Foto Luchtfoto van de Willemspolder tussen Tiel en Ochten. Foto: Aerofoto Brouwer.

Tussen Tiel en Ochten geeft het bedrijf Dekker ruimte aan de rivier in de Willemspolder en Gouverneurspolder. Over een lengte van 12 kilometer komt een waterrijk natuurgebied met stromende nevengeulen. Een initiatief van een marktpartij dat past binnen de opgaven van het Deltaprogramma Rijn. En een kanshebber om ‘proeftuin’ te worden voor het opdoen van ervaringen met integraal riviermanagement. Als het aan projectleider Toon van Mierlo ligt, ‘gaan we morgen samen aan de slag.’

Over Dekker

De oorsprong van het bedrijf Dekker ligt in het winnen van zand en grind uit de rivierbodem in het Nederlandse rivierengebied. Inmiddels is het bedrijf ook actief in onder andere landschapsontwikkeling.

Met de herinrichting van de Willemspolder en Gouverneurspolder wordt gewerkt aan 600 hectare nieuwe natuur en een waterstandsdaling van 15 centimeter. Onlangs is voor Willemspolder fase 1 het milieueffectrapport afgerond en kunnen de vergunningen worden aangevraagd.

De plannen liggen er in grote lijnen, voor de uitwerking zoekt Van Mierlo aansluiting bij de overheidsopgaven voor dit gebied, zoals de opgaven uit het Deltaprogramma, de regionale energietransitie en de doelen van de Kaderrichtlijn Water- en Programmatische Aanpak Grote Wateren. Dat lijkt makkelijker dan het is, ervaart Van Mierlo in de praktijk. ‘We hebben mogelijkheden te over om in de Willemspolder invulling te geven aan die doelen, maar naar de directe aansluiting op de overheidsprogramma's blijft het vooralsnog zoeken. Dat een bedrijf als zelfrealisator een nevengeul maakt, agrarisch gebied wil omvormen tot Gelders Natuurnetwerk, zon- en windenergie wil opwekken en duurzame scheepvaartbrandstoffen wil ontwikkelen lijkt wennen voor de overheid. We worden vaak ervaren als een vreemde eend in de bijt. Dat terwijl deze projecten ook in nauwe samenwerking met ontwerpbureaus, bevoegd gezag en omgeving tot stand komen en daarin veel lijken op overheidsprojecten. Alleen de financiering door de winning van delfstoffen is anders.’

Tekening van de beoogde Willemspolder na de herinrichting.
Artist impression van de Willemspolder na herinrichting. Artist impression: Jeroen Helma - ARK Natuurontwikkeling

Harmonieus landschapsplan

Van Mierlo merkt dat overheidsorganisaties in visievorming en ontwikkelfase nog maar weinig optrekken met marktpartijen: ‘Zo kan het gebeuren dat publieke en private projecten op een paar kilometer afstand van elkaar parallel worden ontwikkeld, zonder synergievoordelen te benutten. Je kunt denken aan het beperken van de dijkversterkingsopgave of aan het project overstijgend compenseren van rivierkundige of ecologische effecten. De kostenbesparingen kunnen oplopen tot miljoenen euro's.’ Dat ziet Van Mierlo als een gemiste kans. Hij is ervan overtuigd dat beide partijen elkaar juist nodig hebben en veel voor elkaar kunnen betekenen. ‘Ik ben op zoek naar een goede modus voor integrale samenwerking tussen het bedrijfsleven en de overheden. Of de overheid of een partij als Dekker het voortouw neemt, uiteindelijk streven we allemaal naar een harmonieus landschapsplan, waarin alle doelen verwezenlijkt zijn.’ Van Mierlo realiseert zich dat daarvoor wederzijds vertrouwen voor nodig is. Vertrouwen wordt op basis van gedeelde ervaringen opgebouwd. Vandaar het aanbod aan de overheid om de Willemspolder en Gouverneurspolder als proeftuin te gebruiken. Bij publiek-private samenwerking zou het motto vaker moeten zijn: ‘Ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het wel kan.’

Luchtfoto werkzaamheden Dekker Groep in Heteren
Zandwinning door Dekker bij een eerder, vergelijkbaar, project in Heteren.

IRM is een kans

Dekker ziet de invoering van Integraal Riviermanagement (IRM) dan ook als een grote stap voorwaarts. Niet alleen om vanuit een breder perspectief naar een gebied te kijken, ook om nieuwe vormen van samenwerking te ontwikkelen. Van Mierlo ziet onder meer kansen voor verbetering in de besluitvormingsfase. ‘Bij besluitvorming door de overheid is behoefte aan een integraal beoordelingskader dat alle doelen op waarde schat en een harmonieus inrichtingsplan mogelijk maakt. Bij het verlenen van een watervergunning is het belang van de scheepvaart momenteel heel strak geregeld, voor het natuurbelang is dat veel minder het geval. Dat geeft onbalans in de besluitvorming.’ Ook de plannen van Dekker voor een schonere scheepvaart, met het ontwikkelen van een clean energy hub, passen binnen de ambities van IRM. Van Mierlo wacht de besluitvorming of zijn project als IRM-pilot kan gaan fungeren, met belangstelling af. Als het aan hem ligt ‘gaan we morgen samen aan de slag.’