Foto Van links naar rechts: Emma Hilhorst, Emiel van de Maat, Tami de Lange, minister Harbers, Lies Lelij, Laura Arends, Christine Boschman. Bron: Ministerie van IenW

Young Professional Tami de Lange over de reactie op kamerbrief 'Water en Bodem Sturend'

Als reactie op de kamerbrief 'Water en Bodem Sturend' schreven trainees van het Nationaal Water- en Bodemtraineeship een brief aan minister Harbers van Infrastructuur en Waterstaat. Young professional Tami de Lange was een van de opstellers. In dit artikel vertelt ze over de achtergronden van deze brief, de reactie van de minister en haar ervaringen met het Deltaprogramma.

Tami de Lange
Tami de Lange. Bron: Privé

Tami de Lange (26) studeerde in Utrecht Sociale Geografie en Planologie en rondde daarna de master International Relations in Historical Perspective af. Ze is een trainee bij het Nationaal Water- en Bodemtraineeship. Via het Waterschap Limburg werkt ze als coördinator Internationaal voor het Programmabureau Stroomgebied Maas. In deze functie verzorgt de afstemming op het gebied van waterkwaliteit, waterbeschikbaarheid, wateroverlast en crisismanagement voor het Nederlandse Maasstroomgebied met Duitsland en België. Ook in haar vrije tijd staat water centraal: ze zwemt, roeit en zeilt, en werkte vele zomers als strandwacht in Zeeuws-Vlaanderen.  

Je bent trainee bij het Nationaal Water- en Bodemtraineehsip. Wat houdt dit precies in? 

‘Naast mijn werkzaamheden bij het Programmabureau Stroomgebied Maas ben ik inderdaad ook trainee. Dit is een tweejarig opleidingsprogramma, waarbij ik mijzelf en de watersector beter leer kennen. Op de vrijdagen heb ik bijvoorbeeld training over persoonlijke ontwikkeling, doe ik projecten samen met andere trainees of gaan we op bezoek bij andere waterorganisaties door heel Nederland.’

Samen met andere trainees schreef je een brief aan minister Harbers. Vanuit welke drive ontstond die brief?

‘Voor het traineeship deed ik eind 2022 samen met vier andere trainees een project over 'water en bodem sturend'. De kamerbrief was toen net verschenen. Daarin stond dat we moeten stoppen met afwentelen. We moeten niet afwentelen van privaat naar publiek, niet afwentelen naar andere gebieden of functies, en niet afwentelen op toekomstige generaties. We voelden ons vooral op dit laatste rechtstreeks aangesproken als trainees, de toekomstige generatie water- en bodemprofessionals. Daarom besloten we om een reactie te sturen naar de minister.’
 

‘De kamerbrief laat ons duidelijk weten dat niet alles meer overal kan. Dan moeten we ook het lef hebben om te bepalen wat wel en wat niet meer kan, en daar keuzes in maken’

In gesprek met de minister
Tami is samen met andere trainees in gesprek met minister Harbers. Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
Presentatie voor de minister
Tami gaf samen met de trainees een presentatie voor minister Harbers. Bron: Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat

In de brief aan de minister geven jullie aan dat in de kamerbrief een duidelijke definitie ontbreekt van 'water en bodem sturend'. Waarom is een duidelijke definitie volgens jullie zo belangrijk? Welke definitie hanteren jullie zelf, en hoe zijn jullie tot die definitie gekomen?

‘We hebben zelf behoorlijk geworsteld met het vinden van een geschikte definitie. Wanneer is iets 'water en bodem sturend'? Aan de ene kant klinkt het logisch om het water- en bodemsysteem weer op nummer één te zetten. Maar als we teruggaan naar een natuurlijke situatie, hoe bepaal je dan wat ooit het natuurlijk systeem was en hoever ga je daarbij terug in de geschiedenis? Tegelijkertijd beseften we ook dat de maakbaarheidsgedachte van ons land diep geworteld is in onze cultuur. Onze belangrijkste toeristische trekpleisters, zoals polders met molens en koeien, zijn verbonden aan een geschiedenis van ontpoldering en droogmakerijen. Ook politiek gezien kent het geloof in de maakbaarheid van ons land en onze samenleving een lange geschiedenis. Het waterschap is zelfs de oudste democratische bestuursvorm in Nederland. De maakbaarheid van Nederland is onlosmakelijk verbonden met onze identiteit.’

‘Uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat 'water en bodem sturend' betekent dat er eerst moet worden gekeken hoe het water- en bodemsysteem in elkaar zit of heeft gezeten. Daarna kun je pas kijken welke functies hier het best bij aansluiten. Hiervoor moet uiteraard wel ver vooruitgekeken worden, misschien wel vijftig of honderd jaar. Ook moeten we rekening houden met klimaatverandering om duurzame beslissingen te kunnen maken over de functies. Dat houdt ook in dat er aanpassingen aan het systeem gedaan kunnen worden, mits deze duurzaam zijn. 'Water en bodem sturend' betekent volgens ons namelijk niet dat er een einde komt aan de maakbaarheidsgedachte die onderdeel is van onze Nederlandse identiteit. We moeten deze maakbaarheid wel anders vorm gaan geven en daarvoor moeten politieke keuzes gemaakt worden. De kamerbrief laat ons duidelijk weten dat niet alles meer overal kan. Dan moeten we ook het lef hebben om te bepalen wat wel en wat niet meer kan, en daar keuzes in maken!’

Doel is vijfdelig

Het voorstel van de trainees is om vanuit het netwerk van het Nationaal Water- en Bodemtraineeship ondersteuning te bieden bij het oprichten van een (inter)nationaal kennisplatform. Het doel van het platform is vijfledig.

1. Inspiratiebron 

‘Er zijn talloze goede voorbeelden van initiatieven en projecten die het principe van 'water en bodem sturend' al hebben toegepast. Zowel binnen onze landsgrenzen als internationaal. Deze kunnen we binnen het kennisplatform als inspiratiebron samenbrengen. Een inspirerend internationaal voorbeeld zag ik vorige zomer met een groep trainees, toen we op kano-excursie gingen op de Allier in Frankrijk. Dit is een rivier die nog bijna volledig “vrij'' mag stromen.’ 

2. Uitwisseling van kennis en kunde 

‘Waarom zouden we overal het wiel opnieuw moeten uitvinden, als we ook gezamenlijk en daarmee veel efficiënter naar best practices kunnen zoeken?’ 

3. Opleidingsprogramma 

‘Er moet, volgens ons, binnen opleidingsprogramma’s voor de huidige en nieuwe generatie water- en bodemprofessionals meer aandacht komen voor 'water en bodem sturend'. Op dit moment zijn we in Nederland namelijk nog niet gewend om het water- en bodemsysteem binnen de ruimtelijke ordening op nummer één te zetten.’ 

4. Nationaal bewustzijn 

‘Het nationaal bewustzijn voor het belang van ons water- en bodemsysteem moet volgens ons op verschillende vlakken worden vergroot. Eigenlijk moeten alle inwoners van Nederland bekend zijn met 'water en bodem sturend', want de toekomstige inrichting van ons land gaat iedereen aan.’ 

5. Plan van aanpak 

‘Uiteindelijk kan met alle opgedane kennis en kunde binnen het kennisplatform een plan van aanpak voor 'water en bodem sturend' worden gemaakt.’ 

Jullie zijn op bezoek geweest bij de minister om de brief aan te bieden. Wat was de reactie van de minister op jullie aanbevelingen? En hoe houden jullie een vinger aan de pols over de opvolging van jullie aanbevelingen? 

‘Op 6 juli 2023, één dag voordat het kabinet viel, gingen we op bezoek bij minister Harbers om hem onze brief persoonlijk te overhandigen. De minister begreep onze oproep om alles te geven om 'water en bodem sturend' in de praktijk ook echt te laten slagen. Hij was blij met ons aanbod om hem daarbij als jonge water- en bodemprofessionals te helpen. Sinds die tijd zijn we in contact met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat om te kijken hoe we als jongeren een rol kunnen spelen in de uitvoeringsstrategie van 'water en bodem sturend'. Hierin staat specifiek opgenomen dat men jongeren wil betrekken. Ook de Jonge Klimaatbeweging en JongRES* zijn hierbij aangehaakt. Helaas zitten we voor mijn gevoel nog niet echt aan tafel om mee te beslissen over belangrijke keuzes. Bovendien wordt er voor ons gevoel op dit moment weinig actie ondernomen. Waarschijnlijk heeft dat te maken met de kabinetsformatie.’

‘Toch zitten we in de tussentijd niet stil. We hebben inmiddels een gemotiveerde groep trainees en oud-trainees gevormd die het leuk vindt om met het onderwerpaan de slag te gaan. Eens in de zoveel weken komen we bij elkaar. Zo denken we op dit moment met een aantal trainees mee over de besteding van prijzengeld dat is gewonnen door het Gebiedsontwikkelingsproject Ooijen-Wanssum. We willen misschien een korte film opnemen over dit geslaagde 'water en bodem sturend'-project als voorbeeld voor andere gebieden in Nederland. En zo zijn er veel meer ideeën en initiatieven die we willen oppakken.’

* JongRES vertegenwoordigt de regionale belangen van jongeren voor een duurzame leefomgeving richting de overheid en politiek. Het doel is om te zorgen voor een duurzame leefomgeving, passend bij de regionale context.

Tot slot: Hoe kwam jij in aanraking met het Deltaprogramma? En hoe kan het Deltaprogramma volgens jou meer verbinding zoeken en vinden bij jongeren?

‘De eerste keer dat ik van het Deltaprogramma hoorde, was tijdens mijn stage bij Waterschap Limburg. Mijn eerste Deltacongres in Maastricht herinner ik me nog goed: dat heeft grote indruk op mij gemaakt. Inmiddels ben ik zelf inhoudelijk bezig met het Deltaprogramma bij het Programmabureau Maas. Daar werken we aan de regionale uitwerking van het Deltaprogramma Zoetwater voor de Maasregio (Deltaplan Hoge Zandgronden) en faciliteren we het bestuurlijke gesprek in het Regionaal Bestuurlijk Overleg Maas (RBO Maas) ook voor het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA, Platform Klimaatadaptatie Zuid-Nederland).’

‘Ik vind dat het Deltaprogramma al grote stappen heeft gezet in het bereiken van jongeren. De deltacommissaris en staf staan voor mijn gevoel zeer open voor feedback van de nieuwe generatie en gaan regelmatig het gesprek aan met jongeren, bijvoorbeeld op het Deltacongres in Haarlem. Ook de jongerenvisie op het Deltaprogramma 2024, geschreven door vier jongeren in de watersector, laat zien dat er verbinding is tussen het Deltaprogramma en jongeren.’

‘Wat voor mijn gevoel nog beter kan, is om niet alleen ter inspiratie het gesprek aan te gaan met jongeren, maar ons ook daadwerkelijk mee te laten beslissen. Wij voelen meer dan ooit de urgentie om beter voor onze leefomgeving te zorgen. We maken ons zorgen over klimaatverandering en de leefbaarheid van ons land. Wat mij betreft zouden er aan alle belangrijke tafels die over de ruimtelijke inrichting en toekomst van ons land gaan één of twee jongerenvertegenwoordigers moeten zitten. We gaan graag het gesprek aan, maar we beslissen ook graag mee over onze toekomst.’

Kwartiermaker voor jongerenparticipatie 

Op 1 februari 2024 is Mare de Wit gestart als kwartiermaker Betrekken, Borgen en Bewaken. Dit doet zij in opdracht van de staf van de deltacommissaris, Rijkswaterstaat, het directoraat-generaal Water en Bodem en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. 

Lees hier het voorwoord van Mare