Nieuwe waterveiligheidsnorm van kracht
Vanaf 1 januari 2017 is de nieuwe veiligheidsnorm voor waterkeringen van kracht. In 2050 moeten alle dijken en duinen hieraan voldoen, ook in Zeeland. De nieuwe norm gaat uit van een basisveiligheid voor iedere inwoner. De kans op overlijden achter de dijk door een overstroming mag niet groter zijn dan 1:100.000 per jaar.
Ook de economische waarden in het gebied en bijzondere risico’s spelen een rol en kunnen tot een aanscherping van de norm leiden. Zeeland heeft drie gebieden met de strengste norm: Hansweert, de kerncentrale Borssele en het gebied tussen de Buitenhaven in Vlissingen en de Sloehaven. De eerste landelijke beoordelingsronde is gestart en moet in 2023 klaar zijn.
In de nieuwe veiligheidsnorm wordt rekening gehouden met nieuwe ontwikkelingen, zoals een hogere zeespiegelstijging en extremere en zwaardere stormen. Eerst was er één waterveiligheidsnorm voor alle Zeeuwse dijken en duinen. Nu heeft elk dijktraject een norm die is aangepast aan de gevolgen voor het achterliggende gebied. Verder zijn sommige primaire keringen regionaal geworden.
Strengste norm voor Hansweert, Vlissingen en de kerncentrale
Voor heel Nederland geldt dat de kans op overlijden achter een dijk als gevolg van een overstroming niet hoger mag zijn dan 1:100.000 per jaar. Drie gebieden in Zeeland brengen extra risico’s met zich mee. Ze krijgen volgens de nieuwe wettelijke normen extra bescherming. Onderzoek naar de aanpak van deze gebieden heeft de komende jaren dan ook prioriteit. Het gaat om:
- Hansweert. Hier ligt achter de dijk een kleine polder, gevolgd door de A58 met daarachter de kanteldijk van de Vlaketunnel.
- Het gebied tussen de Buitenhaven in Vlissingen en de Sloehaven. Dit traject ligt laag, er zijn geen obstakels en loopt door tot in Middelburg.
- De kerncentrale Borssele. De kans op een ramp zoals in 2011 in Japan, waarbij de tsunami een overstroming en kernramp als gevolg had, mag niet groter zijn dan 1:1.000.000 per jaar.

Werken aan waterveiligheid volgens de nieuwe norm
In Zeeland werken Rijkswaterstaat en Waterschap Scheldestromen sinds 1 januari 2016 binnen de Projectorganisatie Waterveiligheid (POW) gezamenlijk aan de uitvoering van waterveiligheidsprojecten. Op basis van de nieuwe normering heeft de POW op Schouwen-Duiveland in 2016 al drie projecten aangepakt: boerderij De Ruyter/Flaauwershaven, Burghsluis-Schelphoek en Zierikzee-Bruinisse.
Een overeenkomst tussen deze projecten is onder meer dat ze het pipingprobleem oplossen. Piping is kwelwater dat onder de dijk doorkomt en uitspoelen van zand veroorzaakt. Een vorm van kwel met negatieve bijeffecten. Hierdoor kan het dijklichaam instabiel worden en in het uiterste geval inzakken. De kennis die de POW opdoet bij de projecten en via aanvullend onderzoek, brengt ze ook in bij het landelijke onderzoekstraject over piping. In 2015 heeft het waterschap zelf de dijkversterking Emanuelpolder aan de Zuidkant van Zuid-Beveland ook al volgens de nieuwe normen uitgevoerd.
Koppelkansen
Op basis van de nieuwe normering zijn er nog andere bijzonderheden. Zo zijn de dijken rondom het Veerse Meer omgezet naar een regionale kering, omdat de bedreiging vanuit het Veerse Meer beperkt is door de Veerse Gatdam en Zandkreekdam.
De dijk tussen het Bathse Spuikanaal en het Antwerps Kanaalpand wordt een primaire kering, omdat deze aan het Volkerak-Zoommeer ligt. Bij het bepalen van de norm is voor de dijktrajecten in de Oosterschelde geen rekening gehouden met evacuatie. Dit omdat een noodsluiting van de Oosterscheldekering grotendeels bepalend is voor de overstromingskans. Ook zijn er koppelkansen ontstaan. Het traject bij St. Annaland wordt naar voren getrokken, omdat de gemeente Tholen daar plannen heeft voor woningbouw. Verder start onderzoek in het gebied bij de nieuwe marinierskazerne in Vlissingen. De wens is een directe ontsluitingsweg aan te leggen van het havenplateau over de dijk naar de kazerne.
Nog veiliger
De laatste jaren zijn er in Zeeland al veel kustversterkingsprojecten uitgevoerd. Zo zijn tussen 1997 en 2015 in Zeeland 325 kilometer dijken met steenbekleding versterkt. Ook werd in het kader van het project Zwakke Schakels in West-Zeeuws-Vlaanderen de kust versterkt en op Walcheren bij Vlissingen het dijkvak Nolle-Westduin en bij Westkapelle het noordelijk deel van de dijk en het aansluitende duinvak richting Domburg. Om de Zeeuwse kust veilig te houden moet gewerkt blijven worden aan de delta.
Beoordeling waterkeringen
Sinds 1 januari zijn de beheerders van de dijken en duinen bezig met de beoordeling van de dijken en duinen. In Zeeland rapporteert Waterschap Scheldestromen jaarlijks hoe het met de dijken en duinen is gesteld, hoe het het beheer en onderhoud inricht en uitvoert en de risico’s beheerst. De beoordeling van de Zeeuwse dijken en duinen en in de rest van Nederland op basis van de nieuwe veiligheidsnorm, moet in 2023 klaar zijn. Zo ontstaat een landelijk beeld van de versterkingsopgave tot 2050. Waar de dijken niet aan de nieuwe normen voldoen, vinden in de periode tot 2050 maatregelen plaats.