In 45 werkregio’s werken overheden op lokaal niveau aan concrete maatregelen en projecten voor het klimaatbestendig inrichten van Nederland. Personele capaciteit is een uitdaging en maatregelen tegen hittestress lopen nog achter, bleek uit de jaarlijkse monitor van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA), die op Prinsjesdag is gepubliceerd. Twee werkregio’s delen hun ervaringen.

In de werkregio Hart van Brabant werken meerdere overheden op veel dossiers samen. Dat deden zij al lang voordat de verschillende werkregio’s gevormd zijn in 2017. 'Voor het thema water bestond al een samenwerking', verklaart trekker Petra Mackowiak van de gemeente Tilburg. 'Dat heeft ons erg geholpen. Ook merk ik dat er veel ambitie is om met klimaatadaptatie aan de slag te gaan. We beginnen gewoon en wachten niet tot alles vaststaat in beleid of regelgeving. Dat is de cultuur hier.'

Pragmatische mentaliteit
Ook Simon Troost, van adviesbureau ’t Salland en trekker van de werkregio Noord-Veluwe, ziet dat de lokale cultuur sterk bepalend is. De gemeenten in de werkregio lijken op elkaar en werken van oudsher al veel samen, weet hij. 'We kijken niet hoe het moet, maar hoe het kan. Er heerst een hele pragmatische mentaliteit', vertelt Troost. 'De GGD was bijvoorbeeld al bezig met een hitteplan voor Harderwijk. We hebben gevraagd of de GGD dit gelijk voor alle gemeenten wilde doen. Nu zijn zeven hitteplannen in de maak vanuit het budget van de werkregio.'
De hete zomers van de afgelopen jaren onderstrepen het belang van het tegengaan van hittestress. Toch komen concrete projecten en oplossingen in veel werkregio’s nog maar mondjesmaat van de grond. Het blijkt moeilijk om budget vrij te maken voor maatregelen tegen hittestress, omdat ze niet onder zijn te brengen bij een specifieke financiële post zoals de rioolheffing. Ook in de impulsregeling is geen ruimte voor hitte gerelateerde maatregelen. In Noord-Veluwe speelt dit minder, omdat de provincie Gelderland vier miljoen beschikbaar stelt voor hitteprojecten. Alle gemeenten in de werkregio maken daar gebruik van, bijvoorbeeld voor het vergroenen van schoolpleinen of straten. Hittestress tegengaan is één van die doelen.
Voortgangsrapportage Ruimtelijke Adaptatie
Het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) monitort jaarlijks hoe het ervoor staat met de zeven ambities. In de enquête komen vragen voorbij over de samenwerking, bijvoorbeeld: 'Wat loopt goed?’ en ‘Wat vraagt extra aandacht?’ Aanvullend voert het Platform Samen Klimaatbestendig verdiepende gesprekken in ongeveer 20 werkregio’s, met als doel beter inzicht te krijgen in de achterliggende processen. De belangrijkste inzichten lees je in de Voortgangsrapportage Ruimtelijke Adaptatie. Deze monitor is belangrijk om de voortgang van het Deltaprogramma te volgen en is op Prinsjesdag gepubliceerd als achtergronddocument bij het Deltaprogramma 2023.
De regio Noord-Veluwe richt zich voor extra bewustwording op communicatie, bijvoorbeeld via nieuwsbrieven en evenementen in de regio. “We konden aansluiten bij een duurzaamheidsloket in de regio dat al tien jaar bestaat. Wanneer iemand zijn huis wil verduurzamen kun je het ook gelijk over klimaatadaptatie hebben”, vertelt Simon Troost. Ook is samen met twee aangrenzende werkregio’s tuinenklimaatroute.nl opgezet. Hier kan iedereen in Nederland goede voorbeelden delen om anderen te inspireren, of dit nu gaat om een project in de wijk of een regenton in je tuin.

Impulsregeling klimaatadaptatie
Alleen uitvoeringsprojecten komen in aanmerking voor de Impulsregeling. 'We zoeken hierbij naar projecten met regionale impact, zoals het herstellen van een beekdal en dus niet het planten van een paar bomen in de stad', zegt Mackowiak. In Noord-Veluwe is ook een aanvraag gedaan voor de in impulsregeling. Simon Troost: 'Niet alle gemeenten dienden een project in. Sommige gemeenten gaven aan het dat ze niet de projectleiders hebben om het project vervolgens uit te voeren.'
Personele capaciteit
Maar net als in andere werkregio’s is de personele capaciteit in Noord-Veluwe en Hart van Brabant een uitdaging. Goede projectleiders en andere experts zijn moeilijk te vinden. Een probleem dat volgens beide trekkers al langer speelt en dat niet zomaar is opgelost. Wel kan een regionale samenwerking ook ontlastend werken, zien Mackowiak en Troost. Gemeenten kunnen samen optrekken bij het uitvoeren van de stresstesten en er kan onderling expertise uitgewisseld worden. Het waterschap kan een project leiden, waarbij de projectleider werkt bij de gemeente. Mackowiak: 'Daar moet je niet te moeilijk over doen. We werken uiteindelijk samen aan het dezelfde doel om heel Nederland klimaatbestendig en waterrobuust in te richten.'