De opgaven van het Deltaprogramma kunnen niet los gezien worden van keuzes in het omgevingsbeleid. Rijksadviseur voor de fysieke leefomgeving, Jannemarie de Jonge, breekt een lans voor intensivering van de verbinding tussen water en ruimte. Vanuit solidariteit met toekomstige generaties.

In het nationaal Deltaprogramma komen elementen samen die wat mij betreft ‘voorbeeldig’ zijn voor andere grote opgaven. Het Deltaprogramma kijkt een eeuw vooruit, waarbij extremen serieus worden verkend. Tegelijkertijd gaat nu de schop in de grond voor bijvoorbeeld dijkversterking. Voor de middellange termijn, tussen deze beide uitersten, lopen strategische beleidstrajecten, bijvoorbeeld in het kader van Integraal Riviermanagement. Die slaan de moeilijke brug tussen de internationale schaal en de projectschaal. Tussen de vrije denkruimte van (ontwerpend) onderzoek en de gebonden ruimte van besluitvorming en budgettering. En tussen onzekere scenario’s en zekerheden waar de uitvoeringspraktijk om vraagt. Door juist deze beleidstrajecten als programma onder de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) te positioneren, zoals nu in voorbereiding is, zie ik kansen om water en leefomgeving nog steviger te verbinden. Op inhoud, en van daaruit ook naar instrumenten en middelen. Zo worden de centrale principes uit de NOVI tastbaar en beleefbaar in ons deltalandschap.

Verbinding noodzakelijk, nog geen gemeengoed

Want de noodzaak van stevige verbinding staat buiten kijf. De wegen van Peter Glas en mij kruisten eerder. In 2015, het Jaar van de Ruimte. Met meer dan duizend ‘landmakers’ lanceerden we toen het Manifest 2040. Daarin schreven we over ‘Water en Ruimte: het koningskoppel voor de toekomst’. Nu ik het teruglees staat de tekst nog als een huis. Het begint zo: 'Elke ruimtelijke ontwikkeling moet als vanzelfsprekend bijdragen aan een veilig, veerkrachtig en robuust watersysteem. Net zoals nieuwe waterwerken de omgevingskwaliteit in stad en land moeten verhogen.'

Die eerste zin is onder mijn vakgenoten en hun ruimtelijke bestuurders nog steeds geen gemeengoed. Nog altijd bouwen we onverantwoord op plekken die zorgen voor een te grote hypotheek op de toekomst. Ons nageslacht zal dat ooit moeten betalen, of erger, wordt het kind van de rekening. Voor die tweede zin geldt grosso modo hetzelfde, want onvoldoende aandacht voor ons leef- en vestigingsklimaat kan leiden tot inkomstenderving voor de BV Nederland. Ruimtelijke knoppen zijn essentieel, niet alleen voor waterveiligheid, maar ook om wateroverlast, hitte en droogte aan te pakken. Het kan slimmer, toekomstvaster en mooier als we onze denk- en ontwerpkracht combineren, tot afspraken komen en daar ook naar handelen.

Uitnodiging aan de deltacommissaris

Ik nodig de deltacommissaris graag uit om de komende jaren die wederkerige relatie tussen water en leefomgeving te versterken. De deltacommissaris vanuit de scope van het nationaal Deltaprogramma: waterveiligheid, ruimtelijke adaptatie en de zoetwatervoorziening. Ik vanuit de brede scope van de Omgevingswet, waarvan de doelen van het nationaal Deltaprogramma ‘vanzelfsprekend’ onderdeel zijn. Met een aanpak die het beste van onze werelden samenbrengt: elkaar helpen om nu moedige keuzes te maken voor later, op basis van gezamenlijke schouw en een ontwerpende dialoog.

Ik zie uit naar onze samenwerking.