Tekst Miriam Duijkers
Foto Het waterknooppunt bij Polsbroek

In tijden van extreme droogte is de Klimaatbestendige Wateraanvoer Midden Nederland (KWA) van essentieel belang voor de zoetwatervoorziening van West-Nederland. Vanwege klimaatverandering en een toegenomen watervraag wordt de capaciteit van het systeem vergroot. De uitbreiding heeft de nodige consequenties voor het beheersysteem van Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden. Bijvoorbeeld in het karakteristieke polderlandschap van de Lopikerwaard in Zuidwest Utrecht – waar een flink aan kilometers aan watergangen worden verbreed. Hier is ook inzet van landbouwgrond noodzakelijk.

Het ontstaan van de KWA

Wie herinnert zich nog de roemruchte droge zomer van 1976? Mislukte oogsten, bosbranden en deels onherstelbare schade aan de natuur. Die zomer brak vele records en was indirect de aanleiding voor de KWA. Na die zomer besloten de vier betrokken waterschappen Rijnland, Schieland en de Krimpenerwaard, Delfland en Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden: ‘Dit nooit weer’. Ze spraken af om tijdens extreme droogte en hoge chloridegehaltes in de grote rivieren extra zoetwater aan te voeren naar West-Nederland via het regionale watersysteem van De Stichtse Rijnlanden. Het aanvoersysteem is na een moeilijke totstandkoming sindsdien driemaal ingezet: in de droge zomers van 2003, 2011 en 2018.

Capaciteitsuitbreiding nodig

Sinds de aanleg in de jaren 80 is veel veranderd: de economische waarde van de sectoren die afhankelijk zijn van wateraanvoer is veel groter, de gevolgen van de klimaatverandering steeds zichtbaarder en we weten steeds meer over de kans op en gevolgen van droogtes. Zo waren de zomers van 2018, 2019 en 2020 warm en droog. In 2018 is de KWA zelfs drie maanden in werking geweest. De huidige capaciteit van de KWA (minimaal 7 m3 water per seconde) blijkt inmiddels ruim onvoldoende voor de toegenomen watervraag. Daarom is een capaciteitsuitbreiding nodig die in 2024 moet zorgen voor een verdubbeling van de aanvoer. En dat onder alle (weers)omstandigheden, met geringe inspanning en met zo weinig mogelijk overlast voor de omgeving.

De capaciteitsuitbreiding is onderdeel van het project KWA+: een gezamenlijk project van waterschappen De Stichtse Rijnlanden en Rijnland en onderdeel van het Deltaprogramma Zoetwater.

Capaciteitsuitbreiding Klimaatbestendige Wateraanvoer
Een overzicht van KWA op de kaart: de roze, blauwe en gele route zijn bestaande aanvoerroutes van de KWA. Via de noordelijke route pompt gemaal De Aanvoerder in Utrecht water uit het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK) via de Leidsche en Oude Rijn naar Bodegraven. Het Noordergemaal pompt het water uit het ARK via de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel naar West-Nederland. De gele route door de Lopikerwaard voert water uit de Lek aan richting het westen. De maatregelen vinden in en langs deze routes plaats. Elk label op de kaart is een deelproject van de KWA+.

Maatregelen voor extra wateraanvoer

Voor de vergroting van de capaciteit zijn allerlei maatregelen nodig in het aanvoersysteem. In het algemeen gaat het om drie typen maatregelen: extra pompcapaciteit, maatregelen om overlast te voorkomen tijdens de inzet van de KWA en het vergroten van doorvoer door vernauwingen weg te nemen. 

Langs de Leidsche en Oude Rijnroute is onder andere een nieuwe inlaat gebouwd en zijn percelen opgehoogd. Verder worden twee bruggen langs de Enkele Wiericke vervangen. Langs de blauwe route via de Gekanaliseerde Hollandsche IJssel is een gemaal verplaatst, wordt de doorvoer bij een monumentale sluis verruimd en de rivier extra diep gebaggerd.

In De Lopikerwaard zijn de meeste maatregelen nodig. Zo is de meest zuidelijke route door de Lopikerwaard in zijn geheel te krap voor de gewenste toevoer. Langs de 14 kilometer lange aanvoerroute moeten de waterschappen bestaande watergangen verbreden en versmallingen in de route verwijderen of vervangen, zoals krappe duikers, stuwen en bruggen. Op enkele plekken zijn zelfs extra watergangen nodig. 

Samenwerking met boeren

Voor een aanzienlijk deel van deze maatregelen bij de Lopikerwaard is extra agrarische grond nodig, die voor de vaak grondgebonden bedrijfsvoering enorm belangrijk is. De circa tien betrokken boeren zien de noodzaak van het project zeker in, maar raken veel liever geen landbouwgrond kwijt. Een bijkomend punt is dat de boeren zelf niet profiteren van de maatregelen. Sterker nog: de maatregelen die worden uitgevoerd op hun grond, zijn nodig voor extra water voor bedrijven en agrariërs in West-Nederland.

Dankzij de inbreng van boeren is maar 5 hectare van de oorspronkelijk ingeschatte 20 à 30 hectare gewenste landbouwgrond nodig voor dit project.

Door vroegtijdig te overleggen met de agrariërs en belangenverenigingen in het gebied is in de verkenningsfase al veel bereikt. Zo is dankzij hun inbreng het hydrologisch ontwerp geoptimaliseerd. Hierdoor is maar 5 hectare van de oorspronkelijk ingeschatte 20 à 30 hectare gewenste landbouwgrond nodig voor dit project. Dit komt o.a. door het accepteren van enige peilstijging tijdens de inzet van KWA. Op dit moment loopt de aankoop van stroken grond langs de watergangen, waarna de grootschalige uitvoering van de maatregelen langs de route in de Lopikerwaard naar verwachting begin 2023 van start gaat.

Nieuwe hoofdstuk aan rijke historie

Begin 2022 gaat de grootste flessenhals van de Lopikerwaard al op de schop: het waterknooppunt Polsbroek. Bij deze ‘waterknoop’ lopen verschillende watergangen met uiteenlopende peilen langs, boven en onder elkaar. De KWA+ gaat met een nieuwe watergang een nieuw hoofdstuk toevoegen aan de rijke historie van de ‘waterknoop’. Verder worden de bestaande watergangen verbreed en te krappe duikers en stuwen verruimd. Ook komt een nieuwe verkeersbrug met een grote overspanning én otterpassage. Uiteraard legt het waterschap waar nodig ook nieuwe vispassages aan en waar mogelijk natuurvriendelijke oevers. In 2024 zijn alle werkzaamheden rondom KWA+, waaronder waterknooppunt Polsbroek, afgerond.

Lees hier meer over de Capaciteitsuitbreiding Klimaatbestendige Wateraanvoer