Foto Verlaagde zones met wadi's om water te bergen in Tilburg. Bron: Rijksoverheid
De impulsregeling die de uitvoering van klimaatadaptatie moet versnellen, is nu bijna een jaar van kracht. Hoe staat het ervoor? Wat is er al ingediend, welke projecten lopen al en wat kan er eventueel beter? Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) voert een tussentijdse analyse uit om daar nu al zicht op te krijgen: of eerste indruk: ’De partijen zijn goed op weg.’
Sinds 1 januari 2021 kunnen gemeenten, provincies en waterschappen via de DPRA-werkregio’s een bijdrage van het Rijk krijgen voor klimaatadaptatiemaatregelen. Zo is er geld vrijgemaakt voor een waterberging in Goeree-Overflakkee, infiltratieputten in Nijmegen en wadi’s en waterdoorlatende bestrating in Bunnik. In de eerste drie kwartalen zijn negen aanvragen goedgekeurd, terwijl elf andere aanvragen in de pijplijn zitten. In totaal is er 200 miljoen euro beschikbaar voor de 45 werkregio’s. Aanvragen indienen kan tot eind 2023, waarbij de uitvoering mag lopen tot en met 2027.
‘De regeling is bedoeld om de uitvoering van klimaatadaptatiemaatregelen te versnellen’, vertelt Laura Ammerlaan van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Vaak zijn overheden al een eind op weg met de stresstesten en risicodialogen, maar hapert het nog in de uitvoering. Deze regeling geeft ze een steuntje in de rug.’
Via een verdeelsleutel is bepaald hoeveel geld beschikbaar is per werkregio. ‘Het Rijk betaalt maximaal een derde van de kosten van een project’, vertelt Ammerlaan. ‘De rest betalen de partijen zelf. Ze kunnen ervoor kiezen om een deel van de bijdrage van het Rijk dit jaar aan te vragen en een ander deel volgend jaar of het jaar daarna.’
Analyse
Namens het ministerie van IenW analyseert Ammerlaan alle huidige aanvragen voor een tussenevaluatie. Deze tussenevaluatie gaat in 2022 richting de Tweede Kamer. ‘In dit stadium zijn wij benieuwd welk type aanvragen binnenkomt, welke partijen erbij betrokken zijn en welke thema’s prioriteit lijken te hebben’, legt ze uit. Maatregelen tegen hitte vallen overigens niet onder de Impulsregeling, benadrukt Ammerlaan. ‘De bijdrage van de Impulsregeling komt uit het Deltafonds en is dus gericht op waterthema’s, zoals droogte, wateroverlast en overstromingen.’
‘In bijna alle gevallen gaat het om deelaanvragen, want gemeenten willen graag snel aan de slag. Ze dienen daarom nu alvast een stukje in en de rest komt dan volgend jaar.’
Het is nog te vroeg om uitspraken te doen over resultaten van de analyse. ‘Maar het is al wel duidelijk dat klimaatadaptatie leeft bij de gemeenten. Het gaat vaak om lokale projecten’, constateert Ammerlaan. ‘We hopen dat er volgend jaar meer aanvragen binnenkomen van maatregelen die op regionaal niveau effect hebben.’
Tommy Bolleboom van Rijkswaterstaat bevestigt de indrukken van Ammerlaan. Samen met zijn collega Paul Arentshorst beoordeelt hij de aanvragen voor de Impulsregeling en adviseert hij werkregio’s die bezig zijn met het ontwikkelen daarvan. ‘Tot nu toe hebben 20 van de 45 werkregio’s een concept- of definitieve aanvraag ingediend’, vertelt hij. ‘In bijna alle gevallen gaat het om deelaanvragen, want gemeenten willen graag snel aan de slag. Ze dienen daarom nu alvast een stukje in en de rest komt dan volgend jaar.’
Meekoppelen
Veel van de lokale aanvragen richten zich op riolering, zo merkt Bolleboom op. Gemeenten grijpen de Impulsregeling aan om klimaatadaptatie te koppelen aan gepland onderhoud. ‘Dat is natuurlijk prima’, zegt hij. ‘De uitvoering is dan weliswaar lokaal, maar in de weg naar klimaatbestendigheid van een gebied helpen alle kleine stappen. Deze impuls rolt als het ware de loper uit voor het verdere proces en de uitvoering. Dat kan later een voordeel zijn bij andere projecten op regionaal niveau.’
Maatregelen die op regionaal niveau werken, hebben veelal betrekking op het watersysteem. ‘Denk bijvoorbeeld aan de aanpassing van een sluizencomplex, waardoor de waterhuishouding in een groter gebied verandert’, zegt Bolleboom. ‘Dergelijke aanvragen vergen vaak meer tijd en dialoog in de voorbereiding. Die verwachtten we daarom ook nog niet tijdens de opstartfase.’

Daarnaast ziet Bolleboom een ander interessant verschijnsel: de waterschappen lijken het initiatief en het geld grotendeels aan de gemeenten te laten. ‘Dat kan betekenen dat er wel degelijk al regionale maatregelen worden genomen, maar dat die zich afspelen buiten ons gezichtsveld. Of er spelen andere zaken die in deze context belangrijk zijn, zoals de financiële verantwoording via SiSa, waarmee waterschappen nog weinig ervaring hebben.’
Stok achter de deur
Zetten twintig goedgekeurde aanvragen op lokaal niveau echter genoeg zoden aan de dijk? ‘Vele kleine maatregelen maken één grote’, antwoordt Bolleboom. ‘Bovendien zetten die projecten allerlei ontwikkelingen in gang op het gebied van organisatie. Los van het geld zorgt de Impulsregeling bijvoorbeeld voor discussie en kennisuitwisseling tussen de werkregio’s.’ Een landelijke werkgroep met daarin onder meer VNG, IPO en UvW brengt de initiatieven en uitdagingen op regionaal niveau in kaart. Partijen bespreken bijvoorbeeld ook wat de beste regionale maatregelen zijn, hoe je die het beste kunt inzetten en wat de meest kosteneffectieve aanpak is. Daardoor denken ze ook uitgebreider na over het hele proces, zo stelt Bolleboom. ‘De regeling is een stok achter de deur die de ontwikkeling van uitvoeringsagenda’s versnelt.’
Gescheiden domeinen
Natuurlijk zijn er nog wel uitdagingen. Zo komen partijen komen nog weinig toe aan het meekoppelen van klimaatadaptatie met andere grote maatschappelijke uitdagingen. Bolleboom noemt de energietransitie als voorbeeld. ‘Met de aanleg van een warmtenet kun je meteen ook klimaatadaptatieve maatregelen meenemen. Het gaat echter om vaak gescheiden domeinen met elk hun eigen planning, dat maakt het zo lastig. Op dat vlak hopen we de komende jaren op verandering.’

Ammerlaan van IenW sluit zich daarbij aan. ‘Daar liggen inderdaad nog wel uitdagingen. Het is in elk geval goed om te zien dat de werkregio’s druk bezig zijn met de organisatie van hun klimaatadaptatie. Daar hopen we de komende tijd meer zicht op te krijgen via deze tussentijdse analyse. In januari 2022 is deze anlyse klaar. In 2022 en 2023 volgen er nog vele aanvragen voor de Impulsregeling. We zullen ook dan blijven analyseren wat voor type aanvragen worden ingediend.’
Lees hier meer informatie over de impulsregeling klimaatadaptatie