Foto Een boer is bezig op zijn land in Schokland, Flevoland. Bron: Erik Jansen
Interview met Kathleen Goense, algemeen directeur van ZLTO, en Hendrik Jan ten Cate, bestuurslid bij ZLTO
De land- en tuinbouw zorgt voor gezond voedsel en fijn groen om ons heen. Agrariërs hebben daarnaast veel invloed op de waterhuishouding, het grondgebruik en de algehele gezondheid van het land. Deze thema’s staan ook in het Deltaprogramma centraal. Er wordt volop geïnnoveerd, maar boeren en tuinders hebben andere partners ook hard nodig. Een van de grotere organisaties die zich inzet voor de boeren is de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO). Volgens algemeen directeur Kathleen Goense zorgen boeren en tuinders voor ‘het fundament van de samenleving’, waarmee ze de toewijding van ZLTO aan haar leden glashelder maakt. Samen met ZLTO-bestuurder Hendrik Jan ten Cate legt ze uit hoe de organisatie te werk gaat, hoe er wordt samengewerkt en welke uitdagingen ZLTO mee te maken heeft.
Hendrik Jan ten Cate is sinds eind 2023 bestuurslid bij ZLTO en portefeuillehouder Bodem & Water. Daarnaast is hij akkerbouwer. Sinds het afronden van zijn studie werkt hij in dit familiebedrijf dat zijn ouders hebben opgezet. In de afgelopen jaren vervulde hij verschillende bestuursfuncties bij onder andere het Wildebeheereenheidsbestuur en de Vakgroep Akkerbouw Vollegrondsgroente.
Kathleen Goense is sinds december 2018 algemeen directeur van ZLTO. In het verleden werkte zij bij Rabobank en DLL, een organisatie met veel agri- en foodaffiniteit. Ze bleef werkzaam in de agribusiness, in verschillende directiefuncties en werkte daarvoor vier jaar op het Afrikaanse continent met haar eigen bedrijf. Bij ZLTO zet ze zich in voor een goed functionerende food- en agriketen, met name voor boeren en tuinders.
ZLTO vertegenwoordigt een zeer grote groep boeren en tuinders in het zuiden van Nederland. De variatie in boeren en tuinders die lid zijn is groot, zo blijkt uit een opsomming die Goense moeiteloos maakt: ‘van boomkwekers tot varkenshouders, van fruittelers tot akkerbouwers, van zorgboerderijen tot agrarische kinderdagverblijven en van de konijnenhouderij tot glastuinbouw’.
De spil van de sector bij klimaatadaptief werken
Het veranderende klimaat en de extreme weersverschillen die daarbij horen, zorgen voor een duidelijke opgave voor agrariërs. Verzilting zorgt voor druk op de waterkwaliteit, grote hoeveelheden neerslag leiden tot ondergelopen akkers (en dorpen en steden), lange droge zomers laten oogsten compleet mislukken en het land uitdrogen. ‘Daarom zijn wij ook met onze leden bezig om meer klimaatadaptief te werk te gaan. In de praktijk betekent dat precisielandbouw, maatwerk per bedrijf’, zo legt Goense uit.
‘Wij zetten in op precisielandbouw, maatwerk per bedrijf.’
En het gaat om nogal wat bedrijven, ZLTO telt zo’n 11.500 leden afkomstig uit Zeeland, Noord-Brabant en Zuid-Gelderland. De vereniging bestaat al 180 jaar en fungeert onder meer als belangenbehartiger. Maar daar blijft het niet bij, want ZLTO is eigenlijk de spil in alles wat er in de sector gebeurt. Ten Cate beschrijft dit als een driehoek: ‘je hebt belangenbehartiging, onderzoek en onderwijs. En in die driehoek vinden innovaties plaats. Wij proberen geld vrij te maken voor onderzoek, en als dat een bepaalde methode oplevert, willen we die ook weer uitrollen in de praktijk. Wij zijn een belangrijke speler om dat voor elkaar te krijgen.’
Niet enkel afvoeren
Het centrale pleidooi van Ten Cate en Goense komt neer op het werken aan een nieuwe delta, waarbij de infrastructuur niet alleen meer gericht is op waterafvoer. Op dit moment is dat namelijk nog teveel het geval. ‘We laten nog heel veel zoetwater weglopen in de Noordzee. En dat terwijl de helft van Nederland gaat verzilten’, beschrijft Goense. ‘In de zomermaanden is de Rijn nog steeds een enorme zoetwaterkraan voor Nederland’, vult Ten Cate aan, ‘dus we moeten maatregelen treffen in de Rijnmond Maasmonding. Met slimme methodes kan je ervoor zorgen dat je een zouttong voorkomt (waarbij zout water een zoete bekken binnendringt en onder het zoete water doorkruipt, red.). Dan heb je meer water tot je beschikking om in het achterland te verdelen en op die manier verdroging tegen te gaan.’
Deze observatie loopt als een rode draad door hun verhaal en duidt op een grotere cultuuromslag. Een omslag die enerzijds moet zorgen voor een betere waterafvoer en anderzijds voor een goede zoetwatervoorziening. ‘Het was de afgelopen jaren ook een beetje gemakzucht; we dachten altijd dat we zo snel mogelijk van al het water af moesten, door het af te voeren en door het onttrekken van grondwater’, schetst Ten Cate. ‘Pas de laatste jaren zie je, door die droge zomers, een kanteling in onze manier van denken: het vasthouden van water als buffer vinden we nu echt belangrijk. En aangezien we op de middellange termijn, de komende 50 jaar, nog genoeg afvoerwater van de Rijn in Nederland hebben, kunnen we dat water een stuk beter verdelen.’
‘We laten nog heel veel zoetwater weglopen in de Noordzee. En dat terwijl de helft van Nederland gaat verzilten.’
Van masterplan tot convenant
Een belangrijke manier voor ZLTO om die cultuuromslag te vertalen naar diverse pilots en projecten, is het deelnemen aan grotere beleidsplannen en -afspraken. Soms is ZLTO hier zelf de aanjager van, zoals voor het Masterplan Zoetwater voor Zeeland. ‘Dat is echt ons initiatief geweest, waar we waterschap, provincie en het bedrijfsleven bij betrokken hebben’, vertelt Goense trots. ‘Want onze leden merkten gewoon al sneller dan andere organisaties dat er iets aan het gebeuren was. Er was wel een regenoverschot, maar niet overal vanzelfsprekend zoetwater. Dus het was tijd om aan een masterplan te werken.’ Een ander voorbeeld is het Grondwaterconvenant, waarin ZLTO samenwerkt met de Brabantse provincie, waterschappen, drinkwaterbedrijf Brabant Water, Brabantse Milieufederatie, terreinbeheerdersorganisaties en de Brabantse industriële grootwaterverbruikers. ‘Vanuit de landbouw en diverse andere partijen is de watervraag enorm gegroeid, er is een flinke bevolkingsgroei, je moet de natuurgebieden onderhouden en de industrie onttrekt flink veel water’, somt Ten Cate op. ‘Dus hebben we de ambitie uitgesproken voor meer grondwaterbesparing enerzijds en extra infiltratie anderzijds. Daar kunnen wij als boeren ook een grote rol bij spelen.’
Innovatie en maatwerk
De praktijkervaring van Ten Cate en Goense zorgt voor een groot aantal voorbeelden die laten zien hoe boeren en tuinders constant innoveren om toekomstbestendig te blijven, en daarbij ook breed samenwerken met andere partijen. Zo loopt al vijf jaar het project Boer Bier Water, waarbij lokale boeren en tuinders samenwerken met bierbrouwerij Bavaria om affluent, het water dat de brouwerij niet meer gebruikt, in te zetten op landbouwgronden. Het watergebruik wordt op deze manier circulair. ‘Dit project loopt nu ook in meerdere bedrijven, van Zeeland tot Gelderland. Het water voldoet gewoon aan de waterkwaliteit en je kan het dus heel goed inzetten’, aldus Ten Cate.
‘Als elke boer de juiste maatregel op de juiste plek kan treffen, genereer je uiteindelijk ook de meeste impact.’
Daarnaast zijn er ook voorbeelden waarbij al het regenwater het hele jaar in de grond wordt opgevangen en geïnfiltreerd, zodat het weer onttrokken kan worden in droge periodes. ‘Daaraan werken we nu al met tientallen boeren. Zij gebruiken een BedrijfsBodemWaterplan, en die methode proberen we flink op te schalen de komende jaren, naar een groot aantal bedrijven’, vertelt Ten Cate.
‘Dit is dus maatwerk dat echt past bij precisielandbouw’, licht Goense toe, ‘we zorgen echt per locatie en per bedrijf voor een bodembeheerstrategie. Hoe ga je om met droogte, teveel water en waterkwaliteit op jouw plek?’ ‘En dat is ook wel iets waar we als land- en tuinbouwsector naartoe moeten groeien, dat elke boer en tuinder de juiste maatregel op de juiste plek kan treffen. Dan genereer je uiteindelijk ook de meeste impact’, vult Ten Cate aan.
Garen op de klos uitrollen
Door al deze verschillende projecten, ideeën en agrarische ondernemers samen te brengen, draagt ZLTO bij aan gezonde en duurzame land- en tuinbouw. Met soms relatief weinig middelen zijn er veel mooie projecten gerealiseerd. Goense en Ten Cate zijn zich bewust van het grote belang van samenwerken. Ten Cate: ‘We kunnen niet zonder elkaar. Die samenwerking leidt tot enorm waardevolle projecten waar we veel kennis mee opdoen en hebben opgedaan’. ‘Gelukkig zijn de contacten met alle waterschappen goed. We werken goed samen met provincies en met het Deltaprogramma’, voegt Goense toe. Maar beiden benadrukken ook het belang van doorpakken en een sterke nationale visie. ‘Je wilt niet alleen maar garen op de klos zien, niet alleen maar plannen ontwikkelen, maar ook uitrollen. En wij zitten midden in al die discussies waarin we de scherpte wel moeten blijven opzoeken’, benadrukt Ten Cate. ‘Als we echt stappen willen maken, moeten we dat op bedrijfsniveau doen en laten zien dat het kan’. ‘En we moeten écht toe naar een nieuwe Delta’, benoemt Goense nogmaals duidelijk.