25 jaar geleden verlieten meer dan 250.000 mensen huis en haard door de extreem hoge waterstanden van de Rijn, Maas en Waal. Het was de grootste evacuatie in de Nederlandse naoorlogse geschiedenis. Eind januari besteedden zeven waterschappen én het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) aandacht aan de hoge waterstanden van 1995 met de campagne #hohohoogwater. Om begrip te vragen voor dijkversterkingen en om het gevoel van urgentie voor hoogwaterbescherming te vergroten.
In januari 1995 stond het rivierwater hoog tegen de dijken, door de grote hoeveelheid regen en gesmolten sneeuw uit de Alpen. De druk op onze dijken was zo groot dat de dijken dreigden door te breken. Militairen uit heel het land probeerden met zandzakken het water tegen te houden en hielpen met de evacuatie. Uiteindelijk braken er geen dijken door en vielen er geen doden, maar de schade was enorm.
Verleden, heden en toekomst dijkversterkingen
1995 werd dan ook een ijkpunt in waterbeheer. Een noodwet werd aangenomen, waardoor snel alle dijken langs de rivieren verstevigd konden worden. Met het programma Ruimte voor de Rivier werden in de uiterwaarden dijken verlegd en versterkt en kregen de rivieren meer ruimte. Zo kon meer rivierwater worden opgevangen en afgevoerd.

Daarmee zijn we niet klaar. In een land als Nederland is de bescherming tegen hoogwater nooit klaar. Het klimaat verandert voortdurend en Nederland blijft kwetsbaar voor overstromingen. Om veilig in Nederland te kunnen blijven wonen, werken en recreëren moeten we alert blijven en op tijd maatregelen nemen. Met het Hoogwaterbeschermingsprogramma werken Rijkswaterstaat en de 21 waterschappen binnen het Deltaprogramma Waterveiligheid samen aan de grootste dijkversterkingsopgave sinds de Deltawerken. Tot 2050 wordt er 1100 kilometer aan dijken en vijfhonderd sluizen en gemalen versterkt, zodat deze weer voldoen aan de nieuwste normen. Ongeveer 10 procent van de dijkversterkingen in het programma is gebaseerd op de nieuwe veiligheidsnormering. Met de al uitgevoerde en geplande verbeteringen tot en met 2027 neemt het overstromingsrisico met ongeveer 50 procent af. De dijktrajecten die de grootste risico’s vormen, krijgen voorrang in het Hoogwaterbeschermingsprogramma.
Innovatieve dijkversterking met voorrang
De projecten die voorrang krijgen zijn onder meer de versterking van de Grebbedijk, de Lekdijk en Gorinchem-Waardenburg. Deze dijken (de top 50-projecten van het HWBP) worden aangepakt omdat ze hoger moeten worden, last hebben van piping of sterkere bekleding nodig hebben. Ook zijn er dijken waar een combinatie optreedt. Het uitgangspunt is dat hierbij zoveel mogelijk nieuwe technieken toegepast worden, zoals grofzandbarrières tegen onder meer piping. Dit moet ervoor zorgen dat projecten goedkoper uitvallen of hinder voor de omgeving beperken. Directeur-generaal van Rijkswaterstaat, Michèle Blom, vertelt in onderstaande video meer over de innovatieve en duurzame dijkversterking.
Michèle Blom is sinds 2017 de directeur-generaal van Rijkswaterstaat.
In haar dagboek blikt ze terug op het hoogwater van 1995 maar legt ze ook uit waarom het zo belangrijk is dat we dagelijks werken om onze dijken sterker te maken.
(Michèle Blom:)
MICHÈLE BLOM: 1 februari 1995.
De waterstanden van de Rijn, Maas en Waal zijn extreem hoog.
Ik ben aan de buis gekluisterd.
En ik niet alleen. Eigenlijk alle Nederlanders. Al die 10 miljoen anderen.
De helikopterbeelden zijn indringend.
Meer dan 250.000 mensen verlaten huis en haard.
Boeren evacueren een miljoen dieren en rivierdorpen worden spookdorpen.
Ongelooflijk, verbijsterend.
1 februari 2020.
De overstromingen in 1993 en 1995 hebben de samenleving wakker geschud hebben de politiek wakker geschud.
Iedereen is sindsdien weer met waterveiligheid bezig.
Rijkswaterstaat en waterschappen werken samen aan de grootste waterveiligheidsopgave sinds de Deltawerken.
Een maand geleden stond ik met een aantal mensen op een dijk tussen de Eemshaven en Delfzijl.
Groter, breder en sterker dan de oude dijken.
En in die dijk hebben we de nieuwste technologie toegepast.
Sensoren in de dijken meten continu de stabiliteit.
En als ik later in de tijd in mijn dagboek zou schrijven dan zou ik het waarschijnlijk hebben over het Deltaprogramma dat dan is uitgevoerd.
Een Deltaprogramma met een nieuwe visie op waterveiligheid.
Een Deltaprogramma waarin staat dat we tot 2050 nog eens ruim 900 kilometer dijk en bijna 600 kunstwerken versterken.
Natuurlijk met innovaties en natuurlijk duurzaam en natuurlijk circulair.
En natuurlijk, zoals altijd, schouder aan schouder.
Want die les hebben we in dit land eigenlijk al geleerd sinds eeuwen.
En natuurlijk ook weer bij de watersnoodramp in 1953.
We moeten het samen doen.
Ik ben van na de watersnoodramp en samen met al mijn waterpartners wil ik ervoor zorgen dat dat zo blijft.
(Tegen een achtergrond van onstuimig water staat: #hohohoogwater.)
KLOTSEND WATER
Campagne #hohohoogwater
Om begrip te vragen voor de dijkversterkingen die nog op het programma staan en om de urgentie van hoogwaterbescherming te vergroten, besteedde het HWBP tussen 25 januari en 4 februari, samen met de waterschappen Aa en Maas, De Stichtse Rijnlanden, Drents Overijsselse Delta, Limburg, Rijn en IJssel, Rivierenland en Vallei en Veluwe, aandacht aan de hoge waterstanden van 1995. Samen vertelden zij het verhaal van toen, nu en de toekomst in de Nederlandse delta. Dit gebeurde niet alleen via een speciaal hoogwaterjournaal, maar ook met tien videodagboeken en infographics. Tijdens de dag van #mijndijk deelden veel Nederlanders, minister Cora van Nieuwenhuizen en deltacommissaris Peter Glas, op de socialmediakanalen foto’s met dijken die hen beschermen tegen het water. Want Nederland beschermen tegen het water; dat moeten we toch écht samendoen.