In de Zuidwestelijke Delta is veelal sprake van voldoende water, maar niet altijd van goede kwaliteit. Blauwalgen en hogere chloridegehaltes bij de inlaatpunten zorgen voor een lastige afweging voor de waterbeheerder als de roep om zoetwater door gebruikers luid is.

Zoetwaterbeschikbaarheid staat hoog op de agenda binnen de Zuidwestelijke Delta. De droogte in 2018 maakte de urgentie extra duidelijk: in de regio zijn niet op elk moment voldoende garanties voor zoetwater. Omdat er nog geen besluit ligt over het zout maken van het Volkerak-Zoommeer (met de bijbehorende zoetwatermaatregelen), heeft het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta besloten het pakket zoetwatermaatregelen voor de resterende periode van het Deltaprogramma tot en met 2021 aan te passen. Tevens starten waterschap Brabantse Delta en provincie Noord-Brabant een gebiedsproces met de gebruikers rondom het Volkerak-Zoommeer.

Het Volkerak-Zoommeer vormt een belangrijke schakel in de huidige zoetwatervoorziening binnen de Zuidwestelijke Delta. In de loop van 2018 gaf de minister van Infrastructuur en Waterstaat, Cora van Nieuwenhuizen, aan nog geen besluit te nemen over de financiën voor het zout maken van het Volkerak-Zoommeer. Het terugbrengen van beperkt getij is nodig om de problemen rond de overlast van blauwalg in het meer op te lossen en heeft bovendien gunstige effecten op de ecologie.

De start van de uitvoering van de maatregelen voor een klimaatrobuuste zoetwatervoorziening kon echter niet wachten. De droogte van 2018 bevestigde dat. Daarom ging de regio aan de slag met een alternatieve invulling van het zoetwaterprogramma. De betrokken overheden en maatschappelijke organisaties onderzochten zorgvuldig welke zoetwatermaatregelen zij succesvol kunnen uitvoeren. Het resultaat was een breed gedragen en evenwichtig pakket voor zowel de gebieden mét als zonder aanvoermogelijkheden uit het hoofdwatersysteem. Deze maatregelen dragen bij aan een robuuste zoetwatervoorziening in de Zuidwestelijke Delta en passen binnen de huidige voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta.

Brabants gedeputeerde Johan van den Hout: 'De provincie Noord-Brabant ziet dit belang ook. In 2019 gaan we samen met het waterschap met alle gebruikers in gesprek over zoetwater in onze regio.

Anticiperen op de toekomst
Het Bestuurlijk Platform Zoetwater stemde op 14 maart in met het aangepaste pakket zoetwatermaatregelen. Ook houdt de regio de langere termijn zoetwaterstrategie tegen het licht in de Herijking van de voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta. De uitkomst hiervan landt in het Deltaprogramma 2021 en wordt verwerkt in het Zoetwaterprogramma 2022-2027. Gedeputeerde Johan van den Hout van de provincie Noord-Brabant en dijkgraaf Kees-Jan de Vet van Waterschap Brabantse Delta belichten de achtergrond.

’Onze aanpak is adaptief’ (Van den Hout)

Johan van den Hout: ‘Het is belangrijk om te anticiperen op de toekomst voor dit gebied. Nog steeds staat overeind dat het Volkerak-Zoommeer op middellange termijn zout wordt, ook nu we daar de komende jaren nog niet actief op investeren. Wat we op korte termijn aan maatregelen treffen, moet voldoende zoetwater bieden voor de gebruiksfuncties en tegelijkertijd toekomstige ingrepen niet in de weg zitten. Onze aanpak is dus adaptief. Daarbij hoort dat we keuzes maken die tegen een stootje kunnen, bijvoorbeeld om het hoofd te bieden aan de zeespiegelstijging, extreem veel water en periodes van droogte. Dit betekent dat we ook moeten kijken naar efficiënt watergebruik en bereid moeten zijn om eventuele ruimtelijke consequenties te benoemen.’

Vormgeving gebiedsproces
Om tot de juiste keuzes te komen, nemen waterschap Brabantse Delta en de provincie Noord-Brabant dit jaar gezamenlijk het initiatief om de gebruikers van het Volkerak-Zoommeer te betrekken en het gebiedsproces vorm te geven. Kees Jan de Vet: ‘We kiezen voor een gezamenlijk traject, omdat het gaat over het klimaatbestendig inrichten van West-Brabant. Waterschap Brabantse Delta en de provincie Noord-Brabant bereiden op dit moment het gebiedsproces voor. Het doel is om met de gebruikers problemen in kaart te brengen en samen kansen en mogelijkheden te verkennen om de zoetwaterbeschikbaarheid te optimaliseren. We betrekken hier nadrukkelijk verschillende agrariërs uit het gebied bij, om een goede afspiegeling van de verschillende belangen binnen de agrarische sector aan tafel te krijgen. Een akkerbouwer heeft immers andere belangen en wensen dan een fruitteler of een veeteler. Ook denken we nog na over de afbakening van het gebied. Bij een alternatieve zoetwatervoorziening voor West-Brabant moeten we rekening houden met een mogelijke doorvoer naar Zeeland. We bekijken dan ook samen met de provincie Zeeland of en op welke manier we de gebruikers op de eilanden Tholen en St. Philipsland betrekken.’

Dijkgraaf Kees Jan de Vet: Ín de nieuwe bestuursperiode van waterschappen en provincies hecht ik er zeer aan de zoetwaterbeschikbaarheid permanent op de bestuurlijke agenda te houden. De klimaatverandering vraagt om een goede strategie, waarbij je kunt inspelen op verschillende (klimaat) scenario's. Het is hierbij van belang de landbouw- en natuurorganisaties in de regio direct te betrekken.'

’Gebruikers hebben ook een verantwoordelijkheid’ (De Vet)

Maatregelen voor optimalisatie
‘De Roode Vaart is een altijd-goed-maatregel, waarmee we de aanvoercapaciteit voor West-Brabant op orde brengen, maar de PAN-polders (de polders Prins-Hendrik, Auvergnepolder en Nieuw-Vossemeer) blijven vooralsnog primair van het Volkerak-Zoommeer afhankelijk,’ legt Kees Jan de Vet uit. In de zomer van 2018 gaven agrariërs in het gebied aan de zoetwatervoorziening verder te willen optimaliseren, zeker nu er nog geen besluitvorming is over het meer. ‘Voor het optimaliseren kunnen we aan verschillende maatregelen denken. Zo zouden we iets kunnen doen aan de (hoogte)ligging van de inlaten langs het Volkerak-Zoommeer. Ook kunnen we samen met gebruikers sturen op het chloridegehalte, zodat we het waterverbruik voor doorspoeling kunnen optimaliseren. Of we kunnen kijken of de capaciteit van de noodopstelling vanuit het Mark-Vlietsysteem is te vergroten.’

Waterschap Brabantse Delta en Provincie Noord-Brabant gaan in gesprek met zoetwatergebruikers in West-Brabant om samen kansen en mogelijkheden te verkennen om de zoetwaterbeschikbaarheid te optimaliseren

Zowel de provincie als het waterschap is van mening dat gebruikers een belangrijke rol hebben in enerzijds het bepalen van de opgave voor het gebied en anderzijds het uitwerken en uitvoeren van de maatregelen. Ook in het maken van onderlinge afspraken om het water in het gebied goed te verdelen, spelen zij een grote rol. Dijkgraaf De Vet: ‘Gebruikers hebben ook een verantwoordelijkheid om tot een robuust watersysteem te komen. Daarom pakken we de handschoen samen met hen op.’

‘Klimaatadaptatie is een zaak van ons allemaal,’ sluit gedeputeerde Van den Hout af. ‘We hebben de tijd voor een goede voorbereiding en willen dit graag met gebruikers en het waterschap uitwerken.’