Foto Headerfoto: © Wetterskip Fryslân
De Waddenzee is ’s werelds grootste aaneengesloten intergetijdengebied. Het UNESCO-werelderfgoed herbergt een rijke natuur met onder meer getijdengeulen, zeegrasvelden, mosselbanken, stranden en duinen. Mede door menselijke ingrepen en medegebruik staat het natuurgebied onder druk. Binnen de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW) wordt gewerkt aan het herstel van het Waddengebied. Tegelijkertijd ligt er ook nog een grote waterveiligheidsopgave vanuit het Deltaprogramma en het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP).
In de PAGW werken Rijkswaterstaat (RWS), Staatsbosbeheer en de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) samen. Hiervoor slaan zij de handen ineen met waterschappen, provincies en natuurorganisaties. De samenwerkende partijen investeren tientallen miljoenen euro’s in het herstel van leefgebieden en herstel van ecologische verbindingen. Gedacht wordt aan maatregelen zoals het terugbrengen van geleidelijke overgangen tussen land en water en tussen zoet en zout, verbetering en aanleg van broed en fourageergebieden en vismigratie. Vooral in de kustzone, oftewel de randen van het Waddengebied, waar ook de dijken liggen.

Natuur onder druk en opgaven voor waterveiligheid
Door landaanwinning en aanleg van dijken en dammen in de afgelopen honderden jaren is een groot deel van het oorspronkelijke intergetijdengebied verdwenen. Geulen, kreken en kommen zijn wezenlijk veranderd en veel kenmerkende overgangen van land naar water en van zoet- naar zoutwater zijn verloren gegaan. De mens gebruikt het gebied intensief. Denk aan beroeps- en sportvisserij, recreatie- en beroepsvaart, delfstofwinning en toerisme. De leefgebieden van vogels en vissen zijn afgenomen en staan onder druk.
Ook voldoen de dijken langs de Waddenzee nog lang niet overal aan de veiligheidsnormen. In het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) staat nog meer dan vijftig kilometer dijk uitgestippeld voor verbetering. De voorkeurstrategie van het Deltaprogramma Waddengebied zet in op integrale en innovatieve dijken die passen in het werelderfgoed. De drie noordelijke waterschappen onderzochten in de POV Waddenzeedijken verschillende concepten, zoals de dubbele dijk en de groene dijk. Het moment is daar om de concepten verder toe te passen bij de dijkversterkingen in het gebied.
‘Het Waddengebied beter en toekomstbestendig maken. Dat geeft energie.’
Samenwerking in de kustzone
Langs de randen van het Wad komen de opgaven voor waterveiligheid en ecologie samen. ‘Samenwerking met de waterschappen lag voor de hand toen we onderzochten waar en hoe we de ecologische verbeteringen gaan uitvoeren’, vertelt Jacco Doze, projectleider voor de PAGW Waddenzee bij Rijkswaterstaat. ‘De PAGW-maatregelen liggen nog niet vast, dus het is logisch om ons te richten op de gebieden waar de schop de grond in gaat voor dijkverbeteringen. De samenwerking in het noorden rond de kustzone past naadloos in het gedachtengoed van het Deltaprogramma: integraal en gebiedsgericht samenwerken om de waterveiligheid in samenhang met andere gebiedsdoelstellingen te realiseren. We werken samen met waterschap Noorderzijlvest op het traject Lauwersmeerdijk-Vierhuizergat en zijn nu hard aan het werk om ook met Wetterskip Fryslân kansen uit te werken op het traject Koehool – Lauwersmeer.’ Ook de provincies Friesland en Groningen en diverse natuurorganisaties zijn betrokken. ‘We merken dat er veel energie zit bij alle partijen’, stelt Doze.
Ate Wijnstra, projectmanager Hoogwaterbescherming bij waterschap Noorderzijlvest: ‘Natuurlijk moeten wij de 9 kilometer lange dijk versterken, daar ligt onze focus. Maar we werken op de rand van een kwetsbaar natuurgebied. Het is prachtig dat we het gebied door samenwerking met de PAGW ook ecologische meerwaarde kunnen geven.’ Het waterschap heeft de regie bij het uitwerken van de ecologische maatregelen en de uitvoering.

Megaklus
‘Ons waterschap staat voor een megaklus’, stelt Jan Hateboer, projectleider bij Wetterskip Fryslân voor de dijkverbetering Koehoal – Lauwersmeer. Het waterschap versterkt tot 2028 een kleine vijftig kilometer dijk op de rand van de Waddenzee. Hateboer: ‘De dijkversterking is een enorme uitdaging. En nu nemen we daarin ook nog voor ongeveer veertig miljoen euro aan ecologische maatregelen mee. We kunnen daarmee elkaars doelen versterken. Bijvoorbeeld, bij de ecologische maatregelen kan klei vrijkomen. Die kan de dijk goed gebruiken en hoeven we dan niet apart aan te voeren. En ook maatregelen op de kwelders kunnen bijdragen aan de waterveiligheid.’
Doze: ‘De samenwerking komt niet vanzelf tot stand en vraagt inspanningen van alle betrokkenen. We moeten elkaars taal leren spreken en goede afspraken maken. Maar we doen het allemaal met hetzelfde doel: de natuur in het Waddengebied beter en toekomstbestendig maken. Dat geeft energie’.
