Foto Jongen maakt met zijn smartphone vanaf de fietsbrug over het Amsterdam-Rijnkanaal bij Schalkwijk, een foto van een bijzonder transport met pontons. Bron: Tineke Dijkstra

In deze lopende herijking van het Deltaprogramma wordt ingezet op ontwerpend onderzoek. Om de wateropgave en de ruimtelijke ordening meer op elkaar te betrekken is het belangrijk om deze werelden met elkaar te verbinden. Aan het collectief van Redesigning Deltas (RDD) de taak om een ontwerpgerichte benadering te maken die de regio’s en thema’s van het Deltaprogramma hierbij helpt. Centraal Holland, een nieuwe deelregio in het Deltaprogramma, is hiermee aan de slag gegaan. 

Herijking van het Deltaprogramma 

De wereld om ons heen verandert en we weten steeds meer over klimaatverandering. Ook zien we de effecten van maatregelen, wat weer tot nieuwe inzichten leidt. Die effecten worden beter zichtbaar en de kennis over klimaatverandering neemt toe. Daarom past het Deltaprogramma elke zes jaar een herijking toe op de deltabeslissingen en regionale strategieën. Ligt het Deltaprogramma op schema? Of moet de koers bijgesteld worden? En zo ja, hoe dan? Met de 6-jaarlijkse herijking wordt gecheckt of plannen op schema lopen en wordt bepaald of koersveranderingen nodig zijn, vanuit nieuwe inzichten en ontwikkelingen. 

Het Redesigning Deltas-collectief is een verzameling van tien ontwerpbureaus en vijf ingenieursbureaus met TU Delft, Deltares, Planbureau voor de Leefomgeving (PBL), Erasmus Universiteit en Resilient Delta.

Ontwerpend onderzoek als middel voor verbinding

Voor lopende herijking van het Deltaprogramma wordt ingezet op ontwerpend onderzoek. De resultaten van de tweede herijking landen in het Deltaprogramma 2027. Ontwerpend onderzoek is een aanpak waarbij het doen van onderzoek en het ontwerpen van mogelijke oplossingen in één proces verweven zijn. Het proces van ruimtelijk ontwerp wordt daarbij gebruikt om te leren van verschillende mogelijkheden van een toekomstbestendige inrichting van Nederland, zowel vanuit het water- en bodemsysteem, als vanuit de verbinding naar de ruimtelijke ordening. Het ontwerpend onderzoek is daarbij het middel om de opgaven van het Deltaprogramma en ruimtelijke ordening beter met elkaar te verbinden. 

Een ontwerp voor over 50 jaar laat ons even uit de huidige tijd stappen en andere mogelijkheden zien.

De planologische kernbeslissing ‘Ruimte voor de Rivier’ liet de winst zien van de synergie tussen ruimtelijk ontwerp en ingenieurskunst. De belangen van het watersysteem en de stedelijke ontwikkeling zijn in de planologische kernbeslissing verbonden in het ruimtelijk ontwerp. Het watersysteem en het ruimtelijke ontwikkeling opereren en verbinden verschillende schalen. Het watersysteem is een rivier op regionale schaal en ook een polder, deze relatie tussen verschillende schalen kun je ook zien aan hoe een stad afhankelijk is van het ommeland. Met het ontwerp is het mogelijk deze schalen en hun belangen in samenhang te zien en als mediator bij elkaar te brengen. Een ontwerp kan ook een blik op de toekomst geven: hoe kunnen we met veranderingen in het watersysteem omgaan? Een ontwerp met een beeld van 50 jaar verder laat ons even uit de huidige tijd stappen en andere mogelijkheden zien. Zo kunnen we komen tot andere modellen van oplossingen, financiering en slimmer zijn voor de toekomst. 

Transitieverhaal inzichtelijk maken

Op 18 januari 2024 organiseerde het Redesigning Deltas-collectief, een bijeenkomst met de regio Centraal Holland. Centrale vraag die op tafel lag: ‘welke verbeelding is nodig om een transitieverhaal inzichtelijk te maken voor beslissers?’. De bijeenkomst startte met een presentatie van de analyse en de diagnose: hoe werkt het systeem en wat zijn de opgaven (analyse) en hoe reageert de huidige situatie op grote maatschappelijke opgaven (diagnose). Op basis van de diagnose heeft het team van Centraal Holland al voor de bijeenkomst drie perspectieven ontwikkeld: oprekken, anticiperen en accepteren (zie afbeelding). Het doel van deze perspectieven is om een aantal mogelijke handelingsperspectieven te schetsen. Ze maken goed inzichtelijk wat de ruimtelijke consequenties zijn en leveren goede vragen op die tot nieuwe kennis leiden. 

Het team van Centraal Holland heeft drie perspectieven ontwikkeld: oprekken, anticiperen en accepteren.

Op basis van de diagnose heeft het team van Centraal Holland voor de bijeenkomst drie perspectieven ontwikkeld: oprekken, anticiperen en accepteren. Bron: RDD Collectief

Verhaal voor de toekomst: drie varianten

Hoe kan met ontwerpend denken een verhaal voor de toekomst geformuleerd worden? Deze vraag stond centraal in het tweede deel van de bijeenkomst. Dit verhaal moet ruimtelijke keuzes onderbouwen. De deelnemers dachten hier in drie groepen over na. 

1. Het perspectief van de volgende generatie 

De eerste groep baseerde hun uitgangspunten op ‘het zijn van een goede voorouder’. Ze namen het perspectief van een generatie in de toekomst, die reflecteert op ons huidige handelen. Volgens de groep zijn de volgende acties belangrijk, willen de huidige beslissers goed handelen voor de volgende generaties: 

  1. Geen zoetwater meer in de zoute zee pompen.
  2. Verkleinen van de watervoetafdruk, geen drinkwater door de wc spoelen.
  3. Niet meer wonen op -6 meter onder NAP.
  4. Stoppen met droogmakerijen droog houden.

Deze acties kunnen worden uitgevoerd door het gedrag van de mensen te veranderen, het systeem veel meer zelfvoorzienend te maken, en veel meer ruimte voor de Delta te maken. 

2. De tegenstelling tussen weerstand en veerkracht bieden

De tweede groep baseerde hun visie op het verhaal van Charles C. Mann, De Tovenaar en de Profeet. Dit verhaal verbeeldt de tegenstelling tussen een technische aanpak van overstromingen risico’s (weerstand bieden) en een natuurlijke benadering (veerkracht bieden). De groep koos duidelijk voor de veerkrachtige benadering op het omgaan met risico’s. Centraal Holland kan ook meer inzetten op veerkracht, want de landschappelijke structuur van het Groene Hart, een deel van Centraal Holland, is ontzettend krachtig. De overgangsvenen − tussen de oorspronkelijke hoogveenkussens (grotendeels de huidige droogmakerijen) en de venen langs de rivieren − lenen zich uitstekend voor veen- en natuurherstel en waterbuffering door sponswerking. Dit kan veel veerkracht in het watersysteem brengen en een geweldige landschappelijke en ecologische structuur toevoegen in de drukke Randstad. Dit betekent wel minder of sterk aangepaste landbouw in deze zone. De omliggende bosvenen en vooral de klei op veengebieden zijn geschikter voor de melkveehouderij. In de droogmakerijen moet dan het waterpeil omhoog, wat een complex proces is. Deze belangrijke opgaven vragen om creatieve ontwerpoplossingen en maatwerk.

3. Van functioneel naar kwalitatief landgebruik

De derde groep richtte zich op de vraag hoe je een transitie kunt faciliteren van functioneel naar kwalitatief landgebruik. De drie perspectieven van oprekken, anticiperen en accepteren zijn representatief voor ontwikkeling in de tijd: hoe kom je van het een naar het ander? De laatste ontwikkeling van accepteren zou betekenen dat verstedelijking geconcentreerd moet worden in bestaand stedelijk gebied. Het tussenliggende gebied moet dan van functie veranderen: het Groene Hart wordt dan veel meer een ‘Blauw Hart’ met een netwerk van kleinere kernen die zichzelf beschermen, maar wel ontsloten worden. Het stedelijk gebied moet zichzelf onderhouden en beschermen als het gaat om wateroverlast, waterveiligheid en drinkwatervoorziening. Het hele watersysteem zal dan ook versimpeld worden. Dit levert in eerste instantie ecologische problemen op, maar op lange termijn zorgt het voor een robuust systeem: Natura 2100. De duinen blijven een belangrijke drinkwatervoorziening en de kust blijft op sterkte door zandsuppleties.

De ontwerpbenadering in het kort

In de onderstaande afbeelding van de ontwerpbenadering staan de vier stappen analyse, diagnose, ontwerp en reflectie uitgewerkt als een radarwerkje, omdat ze elkaar iteratief beïnvloeden, er kan weer een stap terug gezet moeten worden in het proces. Per stap is het doel gedefinieerd met bijbehorende activiteiten, en vervolgens de principes die belangrijk zijn voor deze stap. Onderaan staan de producten vermeld die uit elke stap voort moeten komen. 

De vier stappen analyse, diagnose, ontwerp en reflectie uitgewerkt als een radarwerkje. Bron: RDD Collectief

Het ordenen van vraagstukken

In de drie groepen kwamen leuke, creatieve en interessante ideeën naar boven, die er om vragen om verder uitgewerkt te worden. De deelnemers staan dan ook te popelen voor de volgende stap. Strategisch adviseur en voormalig gebiedscoördinator Rob Koeze vertelt: “Vooral omdat een ontwerpaanpak naadloos past bij de ambitie van regio Centraal Holland om ons nadrukkelijk te richten op de combinatie van water én ruimtelijke opgaven in het proces van de herijking. In Centraal Holland buitelen de opgaven op het gebied van woningbouw, energietransitie, circulaire (haven)economie, landbouw, cultuur en landschap, recreatie, natuur en watersysteem over elkaar. Al die opgaven concurreren om de schaarse ruimte. Daarom is ontwerpend onderzoek een noodzakelijk instrument om die vraagstukken te ordenen, opgaven te integreren en mogelijke toekomsten uit te denken. Onze behoefte binnen het Deltaprogramma daarom vooral in het bij elkaar brengen van alle informatie die er al is.” Volgens Koeze wil Centraal Holland de relaties leggen tussen verschillende schaalniveaus en tijdshorizonten, en deze vervolgens koppelen aan de huidige ruimtelijke opgaven. “We ervaren nu dat daarin nog te weinig vooruit wordt gekeken naar 50 tot 100 jaar in de toekomst. Het risico is dan dat opgaven doorschuiven naar volgende generaties. Ontwikkeling van toekomstperspectieven en bijbehorende verhaallijnen kan helpen om inzicht te krijgen in systeemgrenzen waar we tegenaan gaan lopen en het voorspiegelen van aantrekkelijke nieuwe mogelijkheden.”

Het mooie van de ontwerpbenadering van het Deltaprogramma is dat er een helder proces is uitgedacht.

Het mooie van de ontwerpbenadering van het Deltaprogramma is dat er een helder proces is uitgedacht om het ontwerpend onderzoek vorm te geven. Koeze: “Hierbij kan iedereen met hetzelfde basismateriaal werken, zoals bij de KNMI- en Deltascenario’s. Dat maakt het mogelijk om makkelijker verbindingen te leggen tussen de verschillende deelregio’s en thema’s, zowel binnen het Deltaprogramma als daarbuiten. Hiermee kun je wederzijdse afhankelijkheden makkelijker destilleren en gezamenlijke, bovenregionale vraagstukken eenvoudiger benoemen. Dat geeft een meer geïntegreerd beeld van opgaven die in het gebied spelen en verschillende alternatieven die in de tijd mogelijk zijn voor een toekomstbestendige en veilige inrichting van Nederland.”

Tips om aan de slag te gaan met de ontwerpbenadering

De regio Centraal Holland is enthousiast over een ontwerpbenadering voor het Deltaprogramma. “Daarbij hebben we wel enkele belangrijke aanbevelingen. Heb als gebied je huiswerk op orde (diagnose en analyse). Ruim vervolgens voldoende tijd in voor het proces (meer dan één dag). Haak voldoende vertegenwoordigers met uiteenlopende expertises uit het gebied aan. Zo kun je je ook echt met diepgang richten op de juiste opgaven en vraagstukken in het gebied. 

Lees het interview met Chris Zevenbergen, hoogleraar Delta Urbanism over Redesigning Deltas en over noodzaak van verbeelding in de wetenschap.