Foto Waterberging in het Molenvlietpark aan de rand van Den Haag. Bron: Valerie Kuypers

Onderzoek slaat brug tussen korte en lange termijn en tussen water en ruimtelijke ordening

Waar hebben we ruimte nodig voor water, zodat we in tijden van wateroverlast water tijdelijk kunnen vasthouden? En kunnen we water langdurig vasthouden, zodat we het water weer kunnen gebruiken in tijden van waterschaarste? Om hier meer inzicht in te krijgen, loopt in Centraal Holland een tweejarig onderzoek, waarbij water en ruimte samen optrekken. Uitgangspunt van het onderzoek is de wisselwerking tussen wateropgaven en ruimtelijke opgaven en functies. Het watersysteem kan het niet meer alleen oplossen in Centraal Holland. Het is nodig om het water de ruimte te geven die het vraagt. Doen we dit niet, dan neemt het de ruimte. Met overlast, schade en potentiële ontwrichting tot gevolg.

‘Geef water de ruimte’ is één van de adviezen van de Deltacommissaris voor Deltaprogramma 2025. Het Delta-programma kan per regio in beeld brengen waar kwetsbaarheden zijn voor te weinig en te veel water. Daaruit volgt welke aanpassingen in de inrichting en landgebruik mogelijk zijn en welke risico’s overblijven voor watergebruikers. Lees meer over de adviezen en het Deltaprogramma 2025 via de website.

Intensivering ruimtegebruik

Naast klimaatverandering, zet de intensivering van het ruimtegebruik het watersysteem in Centraal Holland (het Amsterdam-Rijnkanaal/Noordzeekanaalsysteem en de daaraan verbonden regionale watersystemen) steeds verder onder druk. Een groeiend aantal gebruikers wil gebruikmaken van het schaarser wordende zoete water. Door toename van verhard oppervlak voeren we onder natte omstandigheden steeds meer en sneller  water af op het watersysteem. Nieuwe woningen, maar ook bedrijventerreinen en andere vormen van verstedelijking, worden grenzend aan het watersysteem gebouwd of komen in plaats van onze polders. In Nederland zijn zestien gebieden aangewezen als NOVEX-gebied, waar grote ruimtelijke transities vragen om een ontwikkelperspectief. In Centraal Holland staan voor vijf NOVEX-gebieden, waaronder het Noordzeekanaalgebied en de Metropoolregio’s Amsterdam en Utrecht, de komende decennia grote ruimtelijk-economische en verstedelijkingsopgaven op de rol. Niet alleen het huidige economisch kapitaal (miljarden) en inwoners (miljoenen) in het gebied, maar ook alle toekomstige investeringen en inwoners zijn afhankelijk van het functioneren van het watersysteem in Centraal Holland.

Ruimte voor water

Om het watersysteem nu en in de toekomst te laten functioneren moet het voortdurend technisch aangepast worden. Maar technische aanpassingen alleen zijn niet meer genoeg. Tegelijkertijd dienen we ook het ruimtegebruik in balans te brengen met het water- en bodemsysteem En door het watersysteem en daarmee het gehele gebied robuuster te maken door water - meer dan nu - de ruimte te geven. Extra ruimte voor water biedt de mogelijkheid om plotselinge hoeveelheden water beter op te kunnen vangen (het bergen van water). Of om water langdurig vast te houden in voorbereiding op tijden van droogte (waterconservering).

Gezamenlijk onderzoek

Binnen Centraal Holland zijn de provincies Utrecht en Noord-Holland, vier waterschappen en Rijkswaterstaat begin 2024 een gezamenlijk, tweejarig onderzoek gestart. Het onderzoek moet eerste inzichten geven in waar  extra ruimte voor water mogelijk is en wat de mogelijkheden daarvoor zijn? Wat zijn de ordergroottes? En wat is nodig om dat uit te kunnen voeren? Dat vraagt veel waterexpertise én kennis van het ruimtelijk domein en instrumentarium. Het onderzoekt kent drie fases. Voor de meest belangrijke gebieden zal er in de derde fase uiteindelijk ook gerekend worden aan benodigde omvang van de ruimte voor waterDe eerste fase van het onderzoek is een quick scan en wordt momenteel uitgevoerd door het bureau FABRICations. Deze fase levert al belangrijke input voor de NOVEX-uitvoeringsagenda’s en voor de uitwerkingen van provinciale Ruimtelijke Voorstellen en Omgevingsvisies.

'Ik ben blij dat dit onderzoek de brug slaat tussen water en ruimte. En tussen de korte-termijn-uitvoeringsagenda’s van NOVEX-gebieden en wat er ruimtelijk nodig is om Centraal Holland robuust en leefbaar te maken en houden op de lange termijn. Het laat zien dat water en ruimte hand in hand kunnen gaan en samen moeten optrekken'.

Willemijn Streutker, programmamanager Centraal Holland

Quick scan

De eerste fase van het onderzoek, de quick scan, wordt in oktober 2024 afgerond. Het gehele onderzoek loopt naar verwachting door tot in 2026.  De quick scan maakt inzichtelijk welke maatregelen in het kader van wateroverlast en watertekort in Centraal Holland ruimtelijke impact hebben, en geeft een eerste beeld wat het ruimtebeslag van deze maatregelen is. Voor wateroverlast kijken we daarvoor naar het lokaal vasthouden van water om overlast te beperken. Naar het inrichten van overloopgebieden om overstromingen te voorkomen. En het reserveren van ruimte voor het vergroten van de aan- en afvoercapaciteit van het watersysteem. Voor de maatregelen bij watertekort kijken we naar het lokaal bufferen van water om te gebruiken op droge momenten. Ook wordt er gekeken naar het beperken van de watervraag door aanpassingen in peilbeheer en landgebruik en door de watervraag te beperken door slim om te gaan met kwel en wegzijging. 

Het proces van onderzoek ruimte voor water
Beelden v.l.n.r.: In het watersysteem zelf, fysieke ingreep t.b.v. vergroten berging en inundatie accepteren in de laagste delen. Bron: FABRICations

Combineren en reserveren

Eerste inzichten uit de quick scan laten in vrijwel iedere polder beslag op de ruimte zien als gevolg van het reserveren van ruimte voor waterberging om wateroverlast te voorkomen. Het is verstandig om nu ruimte vrij te houden die we in de toekomst in willen kunnen zetten. Bijvoorbeeld voor piekberging om calamiteiten te voorkomen. Reserveren van ruimte voor waterberging is goed te combineren met andere functies en het versterken van ruimtelijke kwaliteit. Tegelijkertijd betekent het ook dat niet alle functies nog mogelijk zullen zijn in die gebieden. 

Gezamenlijke taal

Wat opvalt binnen het onderzoek, is dat er veel mogelijkheden zijn om water tijdelijk op te vangen. Daar zijn ook al voorbeelden van. Denk daarbij aan piekwaterbergingen, water bergen in de laagste delen van polders of noodoverlopen. Ieder van deze maatregelen ziet er anders uit en vraagt om een andere inrichting, afspraken en schaalniveau. Grootschalige piekwaterberging, zoals in de Houtrakpolder wordt voorgesteld, betekentbijvoorbeeld iets anders dan groenblauwe dooradering door poldersloten te verbreden. Zowel in omvang, landschappelijke impact, kosten en ruimte. Daarnaast valt op dat dezelfde maatregel niet door elke partij hetzelfde wordt geïnterpreteerd. We streven daarom in het traject ook naar een gezamenlijke (beeld)taal. Niet in de laatste plaats om ook in taal de brug te slaan van water naar ruimtelijke ordening. Beelden helpen daarbij. En passen bij de zoektocht en ambitie van Centraal Holland om water en ruimte daadwerkelijk met elkaar te verbinden.