Foto Foto van Hollandsche IJsselkering. Bron: Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden
Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Rijkswaterstaat West-Nederland Zuid onderzochten of het verbeteren van de Hollandsche IJsselkering een deel van de dijkversterkingsopgave daarachter kan opvangen. Het antwoord is volmondig ja. Minister Harbers bevestigde dit besluit onlangs. Een betrouwbaardere stormvloedkering maakt lagere dijken achter de kering mogelijk. En het zorgt voor minder overlast voor de bewoners en is ook fors goedkoper.
De Hollandsche IJssel ligt in grotendeels landelijk gebied tussen Gouda en Krimpen aan den IJssel. De dijken en de (voorliggende) Hollandsche IJsselkering beschermen samen het achterliggende gebied tegen overstromingen. De stormvloedkering in de Hollandsche IJssel is Nederlands eerste Deltawerk en al sinds 1958 in gebruik. De kering beschermt tegen hoogwater door twee stalen schuiven in het water te laten zakken van elk 80 meter breed en 12 meter hoog. Binnen het project Krachtige IJsseldijken Krimpenerwaard (KIJK) is het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP bezig met dijkversterking aan de oostkant van de rivier.

Relatie tussen kering en dijk
In 2017 is in de Waterwet vastgelegd dat de kering hooguit eens per 200 keer mag falen, als deze moet sluiten. Een verbetering van deze faalkans kan de dijkversterking fors verlagen. Dit toont het systeemonderzoek aan, dat in opdracht van het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden is uitgevoerd. Wanneer dijk en kering samen een gebied beschermen, is er dus sprake van een afhankelijkheid tussen de twee. Hoe betrouwbaarder de voorliggende kering, des te lager de dijken kunnen zijn. De kering verlaagt namelijk de hoogst optredende waterstanden in de rivier erachter.
Wanneer dijk en kering samen een gebied beschermen, is er sprake van een afhankelijkheid tussen de twee. Hoe betrouwbaarder de voorliggende kering, des te lager de dijken kunnen zijn.
Wat is faalkans?
In de Waterwet is een norm vastgelegd voor de betrouwbaarheid van het sluitproces van de stormvloedkeringen. Deze norm wordt uitgedrukt in de “kans op niet-sluiten”, kortweg de faalkans. Een faalkans van 1:200 betekent dat van de 200 keer dat de kering zou moeten sluiten, deze het ook 199 keer moet doen (ofwel hoogstens 1 keer mag falen). In de vaststelling van de faalkans worden alle relevante aspecten meegenomen, zoals de technische staat van de kering, de kwaliteit van het besturingssysteem, en ook de expertise van het personeel dat de kering bedient.
Een betrouwbaardere kering voor 2030
Uit onderzoek van Rijkswaterstaat (RWS) blijkt dat een verlaging van de faalkans van 1:200 naar 1:1500 mogelijk is vóór het jaar 2030. Met een verdere verbetering naar 1:2000 voor 2050. Dit is dan ook de nieuwe randvoorwaarde voor het dijkversterkingsproject KIJK. Begin november gaf minister Harbers opdracht aan Rijkswaterstaat om de maatregelen voor verbetering van de faalkans voor 2030 uit te voeren.
Maatregelenpakket
Het onderzoek naar deze brede aanpak voor de waterveiligheid loopt al enige tijd. Een van de maatregelen die RWS neemt om de faalkans van de kering te verbeteren, is het vervangen van de aandrijving van de tweede schuif. Dit doet RWS op basis van de opgedane kennis bij vervanging van de eerste schuif: een omvangrijke en ingewikkelde klus die in 2021 is uitgevoerd. Na afronding van deze klus werd het mogelijk om de daadwerkelijke verbetering van de faalkans goed te bepalen. RWS kan nu een betere inschatting maken van de effecten van nieuwe maatregelen. Zo ook van de vervanging van de aandrijving van de tweede schuif. Die betere inschatting leidt dan ook tot de nieuw vastgestelde faalkansen.

Lagere kosten en minder overlast
Het resultaat van dit project is een fikse vermindering van de dijkversterkingen in het project KIJK, en mogelijk ook van toekomstige dijkverhogingen. De bewoners hebben daardoor een stuk minder overlast, zowel tijdens de versterking als na de oplevering. En het scheelt enorm in de kosten. De uitvoeringskosten aan de stormvloedkering zijn ruim 11 miljoen euro. Maar de besparing die het naar schatting oplevert voor de dijkversterking, komt neer op 45 tot 60 miljoen euro.