Foto Decoratief sfeerbeeld uit het Waddengebied. Bron: Age di Lago

In het Waddengebied vragen de opgaven rondom water samenwerking van verschillende partijen, maar dit komt niet zomaar van de grond. Het Investeringskader Waddengebied (IKW) investeert daarom actief in projecten waar diverse opgaven samenkomen. ‘Dijkversterking kan niet los worden gezien van zaken zoals zoetwatervoorziening en natuurinclusieve landbouw’, vertelt programmamanager Bert Wijnsma. ‘De krachten én de (overheids)middelen moeten worden gebundeld om dit kunnen te realiseren.’

Via het Waddenfonds bieden de provincies Noord-Holland, Friesland en Groningen financiële ondersteuning aan grote initiatieven die bijdragen aan de ecologie en economische ontwikkeling van het gebied. En ook de provincies dragen hieraan bij zowel in geld als provinciale inzet. Op deze manier komen projecten op gang die moeite hebben financiering te vinden. In 2016 werd het Investeringskader Waddengebied door de Waddenprovincies vastgesteld om een deel van het Waddenfonds gerichter te investeren in grote projecten die bijdragen aan het verbeteren van het leefklimaat op de Wadden.

‘Het IKW is een soort voorportaal, waarin wij onderzoeken welke projecten passen bij deze opgaven’, legt Wijnsma uit. ‘Hiervoor hebben we zes opgaventeams, elk met een eigen thema. Zij bespreken samen met initiatiefnemers hoe te komen tot een initiatief dat past binnen het IKW en waarna deze partijen op uitnodiging ook een aanvraag kunnen doen bij het Waddenfonds. De teams zijn er daarna ook om advies en ondersteuning te bieden om het project tot een goed einde te brengen.’ 

De zes thema’s van het Investeringskader Waddengebied:

  • Waddenzee
  • Vitale kust en afsluitdijk
  • Havenontwikkeling en natuurverbetering
  • Eilanden op eigen kracht
  • Versterken en vermarkten werelderfgoed 
  • Eems-Dollard in balans

Investeren in ‘plussen’

Door het IKW ontstaat er ruimte om te kijken naar de bredere opgaven in het Waddengebied. Niet alleen oplossingen vinden via specifieke, sectorale projecten, maar meer inspelen op integrale gebiedsontwikkeling. Er wordt volgens Wijnsma bijvoorbeeld geïnvesteerd in ‘plussen’ bij reguliere opgaven zoals dijkversterking. Dit biedt kansen om verschillende gebiedsopgaven te verbinden. Niet alleen voor waterveiligheid, maar ook biodiversiteit en toerisme. Als voorbeeld noemt hij de sociaaleconomische heropleving van het gebied Eems-Dollard. ‘Delfzijl had te maken met veel leegstand, waarna is besloten om allerlei opgaven te verbinden tot één groot project met oog voor waterveiligheid, natuur en recreatie. Zo moest er ruimte komen voor een strand, maar dit mocht niet in Natura 2000-gebied. Toen is een dijk landinwaarts verplaatst en zijn gebouwen gesloopt om alsnog ruimte te maken voor natuur en recreatie. Zeker in deze tijd vol transities is onderzoek en samenwerking broodnodig. En het succes van zo’n aanpak zie je bij Eems-Dollard.’ 

Lees hier meer over de projecten Eems-Dollard en Delfzijl

Decoratief sfeerbeeld uit het Waddengebied
Decoratief sfeerbeeld uit het Waddengebied. Bron: Marcel van Kammen fotografie

Innovaties stimuleren, vernieuwing is nodig

Het IKW steunt duurzame innovaties zoals onderwatervliegers die energie opwekken door gebruik te maken van de stroming. Maar ook vernieuwende, baanbrekende initiatieven uit de streek krijgen steun, zoals Holwerd aan Zee.  Hier wordt een vaarverbinding door de kwelder en de dijk  gemaakt en een binnendijks beleefmeer aangelegd met veel nieuwe natuur en toerisme dat hierbij past. Zo krijgt dit gebied in Noordoost-Fryslân een sociaal-economische impuls, waarbij óók de natuur wordt versterkt.  ‘Ieder gebied zou een integraal gebiedsbudget moeten hebben om de vele transities en belangen in samenwerking met de regio te kunnen realiseren‘, aldus Wijnsma.

Perspectiefbeeld Holwerd aan Zee
Een perspectiefbeeld van Holwerd aan Zee. Bron: Holwerd aan Zee

Verbinding

Idealiter ziet het IKW dat het samenwerken van inwoners met overheden bij integrale gebiedsopgaven de norm wordt, maar Wijnsma constateert dat het vaak toch moeizaam gaat terwijl de wil er vaak wel is. Overheden en andere organisaties hebben vaak specifieke sectorale belangen en gaan daarmee aan de slag. Eigenlijk moeten ze altijd vooraf krachten, middelen en budgetten bundelen zodat je in gezamenlijkheid toekomstbestendige plannen maakt voor de streek. Dan voelt elke partij zich ook serieus genomen. We moeten als regionale overheden en Rijksoverheid volgens mij proactief zijn door te zeggen: laten we samen met de streek onze dijken versterken waarbij wij ook alle andere belangen in het gebied meenemen.’ 

Landbouwopgave

In de toekomst ziet Wijnsma een grotere en actievere rol voor de landbouw in het Waddengebied omdat dit een belangrijke economische sector is en er forse uitdagingen zijn o.a.  op het gebied van verdergaande verzilting en het belang van voldoende zoetwatervoorziening in de toekomst. Maar ook de transitie naar een meer natuurinclusieve landbouw vraagt inzet en steun van de overheid. Het IKW draagt nu onder andere financieel bij aan het project Zout op Zout Lauwersmeergebied en Zoete Toekomst Texel waar verschillende gewassen en technieken worden gebruikt om de landbouw ook bij verdere verzilting een sterke positie te laten houden.