Foto Rijkswaterstaat voert suppletiewerkzaamheden uit aan de Westkappelse Zeedijk in Zeeland. Met de strandsuppletie draagt Rijkswaterstaat bij aan instandhouding van de kustveiligheid. Zo blijft Walcheren goed beschermd tegen de zee. Bron: Paul van Baardwijk
Ir. Dick Butijn: ‘Dit is een oplossing die geen ruimte kost, maar oplevert’
Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de deltacommissaris startten in 2019 het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Hierbij werden denkrichtingen vastgesteld, die in 2023 een concretiseringsslag kregen in drie consortia: Beschermen, Zeewaarts en Meebewegen. Ir. Dick Butijn leverde een bijdrage aan het consortium Zeewaarts over de Haakse Zeedijk. Deltanieuws sprak met hem over het plan voor een tweede kustlijn van Nederland.
Ir. Dick Butijn presenteerde in 2010 een plan om kustmeren in de Noordzee aan te leggen voor opslag van energie en om Nederland te beschermen tegen zeespiegelstijging. Hij kwam in contact met Rob van den Haak († 2019) die in 2003 onder de naam De Haakse Zeedijk vrijwel eenzelfde plan had bedacht. Ze optimaliseerden samen het plan tot De Tweede Kustlijn. Het plan kwam voort uit de overtuiging dat de huidige beschermingsstrategie, namelijk open riviermondingen en het verhogen van rivierdijken, op termijn niet houdbaar is. Butijn heeft als plannenmaker meegedaan in het consortium Zeewaarts van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging.
Kennisprogramma Zeespiegelstijging: uitwerking van denkrichtingen
Een van de doelen van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging is om mogelijke alternatieve denkrichtingen voor de lange termijn in beeld te krijgen. Daarbij wordt gekeken naar een zeespiegelstijging die kan oplopen tot vijf meter. Deze denkrichtingen omvatten Beschermen Open, Beschermen Gesloten, Zeewaarts en Meebewegen.
'Door het beschikbaar komen van 3000 km2 nieuwe ruimte kan de tweede kustlijn bijdragen aan het verdienvermorgen van Nederland'
In Beschermen Open zijn de mondingen van Rijn en Maas open, en is er vrije uitwisseling van zee- en rivierwater. In Beschermen Gesloten zijn de riviermondingen gesloten met een spui- en sluizencomplex, en moet overtollig rivierwater naar zee worden weggepompt. Deze denkrichtingen vereisen de inzet van veel techniek en grote waterbouwkundige ingrepen. Meebewegen is een denkrichting die minder inzet op techniek en meer op aanpassen aan de stijgende zeespiegel, door een meer waterbestendige ruimtelijke inrichting.
Deze denkrichtingen zijn de afgelopen jaren in gebiedsgerichte bijeenkomsten uitgewerkt in mogelijke maatregelencombinaties. In 2023 voerden drie consortia hierop een concretiseringsslag uit: Beschermen, Zeewaarts en Meebewegen. In deze consortia werkten ingenieursbureaus, landschapsarchitecten, wetenschappers en overheden samen.
Denkrichting Zeewaarts
Het Kennisprogramma Zeespiegelstijging verkende ook de denkrichting Zeewaarts. Butijn leverde daaraan een bijdrage vanuit zijn plan ‘de Tweede Kustlijn’: ‘‘Met hulp van de natuur wordt een tweede kustlijn op tien tot 25 kilometer van de huidige kust aangelegd, met tussenliggende kustmeren die met pompen op nul meter NAP blijven. Zo gebruiken we ruimte op zee in plaats van op land. We zorgen dat de rivieren gewoon blijven uitstromen naar de huidige kust en dat de zee geen invloed heeft op de rivieren.’
Butijn ziet nog meer pluspunten. ‘De grote winst van die kustmeren is dat zij gelijktijdig een omvangrijke zoetwaterbuffer, een opvang van overtollig rivierwater én terugdringing van de verzilting bieden. Door de bufferwerking kan de capaciteit van de pompen naar beneden en maken we onze waterveiligheid minder afhankelijk van een ongestoorde elektriciteitsvoorziening en ICT. Zoetspoelen en beregenen van polders wordt verzorgd door het binnenlands ruimschoots aanwezige zoetwater. Daarnaast bieden de kustmeren een geleidelijke zoet-zoutovergang, wat bevorderlijk is voor vismigratie tussen zee en rivier. In mijn visie blijft Rotterdam in open verbinding met het achterland, en de Maasvlakte en Europoort blijven nog lange tijd in open verbinding met zee. Op termijn kunnen ook België en de Duitse Waddenkust aansluiten op deze nieuwe kustlijn.’
Terugblik op consortium Zeewaarts
Bij het consortium kwamen vijftig waterexperts bij elkaar voor een open opdracht: ‘Kom met een haalbare uitwerking van een zeewaartse oplossing voor 5 meter zeespiegelstijging.’ Daarbij ontstond een dynamisch proces, zo heeft Butijn ervaren. ‘De diverse samenstelling van generalisten en specialisten maakte het lastig snel stappen te zetten. Ik had gehoopt dat we verder waren gekomen. Toch is het mooi te constateren dat het kustmeer voor de Zuidwestelijke delta technisch en financieel haalbaar is gebleken. Maar er was te weinig tijd om de noodzakelijke afsluiting van de Nieuwe Waterweg en de zoetwatervoorziening die daarmee samenhangt te bediscussiëren.’ Een vervolg is volgens Butijn dan ook zeker nodig.
‘De tussenliggende kustmeren in het plan Tweede Kustlijn vangen overtollig rivierwater op, bieden een omvangrijke zoetwaterbuffer én dringen de verzilting terug’
Water sturend bij beslissingen over de inrichting van ons land in bodemgebruik
Een belangrijk verschil tussen de drie denkrichtingen zit volgens Butijn in de ruimtebenutting: De Tweede Kustlijn levert nieuwe ruimte op, terwijl de andere twee opties ruimte kosten. ‘Ons land loopt tegen tal van ruimtelijke problemen aan, denk alleen al aan woningbouw. Om goede keuzes te kunnen maken, heb je centrale regie nodig. Het vorige kabinet heeft bepaald dat water en bodem sturend moeten zijn bij beslissingen over de inrichting van ons land. De Tweede Kustlijn creëert zo’n 3000 km2 nieuwe ruimte aan water en land, waar veel functies op kunnen meeliften. Daarom vormt dit een uitstekend vertrekpunt om water echt sturend te maken in het landelijk bodemgebruik’, aldus Butijn.
Vergroting van verdienkracht
Het Rijk houdt rekening met 650 miljard aan investeringen tot 2050 voor nieuwe woonwijken, infrastructuur in haven- en industrieterreinen en energie-infrastructuur in de gebieden die door toekomstige zeespiegelstijging beïnvloed kunnen worden. Butijn is van mening dat De Tweede Kustlijn de verdienkracht van Nederland vergroot. ‘Er komt ruimte voor het bedrijfsleven, voor recreatie en natuur. Ook eventuele verplaatsing van Schiphol wordt mogelijk. Nederland hoeft niet tegen ruimtelijke grenzen aan te lopen, het kan ook zijn grenzen verleggen.’
De Tweede Kustlijn bespaart bovendien kosten, benadrukt Butijn. ‘Kijk bijvoorbeeld naar het Hoogwater Beschermingsplan (HWBP). Daarin willen we tot 2050 zo’n 2000 kilometer aan dijken versterken, voor het grootste deel rivierdijken. Als gekozen wordt voor een tweede kustlijn, hoeven de meeste rivierdijken daarna minder verhoogd te worden. Immers, de stijgende zee heeft geen invloed meer op de rivieren. Zo kunnen miljarden bespaard worden.’
Vier fasen
Maar is dit niet een verre, ambitieuze toekomst, waar we de komende decennia weinig mee kunnen? Butijn nuanceert: ‘Dijkversterkingen moeten voorlopig gewoon doorgaan. Maar op termijn kunnen ze eenvoudiger worden. En De Tweede Kustlijn kan in fasen worden gerealiseerd. Fase 1 start wat mij betreft zo snel mogelijk. Die houdt het inrichten van het Grevelingenmeer in als zoetwaterbuffer voor de rivieren en de afsluiting van de Nieuwe Waterweg met zeesluizen. Die sluizen zullen in het begin meestal openstaan en alleen sluiten bij stormvloed en zeer lage rivierafvoer. Zo kunnen we de zoetwatervoorziening zeker stellen. Deze fase leent zich ook om te experimenteren met drijvende golfdempers om strandafslag te verminderen.’
In de tweede helft van deze eeuw moet dan fase twee volgen: de aanleg van een meer voor de Zeeuwse kust. Wanneer precies, hangt volgens Butijn af van verschillende zaken. ‘Bijvoorbeeld de zeespiegelstijging op dat moment, de behoefte aan meer waterberging en de noodzaak van ruimte voor natuur, wonen of andere functies. Fases drie en vier, meren voor de Hollandse kust, komen pas na 2100 in beeld. De Tweede Kustlijn is in die zin een integrale en adaptieve oplossing.’
Herijking Deltaprogramma
Tot slot vragen we Butijn naar de aanstaande herijking van het Deltaprogramma in 2026, die kijkt tot 2100 en daarna. Wat wil hij meegeven? ‘Ik pleit ervoor om de herijking aan te grijpen om een beperkt aantal denkrichtingen te markeren. Dat zorgt voor focus én je krijgt de middellange en kortetermijnmaatregelen duidelijker in beeld. Zo kan er voortgang geboekt worden, zowel in draagvlakvorming en onderzoek als in de uitvoering. En last but not least, het geeft duidelijkheid aan lopende trajecten, zoals het vraagstuk waar wel en niet gebouwd kan worden.’
Lees ook het verslag op Deltanieuws over het congres Zeespiegelstijging op 4 maart 2024 in Bussum. Meer weten over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging? Lees meer op de website van het Nationaal Deltaprogramma.