Foto Bovengrondse afvoergoot, die bij regenval het hemelwater opvangt en afvoert naar een wadi. Foto: © Tineke Dijkstra

De Impulsregeling Klimaatadaptatie kreeg in april 2020 invulling. Decentrale overheden kunnen een rijksbijdrage krijgen voor het nemen van klimaatadaptatiemaatregelen tegen wateroverlast, droogte en overstromingen in de openbare ruimte. De werkregio’s van het Deltaprogramma Ruimtelijke adaptatie staan centraal. Voor hen is er werk aan de winkel. Hoe bereiden zij zich voor en hoever zijn ze?

Er zijn afspraken gemaakt over de opzet en werking van de regeling, die staan in een brief aan de Tweede Kamer. De partijen in een werkregio stellen samen een klimaatadaptatiemaatregelenprogramma op voor de periode tot en met 2027. Gezamenlijk mogen zij een investeringsvoorstel indienen bij het Rijk. Een combinatie van werkregio’s kan ook een voorstel indienen. Het investeringsgeld is bedoeld voor het versneld uitvoeren van adaptatiemaatregelen, het uitbreiden van al geplande ruimtelijke maatregelen met een adaptatiecomponent of het oppakken van nieuwe adaptatiemaatregelen. Het Rijk draagt maximaal 33 procent bij. De decentrale overheden in de werkregio maken onderling afspraken over de invulling van de overige 67 procent.

Coronacrisis

Decentrale overheden kunnen van de regeling gebruikmaken in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2023. Door de coronacrisis lopen veel regio’s vertraging op, omdat de risicodialogen worden uitgesteld. Volgens deltacommissaris Peter Glas is er genoeg tijd, indienen kan nog tot eind 2023. En dat zorgt voor lucht bij veel werkregio’s.

Voorkeur voor fysieke bijeenkomsten

De werkregio Twents waternet is blij dat het voorstel voor de impulsregeling nog niet direct in januari 2021 klaar hoeft te zijn. ’Volgens de planning zouden we onze uitvoeringsagenda eind 2020 gereed moeten hebben, maar de coronacrisis gooit roet in het eten‘, vertelt Meijer, beleidsadviseur in de gemeente Enschede. ’Het lukt nu niet om fysieke bijeenkomsten te organiseren voor een risico- of klimaatdialoog. Een digitale dialoog is een alternatief, maar dit levert beperkte informatie en commitment op.’ Volgens Meijer hebben veel deelnemers uit de regio een voorkeur voor fysieke bijeenkomsten, maar het is de vraag of dat dit jaar nog mogelijk is. ’Daarom onderzoeken we hoe we toch online dialogen kunnen voeren, zodat we alsnog input binnenhalen voor het opstellen van de uitvoeringsagenda.’

‘Iets meer lucht’

Naast lokale klimaatadaptatiemaatregelen verwacht de regio gemeentegrensoverstijgende maatregelen te moeten nemen. De input hiervoor moet ook uit dialogen komen, waarna de maatregelen geprioriteerd worden. Meijer: ’Ook dat is digitaal een stuk lastiger dan tijdens een fysieke bijeenkomst. Kortom, wij zijn blij dat we in deze omstandigheden iets meer lucht hebben en nog tot eind 2023 een voorstel kunnen indienen.’ Toch verwacht hij dat de regio de concept uitvoeringsagenda in 2020 gereed heeft en aanleveren in 2021 mogelijk is. ’Het snel opstellen van een uitvoeringsagenda is nog steeds onze ambitie, zodat we aan de slag kunnen met het verder klimaatadaptief maken van onze regio.’

Een zigzaggend wandelpad van hout loopt door een woonwijk. Aan beide kanten vegetatie en woningen.
Wadi's in nieuwbouwwijk de Piekenhof. Een wadi bestaat uit brede, ondiepe greppels, die bij zware regenval het hemelwater opvangen, zodat het riool niet wordt overbalast en het water rustig in de grond kan wegtrekken. Foto: © Tineke Dijkstra

Meerdere disciplines

De regio Achterhoek+ bekijkt momenteel hoe ze klimaatadaptatie breder kunnen trekken dan alleen de ‘watermensen’. ’We proberen zoveel mogelijk disciplines te betrekken, zoals groen, wegen, ruimtelijke ordening en ook het sociaal domein‘, vertelt Aad Visser, vertegenwoordiger van de regio Achterhoek+. ’We willen gezamenlijk tot een uitvoeringsagenda komen en dat willen we graag goed doen. Dat kost tijd. De planning is gemaakt op basis van de mijlpalen van het Deltaplan RA: in 2020 risicodialogen voeren en komen tot een uitvoeringsagenda en vanaf 2021 de uitvoeringsplannen ook realiseren. We hopen dat onze regio in 2021 een uitvoeringsagenda kan presenteren.’

Verkenning droogte

Achterhoek+ werkt momenteel ook aan een verkenning droogte. Visser: ’De provincie Gelderland, de gemeenten in de regio Achterhoek+, waterschap Rijn en IJssel, LTO-Noord, Natuurmonumenten, waterbedrijf Vitens en de Achterhoek Board (vertegenwoordigers van ondernemers, maatschappelijke organisaties en overheden in de regio) kijken naar de manier van samenwerken en onderzoeken hoe verbinding en afstemming beter kan.’

De bibliotheek van de TU Delft.
Bibliotheek van de Technische Universiteit Delft, bibliotheekgebouw met glooiend groen dak van gras, een groen dak is goed voor het klimaat in het gebouw, het zorgt voor minder warmte en hittestress in de zomer, is verkoelend, het vertraagt bij regenval de waterafvoer richting riool. Foto: © Tineke Dijkstra

Worsteling

Nijmegen verwacht niet meer tijd nodig te hebben. ’Vooralsnog verloopt alles volgens plan‘, vertelt Ton Verhoeven, beleidsmedewerker groen en water in de gemeente Nijmegen. In maart 2019 publiceerde de regio een regionale klimaatadaptatiestrategie, inclusief een manifest dat werd ondertekend door meerdere betrokken partijen. ’Nu is het zaak dat we daar een uitvoeringsagenda van maken, maar dat is een worsteling. Wie doet wat?’

Tien speerpunten

Er liggen inmiddels tien speerpunten op tafel, zoals het klimaatbestendig maken van nieuwe en bestaande woningen. ’Denk bijvoorbeeld aan natuurinclusief bouwen met meer groen en nestgelegenheid of het vastleggen van klimaatadaptatiemaatregelen in prestatieafspraken met woningbouwcorporaties.’ De speerpunten worden nu in een overzichtelijke tabel gezet. Verhoeven: ’Alle partijen kunnen aangeven waarbij zij zich betrokken voelen en of zij verantwoordelijk willen zijn voor de uitvoering van een speerpunt. Daarna moeten we toch wel vrij snel tot een eerste versie komen dat we kunnen voorleggen aan de verschillende colleges van B en W.’ Nijmegen streeft ernaar om eind 2020 de regionale uitvoeringsagenda klaar te hebben.

Praat niet meteen over kosten

Voor andere regio’s heeft Verhoeven nog twee tips. ’Werk samen en praat niet meteen over eventuele hoge kosten. Je moet eerst ontdekken wat je met z’n allen belangrijk vindt. Dat schrijf je op in een strategie en dan pas kijk je naar de kosten.’