Foto Bron: campagne 'Civiele helden'

In het Deltaprogramma 2025 adviseert de deltacommissaris het kabinet om te investeren in voldoende menskracht, kennis en budget: ‘Maak afspraken met onderwijs en werkgevers over het tijdig opleiden van voldoende professionals.’ Een opleiding waarvoor dergelijke afspraken hard nodig zijn om de klus in de toekomst te kunnen klaren, is Civiele Techniek, betogen Ilonka van Hoorn en Ellen Willemse. Studenten leren in deze studie om vanuit een civieltechnisch perspectief duurzame oplossingen te bedenken en uit te voeren voor maatschappelijke opgaven, zoals de gevolgen van klimaatverandering. Vanwege de groeiende wateropgave neemt de vraag naar deze professionals toe, terwijl opleidingen door een teruglopend aantal studenten niet aan de vraag kunnen voldoen. Hoe kan het onderwijs dit tekort aanpakken? En welke kansen zijn er voor samenwerking met de overheid en het bedrijfsleven? Van Hoorn en Willemse delen hun visie.

Portretfoto Ilonka van Hoorn
Ilonka van Hoorn. Bron: Dirk Kreijkamp
Ellen Willemse
Ellen Willemse. Bron: Privé

Ilonka van Hoorn werkt sinds 2013 bij Avans Hogeschool als docent Civiele Techniek en opleidingscoördinator. Eerder werkte ze onder andere bij het programmateam Zuidwestelijke Delta namens het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. 
 
Ellen Willemse is bestuursadviseur bij het Domein Built Environment, het landelijk aanspreekpunt voor onderwijs en onderzoek in het hbo-domein Built Environment. Ze werkte eerder onder meer bij Stichting Toekomstbeeld der Techniek en Vereniging Hogescholen.

Onmisbaar voor economische ontwikkeling 

Tot vorig studiejaar daalde de instroom bij de hbo-bachelor Civiele Techniek al een aantal jaar met 5 tot 10 procent per jaar; in 2023 startte er ruim 30 procent minder studenten dan in 2018. Dat baart Van Hoorn en Willemse zorgen. ‘Civiele techniek is onmisbaar voor onze economische ontwikkeling: we kunnen niet zonder infrastructuur, de beschikbaarheid van water en de waterveiligheid. Als er niet voldoende civieltechnisch geschoold personeel is, dan kunnen we niet meer in die basisvoorwaarden voorzien’, stelt Van Hoorn. Minder studenten leidt uiteindelijk tot opleidingen die niet meer overeind te houden zijn, vrezen de twee. Willemse: ‘Voor een hogeschool als geheel is er weinig reden om Civiele Techniek aan te bieden als andere studies veel meer studenten trekken. Maar voor de maatschappij is dat wel essentieel.’ Daarom vinden de hogescholen het toch belangrijk om de opleiding in stand te houden.

Moeilijk en onbekend 

Van Hoorn en Willemse zien verschillende mogelijke verklaringen voor de afname in het aantal studenten. ‘Ten eerste een daling in de bevolkingsgroei, maar daar hebben alle opleidingen mee te maken’, zegt Van Hoorn. Ze vermoedt dat het toegenomen aantal opleidingen en een veranderde interesse van jongeren ook een rol speelt. In de afgelopen jaren kozen steeds minder middelbare scholieren voor een Natuurprofiel. ‘Dat gold met name voor jongens, terwijl de instroom bij de opleiding Civiele Techniek vooral uit jongens bestaat’, vertelt Willemse. ‘Civiele Techniek was altijd een garantie op een goede baan. Dat is nog steeds zo, maar het geldt ondertussen voor vrijwel elke opleiding. Een grote kans op een goede baan is geen onderscheidend punt meer. Bovendien hebben technische opleidingen de naam dat ze moeilijk zijn. Dat speelt mogelijk mee in de studiekeuze. In de maatschappij is de druk immers hoog om niet te falen.’ Ook de beeldvorming van het vakgebied kan beter, vinden Van Hoorn en Willemse. ‘De term “civiele techniek” is niet erg bekend. En wie er wel een beeld bij heeft, denkt vaak aan helmen en stalen neuzen. Dat is heel beperkt’, zegt Willemse. Van Hoorn: ‘We moeten het vakgebied inspirerender voor het voetlicht brengen.’ 

‘Stel rondom de klimaatopgave regionale samenwerkingsverbanden onderwijs – onderzoek – werkveld – overheid in’

Campagne en verbrede opleiding

Het onderwijs is al druk bezig om civiele techniek onder de aandacht te brengen. Zo hebben hogescholen met steun van Bouwend Nederland en de technische universiteiten de campagne ‘Civiele Helden’ opgezet om de bekendheid van de opleiding Civiele Techniek te vergroten. ‘We hebben onder andere een video gemaakt’, vertelt Willemse. ‘Met daarin géén helmen en stalen neuzen. De video geeft een breed beeld van de sector en sluit aan bij de interesses van jongeren.’ Naast een campagne op social media is er voorlichtings- en lesmateriaal beschikbaar voor het basis- en voortgezet onderwijs.

Bekijk de video van de campagne 'Civiele Helden'

De video van de campagne 'Civiele Helden' is te zien op de website Studeer Civiele Techniek. Bekijk de video op de website. 

Om zoveel mogelijk geïnteresseerden de mogelijkheid te geven Civiele Techniek te studeren, zijn ook de hbo-instroomeisen aangepast. Bij zeven van de negen hogescholen die Civiele Techniek aanbieden kan sinds dit studiejaar iedereen met een havo- of vwo-diploma direct starten; eindexamen in wis- en natuurkunde is niet langer nodig. Want Civiele Techniek als een puur technische studie? Van dat idee moeten we af, stellen Van Hoorn en Willemse. ‘Neem waterveiligheid. Daar heb je niet alleen technische oplossingen voor nodig, maar ook creatieve nieuwe ideeën’, zegt Van Hoorn. ‘Studenten met een maatschappijprofiel kunnen daar een belangrijke rol in spelen. Binnen Avans proberen we daarom Civiele Techniek aan maatschappelijke opgaven te koppelen, zoals klimaatverandering en duurzaamheid.’ Ook andere hogescholen zijn bezig met verbreding, vertelt Willemse. ‘Studenten kunnen dan kiezen voor een meer of minder technisch uitstroomprofiel. Wel blijven de eindkwalificaties hetzelfde. De hogescholen bieden extra ondersteuning om de vaardigheden van studenten in wis- en natuurkunde op niveau te krijgen bij de uitstroomprofielen waarvoor dat nodig is.’  
 
Inmiddels zijn de definitieve instroomcijfers bekend: de instroom voor de hbo-bachelor Civiele Techniek blijkt met ruim 20 procent gegroeid ten opzichte van het vorige studiejaar. Willemse en Van Hoorn zijn voorzichtig positief. Ze vermoeden dat zowel de campagne als de veranderde instroomeisen een rol in de toegenomen instroom hebben gespeeld. Van Hoorn: ‘Bij Avans bestaat dit studiejaar ongeveer 20 procent van de instroom uit studenten die zonder de aangepaste instroomeisen niet zouden kunnen starten. Ik maak me er wel zorgen over dat dit een tijdelijke opleving is en de instroom daarna weer daalt.’

‘Het Deltaprogramma kan helpen om casussen te formuleren die studenten en het werkveld kunnen oppakken’

Handen ineenslaan

Volgens Van Hoorn en Willemse zijn een tijdelijke campagne en aangepaste instroomeisen niet genoeg om het tij definitief te keren. Ze zien diverse aangrijppunten voor verdere actie, waarbij er ten eerste voor gezorgd moet worden dat de opleidingen voor Civiele Techniek overeind blijven. Willemse: ‘Dat is het allerbelangrijkst: in het mbo bleek dat als een bepaalde opleiding ergens verdwijnt, de potentiële instromers niet uitwijken naar een andere aanbieder, maar naar een andere opleiding.’ Daarnaast zien Van Hoorn en Willemse diverse mogelijkheden voor het kabinet om afspraken te maken met het onderwijs en werkveld. ‘Stel rondom de klimaatopgave regionale samenwerkingsverbanden onderwijs – onderzoek – werkveld – overheid in’, oppert Van Hoorn. ‘Studenten kunnen aan de uitwerking van praktijkgerichte onderzoeksopgaven werken. Het Deltaprogramma kan helpen om casussen te formuleren die studenten en het werkveld kunnen oppakken.’ 

Willemse stelt dat het nog aantrekkelijker gemaakt moet worden voor jongeren om Civiele Techniek te gaan studeren. ‘Dat kan financieel, door een duale opleiding aan te bieden waarbij een jongere leert én werkt, en zo een inkomen heeft in plaats van een studieschuld op te bouwen. Bedrijven spelen hier een belangrijke rol. Maar dan moet je als jongere de opleiding wel kennen. Daar moet je vroeg mee beginnen. Ik vind dat alle partijen daar een verantwoordelijkheid in hebben, ook werkgevers. Zij proberen nu vooral studenten te bereiken die al voor het vak hebben gekozen, maar zouden zich juist op jongeren moeten richten die nog geen keuze hebben gemaakt.’ Daarbij is het belangrijk om aan te sluiten op de belevingswereld van jongeren. ‘Laat niet puur de techniek zien; het gaat om de mens en de techniek samen’, tipt Willemse. ‘En focus op wat je ermee bereikt, niet hoe iets precies werkt. Katapult, een netwerk van samenwerkingsverbanden tussen onderwijs en bedrijfsleven, publiceerde een paar jaar geleden een folder met concrete tips voor effectieve techniekpromotie. Die vind ik nog altijd heel nuttig.’ 
 
Kortom: zowel onderwijs, overheid als werkgevers zijn aan zet. Van Hoorn: ‘We moeten allemaal de handen ineenslaan.’