In september is de Ruimtelijke Verkenning IJsselmeergebied van start gegaan. Dit project moet inzicht geven in de opgaven die er liggen in het IJsselmeergebied en handvatten creëren voor stakeholders waarmee zij gezamenlijk afwegingen kunnen maken van wat er wel en niet mogelijk is. In de ruimtelijke planvorming gaan water en bodem als sturend principe een belangrijke rol spelen bij deze verkenning.
Op de dag van dit interview tikt het kwik in sommige delen van Nederland bijna de 40 graden aan. Voorpagina’s van de kranten tonen puffende mensen op zoek naar verkoeling in het water. ‘Ja, het is warm’, zegt Elke Praagman. ‘Maar dit soort weersomstandigheden zijn juist goed om mensen aan den lijve te laten voelen dat klimaatverandering een feit is en hoe groot de urgentie is om hier samen iets aan te doen.’
We ondervinden steeds extremer weer met plensbuien, hitte en droogte. We moeten rekening houden met een versnelde stijging van de zeespiegel, veranderende rivierafvoeren en aanhoudende bodemdaling. ‘Hiervoor zijn ingrijpende besluiten nodig’, zegt Peter Roeters. ‘Want de klimaatverandering gaat sneller dan we eerder aannamen. Er moet er een flinke tand bij om Nederland waterveilig en klimaatbestendig te maken.’ De cijfers die het KNMI afgelopen jaar extrapoleerde uit het IPCC-rapport naar de Nederlandse situatie logen er ook niet om: 120 centimeter zeespiegelstijging in plaats van de in 2014 door het KNMI zelf berekende 85 cm. Tel daar de grote opgaven van woningbouw, energietransitie en de zorg voor de biodiversiteit bij op en je beseft: er moet nu iets gebeuren, willen we straks niet voor grote problemen komen te staan. Roeters: ‘Ook in het IJsselmeergebied hebben we met die zeespiegelstijging en grote opgaven te maken. Maar daarnaast hebben we nog het IJsselmeer zelf dat als zoetwaterreservoir voor een groot deel van Nederland fungeert en als opslagvoorziening bij wateroverlast. Met het veranderende klimaat staat dit gebied daarmee voor een extra grote opgave.’
Integrale aanpak
Om al deze opgaven in het gebied samen te laten komen, is de Ruimtelijke Verkenning IJsselmeergebied in het leven geroepen: een opdracht waarin verschillende stakeholders (het Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en maatschappelijke organisaties) uit dit gebied samen kijken naar wat er mogelijk is en wat niet. Een integrale aanpak waarbij alle opgaven uit verschillende sectoren over elkaar heen worden gelegd, en waarbij de deelnemers vervolgens samen verkennen tussen welke opgaven het knelt en waar de kansen zitten. ‘Waar voor veel partijen de focus ligt op de eigen regio, vragen we iedereen om nu naar het grote plaatje te kijken’, zegt projectleider Elke Praagman. ‘En daarbij kunnen belangen lijnrecht tegenover elkaar staan. We vragen de deelnemers dan ook om kritisch naar hun eigen opgaven te kijken. Welke gevolgen hebben korte termijnacties bijvoorbeeld voor de lange termijn? En dat is best lastig.’

‘De nieuwe aanpak betekent nogal een omslag’, vult Roeters aan: ‘We komen uit een traditie waar alles altijd mogelijk is. Zo kunnen we grondgebieden tot op perceelniveau ontwateren op verzoek van de agrarische sector of de woningbouw. Maar ontwatering leidt tot bodemdaling en daarbij komen broeikasgassen vrij. Roeters verwijst voor die omslag ook naar het Deltaprogramma 2023, waarin wordt aangekondigd dat gebruikers van land zich voortaan moeten aansluiten bij de gesteldheid van de bodem en het watersysteem, in plaats van andersom. Ofwel: konden we eerder naar hartenlust huizen bouwen, nu moet klimaatadaptatie bij de locatiekeuze van een bouwopgave expliciet worden meegenomen. Roeters: ‘We moeten accepteren dat niet alles meer tegelijkertijd kan en overal mogelijk is. Daarnaast moeten we onze huidige plannen zo inrichten dat ze op de lange termijn houdbaar zijn. We moeten onomkeerbaar ruimtebeslag voorkomen.’
Water en bodem sturend
Ook het beleidsprogramma van het Ministerie van IenW om water en bodem meer sturend te laten zijn in de ruimtelijke planvorming, zal impact hebben op het IJsselmeergebied. Roeters: ‘We kunnen het systeem eenvoudigweg niet meer naar onze hand zetten, omdat die water- en bodemsystemen aan hun taks zitten. Bovendien moeten we voorzichtiger handelen, omdat we nu nog niet precies weten wat er de komende jaren allemaal op ons af gaat komen. We hebben te maken met veranderingen waar we ons minder goed op kunnen voorbereiden.’ Roeters noemt de waterramp in Limburg vorig jaar als gevolg van klimaatverandering als voorbeeld. Maar ook bevolkingsgroei of de gevolgen van bijvoorbeeld grote transities zorgen voor meer onzekerheid.
Hoe gaan we het doen?
In de aanloop naar de Ruimtelijke Verkenning is een brede groep stakeholders betrokken om tot een gedegen aanpak te komen. Inmiddels staat er een adviesgroep klaar waarbij de neuzen behoorlijk dezelfde kant op staan. Praagman: ‘We willen begrijpen wat er op ons af komt in het gebied, maar vooral handvatten bieden hoe je bij zo’n integrale benadering van opgaven bepaalde afwegingen maakt.’ Praagman hoopt dat de praktijk van de Ruimtelijke Verkenning resulteert in een afweegkader waarmee deelnemers gezamenlijk kunnen afstemmen wat er mogelijk is en wat niet. Een instrument dat in de toekomst op bestuurlijk niveau kan helpen bij de besluitvorming voor nieuw beleid. ‘Dat betekent wel dat iedereen bepaalde zaken moet durven loslaten: niet alles kan meer altijd. Inmiddels beseffen wij allemaal dat dit echt nodig is willen we de toekomst veilig en beheersbaar tegemoet gaan. Er is dus al veel vooruitgang geboekt.’
Op weg naar gezamenlijke besluitvorming
De Ruimtelijke Verkenning IJsselmeergebied zal eind 2023 zijn afgerond. Praagman: ‘De uitkomsten gaan inzicht geven in de opgaven van het IJsselmeergebied en hoe je samen een gebiedsoverstijgend afweegkader kunt maken. Maar hoe en of die resultaten geïmplementeerd worden, dat weten we nog niet. Daar is bestuurlijke draagkracht voor nodig. Roeters: ‘Ik zie het als een soort opmaat naar nieuw beleid en zal het hele proces dan ook met veel interesse volgen.’ Praagman is tevreden over deze ontwikkeling. ‘Door in het gebied over onze grenzen heen te kijken, kunnen we ervoor zorgen dat afwegingen die we samen maken door iedereen gedragen worden. En daarmee kan dit project zo maar een voorbeeld worden voor hoe we in de toekomst samen besluiten kunnen nemen in geval van complexe opgaven.’
Elke Praagman is sinds 2021 senior beleidsmedewerker Water bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat, werkzaam in het IJsselmeergebied. Vanuit die functie fungeert zij momenteel als projectleider Ruimtelijke Verkenning. Praagman werkte daarvoor veelal in het buitenland binnen moeilijke politiek-bestuurlijke contexten en deed daar veel ervaring op met complexe gebiedsprocessen.
Peter Roeters is sinds 2018 programmamanager Deltaprogramma IJsselmeergebied. Met zijn team werkt hij momenteel aan de voorbereiding van de herijking van de Deltabeslissing IJsselmeergebied. Roeters ziet de Ruimtelijke Verkenning als een belangrijke bouwsteen van die herijking.