Foto Decoratief beeld van IJsselmeergebied. Bron: Tineke Dijkstra

Het IJsselmeer vormt samen met het Markermeer en de randmeren (het IJsselmeergebied) de belangrijkste zoetwaterbuffer van Nederland. In tijden van droogte is deze grootste waterton van Nederland cruciaal. Bij droogte wordt ingezet op het optimaal beheren van de buffervoorraden. Door de afgelopen droogteperiode en vanwege het grote belang van voldoende zoetwater beschikbaarheid, is de waterverdeling van het IJsselmeergebied aangescherpt.

Het uitzonderlijk droge jaar 2018 toonde aan dat Rijkswaterstaat, de waterschappen en de provincies nieuwe afspraken over de waterverdeling nodig hadden. Met het peilbesluit IJsselmeergebied van 2018 is de buffervoorraad zoetwater in het IJsselmeergebied vergroot, maar daarmee zijn de gevolgen van droogte niet helemaal te voorkomen. Daarnaast zijn door de Beleidstafel Droogte aanbevelingen gedaan om de verdringingsreeks die de waterverdeling bij perioden van watertekort regelt voor de regio IJsselmeergebied te actualiseren. Deze regio omvat alle gebieden die gevoed kunnen worden met zoet water uit het IJsselmeergebied. 

Infographic met uitleg over rol IJsselmeergebied als 'waterton' van Nederland
Infographic met uitleg over rol IJsselmeergebied als 'waterton' van Nederland. Bron: Rijkswaterstaat

Wat is een verdringingsreeks?

Bijna elk jaar treedt in Nederland in de zomer een periode van droogte op. Er verdampt meer water dan er neerslag valt, en de aanvoer van water door Rijn neemt af. Dit kan tot problemen leiden, bijvoorbeeld te lage grondwaterstanden met gevolgen voor landbouw, natuur en bodemdaling, droogval van beken, verslechterende waterkwaliteit of hinder voor de scheepvaart. Dan zijn besluiten nodig over het verdelen van schaars water. Bij ernstige watertekorten hanteren waterbeheerders de wettelijke verdringingsreeks voor de verdeling van het beschikbare zoetwater. Van watertekort is sprake als de vraag naar water voor de verschillende maatschappelijke en ecologische behoeften groter is dan het aanbod van water met een voor die diverse behoeften geschikte kwaliteit. De verdringingsreeks geeft de rangorde van maatschappelijke behoeften aan, die wordt meegenomen tijdens de verdeling.

Vanaf 2019 zijn alle betrokken overheden in de regio gestart met een proces van Joint Fact Finding. Het begrijpen van elkaars watersysteem en watervragende functies bleek de basis van het succes van deze samenwerking. Tijdens de inhoudelijke discussies, stonden de belangen van de verschillende gebieden en gebruikers steevast centraal. 

De belangrijkste onderdelen van het resultaat zijn:

  • Concrete en bruikbare afspraken voor t de beheersing van een droogte crisis via het regionale droogte-overleg (RDO) over onder andere: 
    o   Welke ambtelijke en bestuurlijke niveaus wanneer betrokken worden bij de besluitvorming over de droogte, aansluitend op de landelijke crisisorganisatie.
    o  Definiëren wanneer sprake is van een tekort in het IJsselmeergebied. Zo verschilt een tekort in het IJsselmeergebied van een lokaal tekort binnen een beheersgebied.
  • Alle overheden in de regio gebruiken nu dezelfde – en gezamenlijk opgestelde -  verdringingsreeks met ruimte voor lokaal maatwerk. Daarbij passen ze de in het proces goed doordachte definities van de  (sub)categorieën van de verdringingsreeks toe. 
  • Elke nieuwe watervraag in een bepaald gebied wordt voorgelegd aan alle partijen. Een toename van de watervraag heeft namelijk gevolgen voor iedereen. 
  • De watervraag per (sub)categorie van de verdringingsreeks is op uniforme wijze geactualiseerd.

De afspraken zijn vastgelegd in het bestuursakkoord Waterverdeling regio IJsselmeergebied (voorjaar 2022). Bovendien is afgesproken dat iedere provincie de nieuwe regionale verdringingsreeks vastlegt in de provinciale omgevingsverordening. De nieuwe verdringingsreeks is hiermee naar verwachting vanaf april 2023 operationeel. 

Onderzoeksagenda

De voortzetting van de samenwerking tussen Rijkswaterstaat, waterschappen en provincies is noodzakelijk. En met alleen een bestuursakkoord is het werk nog niet klaar. Daarom staat in het bestuursakkoord behalve de afspraken ook een onderzoeksagenda, om (nieuwe) ontwikkelingen en vragen in de IJsselmeerregio en op landelijk niveau verder op te pakken. 

  • Onderdeel van de onderzoeksagenda is een nadere uitwerking van het beleidskader voor nieuwe watervragers. De stresstest van het IJsselmeergebied geeft aan dat de kans op zoetwatertekorten toeneemt. Daarmee is het noodzakelijk om kritisch te blijven op nieuwe watervragers, zoals de toename van drinkwatergebruik en water voor de energietransitie en veenweidegebieden. 
  • Meer inzicht is nodig in het watergebruik van de industrie. Het maakt uit of het gaat om proces- of koelwatergebruik, aangezien deze in verschillende categorieën vallen van de verdringingsreeks. Op te stellen waterprofielen gaan hierbij helpen, door inzicht in de waterbron, hoeveelheid en risico’s te geven.
  • De regio heeft een pragmatische oplossing gekozen voor de watervraag van kapitaalintensieve teelten, waarbij ruimte is gelaten voor maatwerk in de regio. De definitie van ‘kapitaalintensieve teelten’ is niet eenduidig en vraagt om een behandeling op landelijk niveau.

Welke klei en leemgebieden nu leiden aan onomkeerbare schade is niet helemaal duidelijk, daardoor weten we nu nog niet hoeveel water daarvoor nodig is. Dit wordt nader verkend. 

De grootste waterton van Nederland is eindig, dat is inmiddels duidelijk. Bovendien krijgen we vaker te maken met watertekort in het IJsselmeergebied. De actualisatie van de waterverdeling regio IJsselmeergebied heeft geleid tot een grotere bewustwording dat het nodig is om zuiniger om te gaan met water en verder in te zetten dat gebruikers weerbaarder en onafhankelijker maakt van water uit het IJsselmeergebied tijdens droogte. Het succesvolle gesprek met de experts over de lokale en regionale problematiek en wederzijds respect voor de verschillen blijft de regio in de toekomst doorzetten.