Foto Herinrichting van de Kruidenbuurt in Tilburg. Maatregelen waren getroffen om wateroverlast bij hevige regenbuien te voorkomen. Zo werden verlaagde zones gegraven met wadi's om water te bergen. Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

Gastcolumn van Irene Jansen, directeur Ruimtelijk Beleid bij VRO

De afgelopen jaren heeft het Deltaprogramma het voortouw genomen om de wereld van de ruimtelijke ordening en de wereld van het water nader tot elkaar te brengen. Ook wij, vanuit het kersverse ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening, hebben steeds meer de verbinding gelegd met de collega’s die werken aan wateropgaven, zowel bij het Rijk als bij de medeoverheden. Het is maar goed ook dat we elkaar steeds beter vinden. Nederland staat immers voor een aantal grote opgaven en die kunnen we niet alleen of sectoraal oplossen. 

Portret Irene Jansen
Irene Jansen. Bron: Algemene Bestuursdienst (ABD)

Irene Jansen is sinds april 2022 directeur Ruimtelijk Beleid en plv DG Ruimtelijke Ordening bij het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke ordening (voorheen ministerie van BZK). De directeur Ruimtelijk Beleid is verantwoordelijk voor de Nota Ruimte, de GEO-informatie/basisregistraties, grondbeleid en de juridische kant van de Omgevingswet.

De komende periode wordt hard gewerkt aan een nieuwe Nota Ruimte. Dit wordt de nieuwe visie op de ruimtelijke inrichting van Nederland in 2030, 2050 en met een doorkijk naar 2100. Vooral op het gebied van water, bodem en klimaat is die doorkijk naar 2100 relevant. Het klimaat in Nederland zal er over 75 jaar anders uitzien dan nu: het wordt warmer en periodes van droogte of juist extreme buien komen vaker voor. Nederland moet daarop voorbereid zijn, onder andere door voortvarend aan de slag te gaan met een klimaatadaptieve inrichting van de ruimte in ons land. Het water- en bodemsysteem speelt daarbij een centrale rol. 

‘In de nieuwe Nota Ruimte komen meer ruimtelijke opgaven samen, geven we richting en maken we keuzes’

Urgente opgaven

Tegelijkertijd zijn we ons er terdege van bewust dat er ook andere urgente opgaven met een duidelijke ruimteclaim zijn. Zo gaan we bijvoorbeeld een energietransitie tegemoet die gepaard gaat met een aanvullende ruimtevraag voor nieuwe energiebronnen en -infrastructuur. Daarnaast moeten we op korte en lange termijn een groot aantal nieuwe woningen realiseren om ervoor te zorgen dat iedereen nu en in de toekomst een dak boven zijn hoofd heeft. In de nieuwe Nota Ruimte komen deze en meer ruimtelijke opgaven samen, geven we richting en maken we keuzes. De samenwerking met het Deltaprogramma is hierbij bijzonder waardevol. 

Concrete producten

Naast de Nota Ruimte hebben de ministeries van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening en Infrastructuur en Waterstaat ook samengewerkt aan twee concrete producten op het gebied van het klimaatadaptief inrichten van de fysieke leefomgeving: het ‘Ruimtelijk afwegingskader klimaatadaptieve gebouwde omgeving’ en de ‘Landelijke maatlat voor een groene, klimaatadaptieve gebouwde omgeving’. Voor ons als ruimtelijke ordenaars zijn dit soort instrumenten enorm behulpzaam bij het maken van ruimtelijke keuzes in samenhang met het water- en bodemsysteem. 

‘Het vroegtijdig en op de juiste wijze meenemen van het water- en bodemsysteem in de planvorming helpt om de juiste keuzes te maken voor locatie en inrichting van nieuwe ontwikkelingen’

Het Ruimtelijk afwegingskader, dat helpt om klimaatbestendige keuzes te maken over wáár nieuwbouw kan plaatsvinden, laat zien dat het grootste deel van Nederland ook in de toekomst geschikt is om te bouwen. Het kader laat ook zien dat er op sommige plekken maatregelen getroffen moeten worden om te voorkomen dat bijvoorbeeld nieuwe huiseigenaren of overheden worden opgezadeld met kosten als gevolg van (funderings)schade door bodemdaling of wateroverlast. 

Klimaatadaptief bouwen 

Het vroegtijdig meenemen van het water- en bodemsysteem in de planvorming helpt om de juiste keuzes te maken voor locatie en inrichting van nieuwe ontwikkelingen. Zo zien we dat bijvoorbeeld ook in de ontwikkeling van Amsteleind aan de westkant van Oss. Op het eerste gezicht is Amsteleind misschien een onlogische plek voor verstedelijking vanwege de hydrologische condities. In een intensief samenwerkingsproces hebben gemeente, provincie en waterschap echter al vroeg in de ontwerpfase water- en bodemaspecten meegenomen. Hierdoor is de ontwikkeling van Amsteleind uiteindelijk een toonaangevend voorbeeld geworden vanklimaatadaptief bouwen. Daarbij is het gebruik van goede geo-informatie overigens cruciaal. In het bepalen van de precieze locatie voor de bouw van de circa 3.000 woningen zijn hydrologische condities en bodemgesteldheid uiteindelijk bepalende factoren geweest. Woningbouw en klimaatadaptatie gaan hier hand in hand.

‘Mijn inzet is om de goede samenwerking die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd niet meer los te laten’

Dit soort goede voorbeelden, van abstract tot heel concreet, laat zien dat een goede samenwerking tussen de wereld van de ruimtelijke ordening en de wereld van het water gelijk al haar vruchten afwerpt. Er ontstaat nieuw perspectief in het ruimtelijk domein door samen tijdig de blik te richten op wat wél kan. Mijn inzet is om de goede samenwerking die we de afgelopen jaren hebben opgebouwd niet meer los te laten. Het werken aan de toekomst van Nederland kunnen we niet alleen, daar hebben we iedereen bij nodig.