Job Cohen is sinds vijf jaar een van de voorzitters van het Overlegorgaan voor de Fysieke Leefomgeving (OFL). Hij zat halfjaarlijks aan tafel met maatschappelijke stakeholders over de volgende stappen in het Deltaprogramma. Zat, want zijn termijn zit erop. In deze gastcolumn blikt Cohen terug én benadrukt hij het belang van samenwerken aan water in de toekomst.

Stakeholders, zoals Natuurmonumenten, LTO Nederland, Vereniging van Nederlandse Riviergemeenten en Sportvisserij Nederland, komen in elk voorjaar bijeen om het conceptdeltaprogramma voor het komende jaar te bespreken en van commentaar te voorzien. In het najaar reflecteren ze met een open agenda op onderwerpen die voor hen van belang zijn, in het licht van het Deltaprogramma. Dat alles tot voor kort in de onvolprezen aanwezigheid van liaison Adrienne van der Sar. Ik kan het niet laten om haar naam hier even te noemen.

De deltacommissaris stelt deze consultatie op prijs, omdat het oor te luisteren wordt gelegd bij allerhande maatschappelijke partijen, met als resultaat dat het vastgestelde Deltaprogramma baat heeft bij de gemaakte kanttekeningen. Zo is het een programma voor en door heel veel partijen in het land.

Geweldige, positieve ervaring

Als voorzitter van deze consultatie mocht ik de uitkomsten presenteren in de Stuurgroep van het Deltaprogramma. Dat was voor mij, als relatieve buitenstaander, een geweldige, positieve ervaring: echt polderen op zijn best! Constructieve vergaderingen met resultaten die klinken als een klok. In 2019 bijvoorbeeld wees het OFL op het belang van robuuste financiering van het beoogde krachtige samenspel van dijkversterking en rivierverruiming. Waarop de minister hiervoor in de eerstvolgende begroting structurele budgetten heeft vrijgemaakt. Kijk naar de impact die het nationaal Deltaprogramma in de afgelopen zes jaar op zoveel verschillende plaatsen in ons land heeft gehad.

De wereld verandert

Intussen zien wij de wereld veranderen. De deltacommissaris buigt zich niet meer louter over de gevaren van wateroverlast, maar evenzeer over de problematiek van droogte. Niet alleen op nationaal, maar ook, of juist, op regionaal niveau. Het is van des te groter belang om de veelheid aan uiteenlopende stakeholders goed bij die verschillende processen te betrekken. Dat is precies een rol die het OFL steeds meer op het lijf geschreven is. Want het OFL heeft zich de afgelopen jaren ontwikkeld van een vooral dienstverlenende instantie naar een onafhankelijke makelaar, die zelf bekijkt waar haar inbreng het grootste resultaat biedt. Onlangs heeft het OFL voorgesteld om te bezien of de consultatie zo vorm te geven is, dat de verschillende waterdossiers die binnen het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat spelen, meer met elkaar in verband kunnen worden gebracht. De scope wordt zo breder, wat het overleg voor de stakeholders des te aantrekkelijker maakt.

Dat wordt de toekomst voor de samenwerking tussen de deltacommissaris en het OFL: nog intensiever samenwerken op het vitale onderwerp water! Ik wens alle partners daarbij heel veel succes.