Doorwerken aan de delta: nuchter, alert en voorbereid

Het is van groot belang dat Nederland zich goed blijft voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. De grote uitdaging is om bij alle ruimtelijke plannen volop rekening te houden met de wateropgave en het veranderende klimaat. Dat schrijft deltacommissaris Peter Glas in het Deltaprogramma 2020. Peter Glas: ‘Klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen zou het ‘nieuwe normaal’ moeten zijn.’

Peter Glas
Deltacommissaris Peter Glas

Het Deltaprogramma 2020 (DP2020), voorbereid door de deltacommissaris, met daarin concrete maatregelen op het gebied van waterveiligheid, zoetwaterbeschikbaarheid en ruimtelijke adaptatie is op Prinsjesdag namens het kabinet door de minister van Infrastructuur en Waterstaat aan de Tweede Kamer aangeboden. In dit tiende Deltaprogramma staat de voortgang van de uitvoering van het werk aan de delta centraal: de (wettelijke) uitwerking en de uitvoering van de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën.

Nederland kreeg in 2018 te maken met extreme weersomstandigheden: langdurige droogte, hitte en fikse hoosbuien. In de zomer van 2019 sneuvelde het nationale hitterecord uit 1944. Onderzoek liet tegelijkertijd zien dat de zeespiegel in de toekomst mogelijk sneller gaat stijgen dan waar de deltascenario’s van uitgaan. En het World Economic Forum (WEF) constateerde dat klimaatverandering de grootste dreiging is voor de wereldeconomie. Het is dan ook van groot belang dat Nederland zich goed blijft voorbereiden op de gevolgen van klimaatverandering. Met een goede bescherming tegen hoogwater, voldoende zoetwater en een klimaatbestendige en waterrobuuste inrichting.

Het DP2020 laat zien dat de deltabeslissingen en voorkeursstrategieën uit het Deltaprogramma 2015 nog steeds de goede weg beschrijven. Wel blijkt uit de eerste aanzet voor de zesjaarlijkse herijking van het Deltaprogramma – die in 2021 gereed is - dat beperkte aanpassingen nodig zijn. Om op de goede weg te blijven, is het bovendien cruciaal aan de delta te blijven werken en de maatregelen uit de deltaplannen Waterveiligheid, Zoetwater en Ruimtelijke adaptatie voortvarend uit te voeren. Door de nieuwe inzichten in de mogelijk versnelde zeespiegelstijging nemen onzekerheden over maatregelen na 2050 toe. Dat vraagt onderzoek naar wat op korte termijn nodig is om opties voor de langere termijn open te houden. Om beter zicht te krijgen op het tempo waarin de zeespiegelstijging zich na 2050 ontwikkelt, gaat het Kennisprogramma Zeespiegelstijging van start.

In het Nationale Deltaprogramma werken partijen intensief en op lange termijn samen om de Nederlandse delta veilig te houden.

Voortgang Deltaprogramma

Waterveiligheid
Deltaprogramma 2020 laat zien dat de geplande maatregelen op schema liggen. Het hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) werkt met nog meer focus aan de noodzakelijke dijkversterkingen. En de beoordelingen van de primaire waterkeringen zijn in volle gang. De innovaties die het HWBP verkent, leveren al miljoenen aan besparingen op voor de geprogrammeerde dijkversterkingen. In het rivierengebied geven de overheden samen invulling aan de ambitie voor een integrale aanpak met het programma Integraal Rivier Management (IRM), parallel aan de lopende verkenningen in het rivierengebied.

Zoetwater
De droogte van 2018 maakte duidelijk dat de gerealiseerde maatregelen uit het Deltaplan Zoetwater effectief zijn. Zo bleek de Kleinschalige Wateraanvoervoorziening (KWA) goed te werken, zelfs beter dan gedacht. Het Peilbesluit IJsselmeer - dat in juni 2018 in werking trad - leidt tot extra waterbuffer. De uitvoering van de andere maatregelen van fase 1 van het Deltaplan Zoetwater verloopt grotendeels volgens schema. Alle zoetwaterregio’s en het Rijk werken aan de afgesproken maatregelen. Ook de drinkwatersector investeert in een robuuste drinkwatervoorziening. De droogte van vorig jaar heeft ook een impuls gegeven aan de samenwerking met partijen die werken aan een klimaatadaptieve invulling van de landbouw- en natuuropgaven; voor beide opgaven wordt gewerkt aan een Actieprogramma Klimaatadaptatie.

Het Bestuurlijk Platform Zoetwater, het Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving en de zoetwaterregio’s hebben de ervaringen van de droogteperiode geëvalueerd. Met deze inzichten en advies van het Bestuurlijk Platform Zoetwater zal de deltacommissaris in 2021 een voorstel doen voor fase 2 van het Deltaplan Zoetwater (2022 tot en met 2027), vooruitkijkend naar de opgaven op de lange termijn.

Ruimtelijke adaptatie
Voor vrijwel alle gemeenten is met de stresstest de kwetsbaarheid voor extreem weer in beeld gebracht als onderdeel van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie. Het aantal overheden dat aan de slag is met risicodialogen en het opstellen van een uitvoeringsagenda groeit. Verschillende maatregelen zijn in uitvoering om Nederland minder kwetsbaar te maken voor weersextremen. De aanpak van nationale vitale en kwetsbare functies is het afgelopen jaar verbreed: ook op regionaal en lokaal niveau worden de kwetsbaarheden van dit soort functies onderzocht. Naast een extra impuls van 20 miljoen euro voor ondersteuning (procesondersteuning, pilots, kennisontwikkeling en kennisdeling) van de uitvoering van het Deltaplan Ruimtelijke adaptatie, bereidt het Rijk een wijziging van de Waterwet voor, om via een tijdelijke impulsregeling een bijdrage te kunnen verstrekken uit het Deltafonds aan decentrale overheden voor maatregelen tegen wateroverlast. Cofinanciering is een voorwaarde om hiervoor in aanmerking te komen.

Advies deltacommissaris en kabinetsreactie
Om voorbereid te zijn op toenemende wateroverlast, droogte, hitte en het beperken van de effecten van een eventuele overstroming moet klimaatadaptief en waterrobuust bouwen en ontwikkelen het ‘nieuwe normaal’ worden. Om deze ambitie te kunnen waarmaken, is het van belang dat overheden zelf het goede voorbeeld geven én bevorderen dat ook burgers en bedrijfsleven hun aandeel gaan leveren. De deltacommissaris vraagt extra aandacht voor de verbinding tussen water en ruimte bij de grote ruimtelijke opgaven voor woningbouw en energietransitie en verzoekt alle overheden hieraan in hun omgevingsbeleid invulling te geven. Daarom heeft de deltacommissaris het kabinet geadviseerd om de doelen en gezamenlijke opgaven voor het Deltaprogramma integraal door te laten werken in de samenwerkingsafspraken met de medeoverheden op basis van de definitieve Nationale Omgevingsvisie (NOVI) en deze ook gebiedsgericht uit te werken in de beoogde Omgevingsagenda’s.

Het kabinet heeft het advies van de deltacommissaris overgenomen.