Foto Beeld van een bloemrijke dijk. Bron: Cyril Liebrand

Vlak voor de zomer ging Future Dikes van start. Een innovatieproject van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) in samenwerking met de waterschappen en de Radboud Universiteit. Het doel? Versterking van de Nederlandse dijken door soortenrijke bekleding. Volgens projectleider Hans de Kroon, tevens hoogleraar Plantenecologie, is een mooi evenwicht van grassen en kruiden de sleutel tot een klimaatbestendige dijk. 

Hans de Kroon
Hoogleraar Plantenecologie en projectleider Future Dikes Hans de Kroon. Bron: Radboud Universiteit

Kansen in dijkbekleding

Veel dijktrajecten in Nederland zijn afgekeurd en aan vernieuwing toe. Ondertussen eist klimaatverandering een steeds hogere tol. De Kroon: ‘De waterschappen zijn buitengewoon bezorgd over de toenemende verdroging. Afgelopen zomer nog waren er lange droogteperiodes. We zagen toen dat de grasbekleding helemaal verschroeide. Vaak komt dit wel weer goed na de nodige regen, maar soms is de schade zo groot dat dit niet gebeurt.’ Volgens de hoogleraar is hier nog veel winst in te behalen: ‘Traditioneel werken we nog steeds met heel soortenarme zaadmengsels die volledig zijn gericht op (vaak) monotone graslanden. We moeten veel meer inzetten op soortenrijke mengsels. Soortenrijkheid zorgt voor betere beworteling en erosiebestendigheid. Daarnaast ontstaat ook een veel interessanter milieu voor biodiversiteit.’ 

'We moeten eerst begrijpen hoe plantensoorten ondergronds met elkaar concurreren, hoe ze elkaar beïnvloeden en aanvullen.'

Maatwerk nodig

De duizenden kilometers dijk in Nederland verschillen nogal als het gaat om soortenrijkheid. De Kroon: ‘Over een afstand van 500 meter kan de plantengroei er heel anders uitzien. Die grote variatie moeten we goed leren begrijpen. De bodemsoort heeft veel invloed op de plantengroei en op hoe erosiebestendig de bovenlaag is. Ook het beheer varieert enorm en is een belangrijke factor om mee te nemen. Begrazen heeft bijvoorbeeld een heel ander effect op plantengroei dan maaien.’

Bij Nijmegen liggen een paar mooie soortenrijke voorbeelddijken, vertelt de Kroon verder: ‘Daar is slim gekeken naar wat voor dijk het is en welke kansen er liggen voor verbetering. Er is hooi gebruikt van soortenrijke graslandjes en vervolgens is het juiste beheer toegepast. Echt maatwerk. En als je ziet wat dat oplevert: fantastisch! Die dijken liggen er nog steeds prachtig bij.’ Maar hoe pas je maatwerk toe op een diversiteit aan dijken, die allemaal een andere aanpak nodig hebben? Dat is een opgave waar Future Dikes zich in vastbijt. 

De treksterktemeter van Infram-Hydren trekt plag los op soortenrijke dijk
De treksterktemeter van Infram-Hydren heeft zojuist een plag losgetrokken op een soortenrijke dijk. Hoe meer kracht voor het trekken nodig is, des te sterker is de zode. Bron: Hans de Kroon

Een soortenrijke dijk met grassen én kruiden

De onderzoekers zitten nu midden in fase 1, waarin ze de variatie van soortenrijke dijken in kaart brengen. Bij de meest voorkomende soorten onderzoeken ze de beworteling. De Kroon: ‘We moeten eerst begrijpen hoe plantensoorten ondergronds met elkaar concurreren, hoe ze elkaar beïnvloeden en aanvullen. Er zijn soorten die oppervlakkig wortelen, maar soms wel een dichte wortelmat vormen. Als je die combineert met dieper wortelende soorten, ontstaat er naar verwachting een bewortelingspatroon dat zowel dicht is aan de oppervlakte als goed verankerd in de diepere lagen. En we denken dat juist een mooi evenwicht tussen grassen en kruiden zorgt voor die sterke, dichte beworteling. Vervolgens kijken we hoe die gezamenlijke beworteling bijvoorbeeld reageert op droogte. Kruiden kunnen overigens ook veel beter tegen droogte.’ Deze kennis, in de vorm van verschillende zadenmengsels, zetten de onderzoekers nu in op de recent aangelegde proefdijkjes aan de Radboud Universiteit. 

Proefdijken van de Radboud Universiteit
In de proeftuin van de Radboud Universiteit zijn proefdijkjes aangelegd waarop verschillende gras-kruidenmengsels zijn ingezaaid om de komende jaren te testen op beworteling, erosiebestendigheid en droogtetolerantie. Bron: Hans de Kroon.

Een bloemrijke toekomst

Na fase 1 is het volgens de Kroon tijd om de ontwikkelde zaadmengsels te testen op de echte dijken. ‘Daarnaast willen we een kansenscan maken’, legt De Kroon uit. ‘Dat is een overzicht van bestaande, soortenarme dijken die potentie hebben voor de ontwikkeling van soortenrijkheid. De bedoeling is dat ontwikkelaars en dijkbeheerders door het innovatieproject straks precies weten hoe je een mooie, bloemrijke dijk aanlegt, beheert én toetst.’ 

Want ook in de toetsing is nog een slag te slaan. De Kroon: ‘Waterschappen moeten kunnen vaststellen of een dijk in goede staat is. Maar de huidige toetsingssystematiek is gebaseerd op 100% grasdijken. We vergaren nu kennis om het beoordelings- en ontwerpinstrumentarium te voeden met parameters voor bloemrijke dijken. Hiermee kunnen dijkversterkingsprojecten en dijkbeheerders verder. Dat is ontzettend belangrijk. Alleen met deze aanvullingen vanuit het onderzoek van Future Dikes kunnen soortenrijke dijken grootschalig worden uitgerold.’

De soortenrijke dijken spelen naar verwachting een belangrijke rol in het ambitieuze duurzaamheidsprogramma van het HWBP.

Verder kijken in fase 2

De soortenrijke dijken spelen naar verwachting een belangrijke rol in het ambitieuze duurzaamheidsprogramma van het HWBP. Doel is om in 2030 volledig energieneutraal te werken. Zodat er geen netto koolstof- en stikstofuitstoot meer plaatsvindt. Naast het creëren van bloemrijke dijken is het volgens de Future Dikes-onderzoekers ook belangrijk om te kijken naar de werkprocessen van de waterkeringen. De Kroon: ‘Hoe kun je keringen bijvoorbeeld zo aanleggen en onderhouden dat ze over de levensduur van de hele kering, netto koolstof opslaan en dat er geen koolstofproductie plaatsvindt? Het verzamelen van kennis om hiermee aan de slag te gaan is een van de doelstellingen voor Future Dikes fase 2.’