drechtsteden bij elkaar, zoals de verstedelijking, havenontwikkelingen, natuurambities en zoetwatervoorziening.’

Wat is er bijzonder aan jullie aanpak?

Evert van der Meide: ‘Wat we terughoren van de Staf deltacommissaris, is dat ze de gestructureerde en integrale aanpak waarderen, waarbij we een brede achterban betrekken. Waarom we dit doen? Veel complexe opgaven komen in dit gebied   bij elkaar, zoals de verstedelijking, havenontwikkelingen, natuurambities en zoetwatervoorziening. Belangrijke “knoppen” voor het landelijke afvoersysteem liggen bovendien hier, zoals de Maeslantkering die rond 2070 aan vervanging toe is. Om al deze opgaven met elkaar te verbinden en ook samenhang te zoeken met de lange termijn, kiezen we voor een brede scope en zijn we vroeg begonnen.’

Landelijke herijking

Elke zes jaar werkt het Deltaprogramma in overleg met alle partners aan de herijking van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën. Herijken is nodig om te onderzoeken of nieuwe inzichten - over klimaatverandering, bodemdaling en sociaaleconomische, politiek-bestuurlijke en maatschappelijke ontwikkelingen - om aanpassingen vragen in de koers en het tempo van het Deltaprogramma. Prinsjesdag 2026 is het weer zo ver, dan verschijnt de tweede herijking. Het landelijke proces hiervoor is eind 2023 gestart. Als onderdeel hiervan  volgen de deelprogramma’s van het Deltaprogramma tegelijkertijd hun eigen proces om de voorkeursstrategieën te herijken. Rijnmond-Drechtsteden (RMD) startte in de zomer 2023 al en pakt het grondig aan.

Welke brede scope?

Esma Hoogendijk: ‘We doen uiteraard het gebruikelijke toetswerk: hoe lang is de huidige strategie nog houdbaar en oprekbaar (werkspoor 1)? Daarnaast willen we de gevolgbeperking binnendijks concretiseren, oftewel meerlaagsveiligheid (werkspoor 2). Hiervoor doen we samen met onze partners onder andere pilots voor een gebiedsgerichte uitwerking in de Hoeksche Waard en in de Alexanderpolder in Rotterdam. Ook concretiseren we de lange termijn opties, denk bijvoorbeeld aan Plan Sluizen (werkspoor 3). Deze werken we de komende periode uit met ontwerpend onderzoek.’

Hoe zit het met de participatie?

Hoogendijk: ‘Om zoveel mogelijk bouwstenen en perspectieven op te halen, organiseren we halfjaarlijkse participatiebijeenkomsten. Hiervan hebben we er nu twee achter de rug. Daarvoor nodigen we ook de blik van buiten uit, zoals de bedenkers van Tweestromenland (het winnende regiovoorstel van de EO Wijersprijsvraag) en Ties Rijcken (TUDelft en publicist over waterveiligheid en natuur). 

Wat opvalt bij de bijeenkomsten, is de brede belangstelling en waardering. Ook minder bekende gezichten laten zich zien, waaronder drinkwaterbedrijven, de veiligheidsregio’s en kleinere gemeenten in de regio. Zij willen weten wat eraan komt, ook al staan ze er wat verder vanaf. Je creëert dus ook bewustwording.’

Een fikse klus met zoveel input en verbindingen; hoe houden jullie het behapbaar?

Van der Meide: ‘Door steeds de focus op de waterveiligheidsstrategie te houden, want dat is uiteindelijk het belangrijkste onderdeel van de herijking.’ 

Hoogendijk vult aan: ‘En met een strakke regie. We hebben alles uitgestippeld en zorgen dat onze tussenproducten steeds goed aansluiten op de landelijke planning. Het zal vast wel eens uit elkaar lopen, maar tot nu toe gaat het soepel.’ 

Van der Meide: ‘Staf deltacommissaris heeft de regierol ook veel steviger opgepakt dan bij de vorige herijking. Zij organiseren maandelijkse bijeenkomsten met alle trekkers om tussentijdse resultaten te delen. Daarnaast zijn er formats ontwikkeld voor de tussenproducten. Dat helpt enorm om het gestructureerd aan te pakken.’

‘Want stel dat het afvoersysteem verandert of dat de versnelde zeespiegelstijging of verminderde zoetwaterbeschikbaarheid om eerdere aanpassing vragen. Dan wil je de alternatieven klaar hebben liggen op de plank.’

Welke tussentijdse conclusies kunnen jullie delen?

Van der Meide: ‘Grote besluiten zullen nog niet worden genomen. De “afsluitbaar-open strategie” voor waterveiligheid is naar verwachting in ieder geval houdbaar tot 2070.’ 

Hoogendijk vult aan: ‘2040 is een belangrijk jaar. Dan voeren we een bovenregionale systeemanalyse uit over de vervanging van de Maeslantkering in 2070. Maar dit jaartal zou in deze herijking zowel naar voren als naar achteren kunnen worden geschoven, afhankelijk van ontwikkelingen zoals de zeespiegelstijging en zoetwaterbeschikbaarheid.’

Wat wordt interessant en spannend in de route naar 2026?

Van der Meide: ‘Begin 2026 moet de conceptstrategie klaar zijn, dus de komende anderhalf jaar gaan we steeds verder uitwerken. In september 2024 organiseren we een werksessie over meerlaagsveiligheid, samen met Waterschap Hollandse Delta. Hier leggen we ook de verbinding met ruimtelijke adaptatie. In december is er weer een brede participatiebijeenkomst. Ondertussen worden de lange termijn opties steeds concreter.

Spannend vind ik vooral hoe de buitenwereld hierop gaat reageren, de media bijvoorbeeld. Want er zit iets dubbelzinnigs in. We zeggen: het fundament is goed, maar tegelijkertijd onderzoeken we de alternatieven. Goed blijven uitleggen dat we dit voor de lange termijn doen is dus cruciaal. Want stel dat het afvoersysteem verandert of dat de versnelde zeespiegelstijging of verminderde zoetwaterbeschikbaarheid om eerdere aanpassing vragen, dan wil je de alternatieven klaar hebben liggen op de plank. En daarvoor doen we nu al ons huiswerk.’ 

Hoogendijk: ‘We vertalen die lange termijn ook terug naar het nu. Welke tussenstappen zijn nodig en welke ruimte willen we reserveren om lock-ins te voorkomen? Dat moet in de huidige strategie ook gaan landen. De boodschap: Bouw niet al je dijken vol.’

Wil je ook uitgenodigd worden voor de werksessies? Stuur een mail naar info-deltaprogrammarijnmonddrechtsteden@rws.nl. Via dit mailadres kun je ook de verslagen opvragen van de twee eerder gehouden bijeenkomsten.