Foto Flinke waterschade door overstromingen. Bron: Tineke Dijkstra

Door de toename van extreem weer – en de gevolgen daarvan voor onze waterveiligheid – wordt het steeds moeilijker om alle schade te verzekeren. Wanneer zijn gebieden niet meer te verzekeren tegen waterschade? Timo Brinkman van het Verbond van Verzekeraars vertelt ons meer over de dilemma’s rondom waterschade en verzekeringen uit het verleden, heden en de toekomst.

Timo Brinkman
Timo Brinkman, beleidsadviseur bij het Verbond van Verzekeraars

De wereld van verzekeringen is een wereld vol afwegingen. De premies en voorwaarden reageren voornamelijk op risico’s. Volgens beleidsadviseur Timo Brinkman zijn ook risico’s met veel schade goed te verzekeren. Het meest recente voorbeeld komt uit februari van 2022, met zeker 500 miljoen euro schade door stormen zoals Corrie en Dudley. ‘Daar hoor je niemand meer over, omdat de meeste schade gewoon verzekerd is en de afhandeling dus via gestroomlijnde processen verloopt. Maar risico’s die raken aan het Deltaprogramma vertellen een ander verhaal. Sinds de overstroming in 1953 werd verzekeren van alle vormen van wateroverlast verboden. Dat verbod is in de jaren 90 ingetrokken, maar verzekeraars hadden toen geen goede data om een risico-inschatting te maken. Bovendien was het risicobewustzijn en dus de vraag naar een verzekering te laag om er een verzekeringsproduct op te ontwikkelen.' 

‘Bij een dijkdoorbraak van grote rivieren of de zee was de schade niet verzekerd.’

'Het Verbond heeft in 2000 een neerslagclausule ontwikkeld, waarmee verzekeraars in elk geval lokale neerslag konden verzekeren. Maar een dijkdoorbraak zoals bij Wilnis viel daar niet onder. Bovendien, waar leg je de grens van “lokaal”? ‘Daarom hebben we in 2018 een uitgebreidere dekking geadviseerd, tot en met primaire keringen (overstromingen van grote rivieren en de zee). Je ziet dat steeds meer verzekeraars die dekking toepassen. De meeste huishoudens zijn inmiddels op deze manier verzekerd, zakelijk zitten we boven de 50%. We zetten ons in, samen met verzekeringsadviseurs, om de juiste polis op de juiste plek te krijgen’, legt Brinkman uit.

Voorbeeld: Overstromingen in Limburg

De overstromingen in Limburg in de zomer van 2021 geven een goed inzicht in de situatie van verzekeringen rondom overstromingen. De boosdoener was hevige regenval, waardoor een groot deel van de schade gedekt werd. In deze situatie was het cruciaal dat de dijken langs de Maas niet doorbraken, stelt Brinkman. ‘Bij een dijkdoorbraak van grote rivieren of de zee was de schade namelijk niet verzekerd.’ 

Voor niet-verzekerbare schade activeert de overheid de Wet tegemoetkoming schade bij rampen (WTS). Echter in Limburg waren er ook schades die wel verzekerbaar waren, maar niet verzekerd, omdat veel mensen niet wisten dat zulke schade verzekerbaar is. Het viel vooral op hoeveel horecaondernemers waren verzekerd via de verzekeringsbeurs. Hierbij zijn overstromingen uitgesloten van dekking. ‘ Omdat deze ondernemers toch al zwaar getroffen waren door de coronamaatregelen, was de overheid eenmalig ruimhartig. Zij pasten de WTS toe op zaken die wel verzekerbaar waren, maar waarvan de huidige verzekeringsmogelijkheden niet algemeen bekend waren. Het kabinet waarschuwde tegelijkertijd dat ze verwacht dat burgers en ondernemers zich bij de volgende ramp wel goed verzekerd hebben. Bij vergelijkbare rampen in de toekomst zullen verzekerbare schades niet opnieuw onder de Wts vallen. De overstromingen in Limburg toonden ook weer aan dat het bewustzijn rondom dit onderwerp voor verbetering vatbaar is.’ 

Wanneer is iets niet verzekerbaar?

Het Verbond van Verzekeraars voelt de maatschappelijke verantwoordelijkheid om zo veel mogelijk te verzekeren, maar de vanzelfsprekendheid hiervan staat onder druk. Door de gevolgen van klimaatverandering en toenemend extreem weer nemen, als we niets doen, de risico’s op schade alleen maar toe. Dat is van invloed op de overwegingen van verzekeraars, en in sommige gevallen worden bepaalde zaken zelfs buitengesloten. Brinkman: ‘Buitendijkse gebieden komen grotendeels niet in aanmerking voor verzekering, simpelweg omdat de kans op overstroming veel te groot is. Maar er is een groot verschil tussen deze buitendijkse gebieden. Het winterbed van de Maas is iets heel anders dan de haven van Rotterdam, waar vaak preventieve maatregelen zijn genomen. Internationale bedrijven daar zijn dan vaak verzekerd, terwijl Nederlandse bedrijven er niet om vragen.'

Primaire keringen

Eén groot, nu onverzekerd risico, kan mogelijk wél verzekerd worden, namelijk primaire keringen. Het Verbond wil zich hier ook hard voor maken. Brinkman: ‘Door het Deltaprogramma is Nederland goed voorbereid op overstromingen en is de kans op een grootschalige overstroming klein. Dat blijft volgens mij de komende decennia ook wel zo. De gevolgen van een overstroming kunnen echter enorm zijn. In Nederland is het individuele verzekeraars tot op heden niet gelukt om op grote schaal een volledige overstromingsverzekering aan te bieden. De oorzaak hiervan is gelegen in onder andere onvoldoende bewustzijn en de aanwezigheid van de ‘gratis’ overheidscompensatie.

Archieffoto van reddingsactie bij hoogwater
Archieffoto van reddingsactie bij hoogwater. Bron: Rijksoverheid

‘Als de dijken van de Maas het hadden begeven, dan waren alleen een paar multinationals en enkele zeer vermogende particulieren hiervoor verzekerd. Het overgrote deel van de Nederlanders was dan afhankelijk van overheidscompensatie. En let wel, die overheid heeft haar handen dan al vol aan crisisbeheersing, herstel van infrastructuur én het draaiende houden van de economie. Bovendien zorgen niet adequate schaderegelingsprocessen ook voor onrust, vertraging en extra vervolgschade.’

Enkele landen om ons heen hebben wel compensatiemechanismen, gebaseerd op solidariteit, door bijvoorbeeld publiek-private systemen (Frankrijk België en Spanje) of via verplichte dekkingen in private pools (Verenigd Koninkrijk).

Het Verbond van Verzekeraars heeft de afgelopen jaren verschillende initiatieven aangedragen voor een structurele oplossing, maar deze zijn om verschillende redenen gestrand. Er wordt vanuit het Verbond momenteel opnieuw gekeken naar manieren om deze compensatie te regelen. Brinkman: ‘Idealiter doen we dat samen met de overheid. Bij een overstroming kunnen schades snel via één loket, de verzekeraar, worden afgehandeld op basis van vooraf afgesproken voorwaarden, én met de inzet van duizenden ervaren medewerkers en efficiënte softwaresystemen van verzekeraars. Voor gedupeerden maakt het dan niet meer uit wat de oorzaak van de overstroming is. Bovendien kan je op deze manier samen veel meer werk maken bewustwording, preventie en early warning. De verzekeraar kan immers adviezen op maat geven.’

'Er is draagvlak nodig voor verplichte verzekeringen, omdat we niet altijd kunnen putten uit de WTS.’ 

De uitkomst van het onderzoek door het Verbond is afhankelijk van vele markt-, politieke- en mededingingsfactoren. Voor schade door grote rivieren en zee blijft het merendeel van burgers en bedrijven voorlopig dus afhankelijk van gedeeltelijke overheidssteun op basis van politieke besluitvoering achteraf, via de WTS. 

Volgens Brinkman is het een grote uitdaging elkaar als overheid en private sector te leren vertrouwen. 'Uiteindelijk zijn we allemaal gebaat bij een klimaatbestendig Nederland. Daarom ben ik blij dat we steeds vaker het gesprek aangaan, bijvoorbeeld nu via de Beleidstafel wateroverlast.'

Risicobewustzijn

De organisatie zoekt toenadering met overheden om samen de schadeopgave aan te vliegen. In dit proces ligt de focus op het vergroten van het risicobewustzijn, het verkleinen van de risico’s en het dekken van niet-verzekerbare schade. Hiervoor moet nog veel veranderen, aldus Brinkman. ‘We moeten sowieso blijven werken aan maatregelen van het Deltaprogramma, omdat deze maatregelen veel invloed hebben op de overwegingen van verzekeraars om iets te dekken. Bij bepaalde gebieden zeggen we: het is verzekerbaar, mits deze maatregelen worden getroffen. Daarnaast is er draagvlak nodig voor verplichte verzekeringen, omdat we niet altijd kunnen putten uit de WTS.’ 

Voor de toekomst van verzekeringen pleit Brinkman voor een structurele samenwerking tussen overheden en verzekeraars. ‘Zeker op het gebied van waterveiligheid voelen wij de maatschappelijke verplichting om een bijdrage te leveren. Wij hebben zo veel kennis en expertise over de risico’s. Daarnaast zijn de maatregelen van het Deltaprogramma en verzekeringen complementair, dus we moeten ook in samenspraak handelen.’