Foto Foto van Maeslantkering. Bron: Tineke Dijkstra

In het gebied rond Rotterdam en Dordrecht zijn de vier stormvloedkeringen een cruciaal onderdeel van de waterveiligheidsmaatregelen: de Hollandsche IJsselkering, de Haringvlietsluizen en de Hartel- en Maeslantkering beschermen ruim twee miljoen inwoners tegen overstromingen. Bij een zware storm op zee – die kan zorgen voor een hoge waterstand – worden de keringen gesloten en die zo zorgen voor lagere waterstanden in de rivieren. Zeespiegelstijging zorgt voor extra uitdagingen in het gebruik en onderhoud van de vier keringen. De vraag rijst: hoe lang bieden de keringen nog voldoende mate van bescherming? 

Na de herijking van de voorkeursstrategie in 2020 zijn partners in de regio Rijnmond-Drechtsteden druk bezig met de regionale uitvoering van het Deltaprogramma en de voorbereiding op de nieuwe herijking in 2026. Een belangrijk onderdeel hiervan is de houdbaarheid en oprekbaarheid van het huidige systeem van stormvloedkeringen en dijken, die het gebied beschermen tegen overstromingen. 

In het Deltaprogramma Rijnmond Drechtsteden werken 13 partners samen: de Provincie Zuid-Holland, het Rijk (Ministerie van I&W: DGWB en Rijkswaterstaat), de hoogheemraadschappen van Delfland en van Schieland en de Krimpenerwaard, het waterschap Hollandse Delta, het Havenbedrijf Rotterdam en de gemeenten Rotterdam, Dordrecht, Hardinxveld-Giessendam, Krimpenerwaard, Hoekse Waard en Voorne aan Zee.

Foto van gesloten Maeslantkering
Gesloten Maeslantkering.
Gesloten Hartelkering
Gesloten Hartelkering.

Un peu d’histoire… 

In het gebied liggen zowel de oudste als de meest moderne stormvloedkeringen van Nederland. In 1958, slechts vijf jaar na de watersnoodramp, was de Hollandsche IJsselkering klaar voor gebruik. Sinds 1971 zorgen de Haringvlietsluizen op twee manieren voor waterveiligheid: als stormvloedkering bij storm op zee en als enorme spuisluizen bij hoge afvoeren van de rivieren. In 1997 – 25 jaar geleden - zijn de Maeslantkering en Hartelkering (samen de Europoortkering) opgeleverd. Het ontwerp van de vier keringen verschilt enorm en ook de frequentie waarmee de keringen sluiten: de Haringvlietsluizen “werken” elke dag, de Hollandsche IJsselkering sluit gemiddeld twee tot drie keer per jaar (dit jaar al tien keer) en de Europoortkering is in 25 jaar pas twee keer bij storm gesloten (2007 en 2018). Daarom worden de Maeslantkering en Hartelkering ook wel “slapende reuzen” genoemd.

Wat komt er op ons af?

De keringen kunnen door gericht beheer en onderhoud naar schatting zo’n 100 jaar mee. Tenminste, dat was het idee bij ontwerp, bouw en oplevering. De zeespiegelstijging zorgt vaker voor waterstanden waarbij de keringen zullen moeten sluiten (de sluitpeilen). De toename van sluitfrequenties betekent bijvoorbeeld dat de toegang tot de haven van Rotterdam vaker gestremd wordt. Eén of enkele keren per jaar is te overzien, maar wat als dat 20 tot 30 keer per jaar wordt? Dit aantal wordt bereikt als de zeespiegel met zo'n anderhalve meter stijgt ten opzichte van het begin van de eeuw. Bovendien kan dit ook effect hebben op de periode waarin noodzakelijk onderhoud gedaan wordt. Rijkswaterstaat voert het onderhoud nu uit buiten het ‘stormseizoen’ in de periode van half april tot eind september, maar misschien is die periode in de toekomst wel korter omdat de sluitpeilen dan ook overschreden worden. Kortom: de technische levensduur is dan misschien wel 100 jaar, maar is de functionele levensduur dat ook? 

Hollandse IJsselkering bij Sinterklaasstorm 2014
Hollandse IJsselkering.
Keringen in de regio dicht tijdens storm op 3 januari 2018
Gesloten keringen in 2018.

Hoe gaan we daarmee om? 

Voor het antwoord op deze vraag start Rijkswaterstaat samen met de partners van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden een onderzoek naar de functionele levensduur van de stormvloedkeringen, te beginnen met de Maeslantkering. In het onderzoek wordt nagegaan welke aspecten de levensduur bepalen en beperken. Ook kijken de onderzoekers naar verbeteringen en of effecten van die verbeteringen een positief effect kunnen hebben op het moment waarop de keringen moeten worden vervangen door nieuwe keringen of alternatieve strategieën, zoals het afsluiten van de rivieren met sluizen.  

De resultaten worden ook gebruikt als input voor het Kennisprogramma Zeespiegelstijging waar in spoor 2 de houdbaarheid van de huidige strategie en de oprekbaarheid ervan worden onderzocht. 

Tot slot

In de voorkeursstrategie van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden staat nu de aanname dat de Maeslantkering en Hartelkering nog minimaal tot 2070 voldoende bescherming bieden tegen overstromingen. Het onderzoek naar de functionele levensduur kan leiden tot andere inschattingen, uiteraard ook afhankelijk van de snelheid van de zeepspiegelstijging. Door de zesjaarlijkse cyclus voor het herijken van de voorkeurstrategie zorgen we dat we op tijd weten wanneer we moeten ingrijpen om zo ook op lange termijn te zorgen voor bescherming van de inwoners in de regio tegen overstromingen.

Peter Glas bij de Maeslantkering
Deltacommissaris Peter Glas bij de Maeslantkering. Bron: staf Deltacommissaris