Foto Margot Kwee. Bron: Grietje Mesman

Young Professional Margot Kwee over de rol van waterschappen en drinkwaterbedrijven en het belang van diversiteit

Bij toeval belandde Margot Kwee enkele jaren geleden in de waterwereld. Inmiddels heeft ze er haar weg gevonden: ze werkt bij drinkwaterbedrijf Dunea en is bovendien actief bij het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. Hoe kijkt zij naar de rol van waterschappen en drinkwaterbedrijven om in te spelen op de toekomst? En wat kan meer diversiteit, inclusiviteit en gelijkwaardigheid daaraan bijdragen? Kwee vertelt erover in dit interview.

Portret Margot Kwee
Margot Kwee. Bron: Grietje Mesman

Margot Kwee (28) studeerde International Business Administration aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam. Via het Nationaal Watertraineeship ging ze als trainee aan de slag bij drinkwaterbedrijf Dunea in team Strategie. Inmiddels werkt ze daar als strategisch omgevingsmanager Bronnen. Daarnaast is ze sinds vorig jaar algemeen bestuurslid voor Water Natuurlijk bij hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard. 

Hoe werken waterschappen aan een klimaatrobuust Nederland op lange termijn? Wat gaat goed en wat kan beter in jouw ogen?

‘Waterschappen zijn daarvoor een van de belangrijkste partijen. Zij zorgen ervoor dat we beschermd zijn tegen overstromingen, maar ook dat we voldoende water hebben. Er is een rol voor mitigatie, het tegengaan van klimaatverandering, maar vooral op het gebied van adaptatie kunnen waterschappen veel betekenen. Ik zie daarin bij waterschappen een verschil tussen de oude en de nieuwe school. De oude school richt zich vooral op faciliteren. Bijvoorbeeld op het gebied van financiën en techniek. De nieuwe school vindt dat waterschappen meer richting kunnen bieden: aangeven wat wel en niet kan. Maar dan moet je daar wel de ruimte voor krijgen en nemen.

Ik vind dat waterschappen daarin een verantwoordelijkheid hebben. De oude manier is niet meer genoeg; je moet met een andere blik kijken. En misschien moeten er ook wel andere instrumenten ontwikkeld worden. Dat kom ik tegen in mijn werk voor het waterschap. Zo wil de gemeente Zuidplas bouwen in een laaggelegen polder. Ik ben er trots op dat we als algemeen bestuur unaniem hebben gestemd dat daar een klimaatrobuuster bestemmingsplan nodig is. Dat is echter nog niet verplicht, dus de gemeente hoeft dat niet te doen. In de politiek wil je de situatie niet onnodig op scherp zetten. Maar soms is een signaal nodig om een verschil te kunnen maken.’

‘Waterschappen zijn een van de belangrijkste partijen om te werken aan een klimaatrobuust Nederland’

Pilot met brakwater

Dunea levert aan bijna 1,4 miljoen klanten drinkwater in het westelijk deel van Zuid-Holland. Het aantal inwoners en bedrijven in de regio groeit snel en sterk en daarmee ook de vraag naar drinkwater in het leveringsgebied van Dunea. Om te kunnen blijven voldoen aan de vraag, stimuleert Dunea bewust & duurzaam watergebruik, maar hebben ze vooral heel veel meer water nodig. Voor 2030 moet dat komen uit het huidige winsysteem van rivieren en duinen. Op locaties langs de kust bevindt zich onder de grond een voorraad brak grondwater. Dit is water dat een hoger zoutgehalte heeft dan zoet water, maar minder zout is dan zeewater. Sinds juli 2020 onderzoekt Dunea of ze van dit brakke grondwater betrouwbaar en lekker drinkwater kunnen maken en of het oppompen ervan meer ruimte creëert voor de opslag van zoet water. Dit doen zij niet alleen, maar samen met KWR, twee Belgische drinkwaterbedrijven en Allied Waters met hulp van een Europese duurzaamheidssubsidie (Life).

Meer weten over deze pilot? Lees meer op de website van Dunea over de proef met brakwater. 

Kun je wat vertellen over de opgave van Dunea om ook in de toekomst voldoende drinkwater te kunnen leveren? En de proef met brakwater die Dunea in dat kader doet? 

Dunea heeft inderdaad een opgave om méér drinkwater te maken, hiervoor is ze op zoek naar een nieuwe bron. Hiervoor is meer te vinden op onze website, zoals de projecten ‘Drinkwater voor de toekomst’ en ‘Drinkwatervoorziening van de toekomst 2030-2040’. 

In mijn werk ben ik zijdelings betrokken bij de zoektocht naar een nieuwe bron. Wat ik merk is dat er vaak veel aandacht en energie gaat naar 'nieuwe dingen' - wat ook enorm belangrijk is - maar het is óók heel belangrijk dat het bestaande systeem van rivieren en duinen goed blijft presteren. Zeker tot 2030, maar ook erna blijft het rivier-duinsysteem in volume het belangrijkste systeem. Om de groeiende vraag op te vangen, moet Dunea kunnen vertrouwen op haar huidige systeem van rivieren en duinen.

Dit moet van bron tot kraan in goede staat blijven, worden geoptimaliseerd en toekomstbestendiger worden gemaakt waar nodig. Als we kijken naar de rivieren waar Dunea inneemt (Afgedamde maas en de Lek) hebben ze beide uitdagingen waardoor de (zoetwater)beschikbaarheid onder druk komt te staan. De Maas is een regenrivier, gevoelig voor droogte dat door klimaatverandering alleen maar wordt versterkt. Bij de Lek hebben we verzilting problematiek. Het deltaprogramma kan hier iets in betekenen bijvoorbeeld in de Zoetwaterregio West-NL en Klimaatbestendige Zoetwatervoorziening Maas door aandacht te geven aan drinkwater in het opstellen van maatregelen.

Je bent mede-initiatiefnemer van de coalitie Diversiteit, Inclusiviteit en Gelijkwaardigheid (DIG) in de watersector. Waarom zijn deze thema’s belangrijk in deze sector, en wat hebben jullie allemaal al gedaan? 

‘Ik ben zelf bij toeval in de waterwereld beland, doordat ik via een bezoek aan een beurs in aanraking kwam met het Nationaal Watertraineeship. Ik ben dus geen typische watersector-werknemer. In die sector zag ik veel mensen die op elkaar leken. En die mensen heb je ook nodig: zij hebben veel inhoudelijke kennis en expertise. Maar voor de watertransitie hebben we verschillende perspectieven nodig, meer variatie. Dat gaat niet ten koste van de inhoud, maar versterkt het juist, mits je zorgt dat je mensen in hun kracht zet. Dát is inclusie.  

‘Als organisatie heb je de verantwoordelijkheid om bewust na te denken of je team divers en inclusief is’

Om deze thema’s meer op de kaart te zetten in de waterwereld, ben ik een paar jaar geleden met gelijkgestemden de coalitie Diversiteit, Inclusiviteit en Gelijkwaardigheid gestart. We organiseerden bijvoorbeeld evenementen. Gaandeweg merkten we dat mensen het lastig vinden om concreet iets met dit onderwerp te doen. Daarom ontwikkelden we samen met een expert in diversiteit en inclusie een toolbox. Daarmee kun je met collega’s het gesprek aangaan. Daar hebben we ook een training van gemaakt. We kijken nu of we die training breder kunnen aanbieden in de sector.’ 

Hoe kan de staf deltacommissaris deze thema's een (betere) plek geven in het Deltaprogramma?

‘Ik vind het heel goed dat de deltacommissaris bezig is met de generatietoets. Dat is al een vorm van diversiteit, doordat je scenario’s inclusief maakt voor meerdere generaties. Zo kan het belang van jongeren en toekomstige generaties op het beleid over water en klimaatadaptatie beter worden meegenomen. Binnen het hoogheemraadschap Schieland en de Krimpenerwaard heb ik als algemeen bestuurslid een pilot voor een generatietoets voorgesteld. Dat werd positief ontvangen en we gaan hier in 2025 mee aan de slag. Ik denk dat dit een ontwikkeling is die niet te stoppen is. 

Het blijft echter belangrijk om ook naar andere vormen van diversiteit te kijken. Juist voor vergezichten op de lange termijn zijn veel verschillende perspectieven nodig. Als organisatie heb je de verantwoordelijkheid om bewust na te denken of je team divers en inclusief is, en of iedereen ruimte in durft te nemen.’